4.2
Functiekeuzeschakelaar
De functiekeuzeschakelaar dient voor de selectie van de
Test- en meetfuncties
AUTO-schakelstand
SETTINGS-instellingen
Toetsfunctie na selectie van de test-/meetfunctie
OP/NEER
TAB
TEST
MEM
ESC
Toetsfunctie in het veld Parameter (Parameters)
OP/NEER
TAB
MEM
Parameters en limietwaarden voor de evaluatie van meetresultaten
ZONDER Geen parameter/limietwaarde, indicator: _ _ _.
Parameter,
limietwaarde
AAN
In hoofdstuk 5. Metingen is meer informatie te vinden over het uitvoeren van de test-
/meetfuncties van het testapparaat.
4.3
AUTO-schakelstand
Zet de functiekeuzeschakelaar in de stand AUTO om de test-/meetfuncties via de Commander-
testpen of de optionele Commander-teststekker voor stopcontacten met randaarde (044149) te
selecteren.
De selectie van de test-/meetfuncties gebeurt met de toetsen
Een uitgebreide beschrijving van de Commander-testpen en de optionele Commander-
teststekker voor stopcontacten met randaarde (044149) vindt u in bijlage C.
BENNING IT 130
Selecteert de subfunctie van de ingestelde test-/meetfunctie
(alleen voor R LOW, Z
Selectie van de parameters en limietwaarden.
Start de meting.
Opslaan/oproepen van de meetresultaten.
Terug/annuleren.
Wijzigt de geselecteerde parameter.
Selecteer de volgende parameter.
Opslaan/oproepen van de meetresultaten.
Meetresultaten – worden aan de hand van de ingestelde parameters
en limietwaarde geëvalueerd met GOED/SLECHT.
, Zs, RCD).
I
25
van de Commander.
5260 / 01/2023 nl