REMKO serie GPC
Bedrijfscyclus
De apparaten van de serie GPC zijn volautomatische
hete-luchtverwarmers, die zijn uitgerust met
een elektronische voorziening met zelfcontrole
en een microprocessor-printplaat voor de besturing
en regulering van het brandervermogen. Zo wordt een
hoge betrouwbaarheid en veiligheid gegarandeerd.
Branderbedrijf
De brander wordt ontstoken als er aan de volgende
voorwaarden is voldaan:
Het apparaat wordt voorzien van stroom en is niet
■
uitgeschakeld door een storing (vergrendeling)
De kraan van de gasvoorziening is geopend
■
Het contact tussen klem ID2 en IDC2 op
■
de GPC-printplaat is gesloten
Het thermostaatcontact tussen klem ID2 en IDC2
■
is gesloten
De optie On (Aan) in het functiemenu Fun van het
■
bedieningspaneel is geselecteerd
Onder deze voorwaarden start de branderventilator
direct. Na afloop van de voorspoeling wordt de vlam
met een ontstekingsvermogen van 50% van
het hoogste vermogen ontstoken. Na afloop van
de stabiliseringstijd moduleert de brander, afhankelijk
van de voorlooptemperatuur, het benodigde
verwarmingsvermogen.
8
Als de vlam niet ontstoken kan worden, worden
er nog 4 ontstekingspogingen uitgevoerd. Bij
de vijfde mislukte ontstekingspoging activeert
de GPC-printplaat de storingsuitschakeling. Als
de brander ontsteekt, start de koelventilator
na een opwarmingsduur van 30 seconden
en transporteert de warme lucht naar de ruimte.
Voor de uitschakeling van de hete-luchtverwarmer
kan het contact tussen klem ID2 en IDC2 door een
extra schakelaar naast een thermostaat worden
gescheiden, de thermostaat worden uitgeschakeld
of in het functiemenu van het bedieningspaneel
via de optie OFF (Uit) worden uitgeschakeld. Het
is verboden om het apparaat via het ontkoppelen van
de netaansluiting uit te schakelen. Deze werkwijze
dient alleen in noodgevallen te worden gebruikt. Bij
een correcte uitschakeling van de hete-luchtverwarmer
blijft de branderventilator nog 90 seconden in bedrijf,
om de verbrandingskamer vrij te maken van
rookgassen. De koelventilator loopt na de uitschakeling
nog 120 seconden door om het "nakoelen" van
de warmtewisselaar te garanderen. Als de nakoeling
niet volledig wordt doorlopen, veroorzaakt dit een
kortere levensduur van de warmtewisselaar en daarmee
het vervallen van de garantie. Bovendien kan er een
veiligheidsthermostaat worden geactiveerd, waardoor
een handmatige terugzetting noodzakelijk is.
Als er nog tijdens de nakoelfase een nieuwe
verwarmingsbehoefte ontstaat, wacht het apparaat
de uitschakeling van de koelventilator af, voert een
terugzetting uit en begint daarna met een nieuwe
verwarmingscyclus.
LET OP
Het is verboden om de spanning op het apparaat uit
te schakelen, zolang het apparaat in de nakoelfase
Rookgas
staat en het apparaat op "On" staat. Het niet naleven
hiervan leidt tot het vervallen van de garantie
Lucht
en verhoogt de slijtage van de warmtewisselaar
Rendement
Gas
De voordelen van de apparaten ontstaan uit
het modulerende bedrijf, d.w.z. het bereikte
verwarmingsvermogen en daarmee het gasverbruik
(verbruik van brandstof) wijzigen overeenkomstig
de werkelijke behoefte. Bij een verminderde
verwarmingsbehoefte van de ruimte verbruikt
de luchtverwarmer minder brandstof, waarbij
het rendement verhoogd wordt tot 108%.