Inhoudsopgave
Advertenties
2.
Draai de bovenste flensbouten (⅜" x 1¼") en de
flensmoer los waarmee de handgreep aan het
achterframe is bevestigd
3.
Draai de onderste flensbouten (⅜" x 1") en de
flensmoeren los waarmee de handgreep aan het
achterframe is bevestigd
4.
Stel de handgreep in op de gewenste hoogte en
monteer de onderste flensbouten (⅜" x 1") en
flensmoeren in de montageopeningen. Draai
alle flensbouten vast.
Figuur 19
1. Fitting van
bedieningsstang
2. Onderste montage-
openingen
3. Achterframe
4. Onderste flensbout
(⅜" x 1")
5. Bovenste flensbout (⅜" x
1¼")
5.
Pas de lengte van de bedieningsstang aan door
deze in de fitting te draaien
19).
6.
Steek de R-pen tussen de rijhendels en
vergrendelde neutraalstanden en in de
gaffelpennen
(Figuur
Opmerking:
Zorg ervoor dat de gaffelpennen
in de vergrendelde neutraalstanden zijn
gestoken.
7.
Voer aanpassingen aan de hydraulische
koppelingen uit als de hoogte van de handgreep
is veranderd, zie
Het hydrauliekmechanisme
afstellen (bladz.
32).
(Figuur
19).
(Figuur
19).
6. Hoge stand
7. Lage stand
8. Bovenste montage-
opening
9. Handgreep
10. Flensmoer (⅜")
(Figuur 18
en
Figuur
18).
g001734
20
Advertenties
Inhoudsopgave
