Figuur 30
1. Brandstofklep
Onderhoud van het
brandstoffilter
Brandstoffilter vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren/Jaar-
lijks (houd hierbij de kortste periode
aan)
Na verwijdering mag u nooit een vuil filter opnieuw
aan de brandstofslang monteren.
1.
Parkeer de maaimachine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Sluit de brandstofafsluitklep aan de
brandstoftank
(Figuur
4.
Druk de uiteinden van de slangklemmen naar
elkaar toe en schuif ze weg van het filter
31).
Opmerking:
Onthoud hoe het brandstoffilter
is gemonteerd zodat u het nieuwe filter correct
kunt monteren.
g001467
2. Brandstoffilter
30).
(Figuur
1. Slangklem
2. Brandstofslang
5.
Trek het filter uit de brandstofslangen.
6.
Monteer een nieuw filter en schuif de
slangklemmen terug tot dicht bij het filter.
7.
Open de brandstofafsluitklep aan de
brandstoftank
8.
Controleer op lekkages en repareer deze indien
dit nodig is.
9.
Neem eventueel gemorste brandstof op.
29
Figuur 31
3. Filter
(Figuur
30).
g001468