8.
HANDBEDIENDE WERKING
Als de poort met de hand moet worden bediend omdat er
geen elektrische voeding is, is het voldoende tegen de poort te
duwen of eraan te trekken, aangezien de motor omkeerbaar is
en handbediende verplaatsing van de poort mogelijk is.
Controleer bovendien of het elektroslot niet ingeschakeld is.
Als het nodig is de poort met de hand te verplaatsen omdat
het automatische systeem niet of niet goed werkt, moet het
ontgrendelmechanisme als volgt worden gebruikt:
1) Open het elektroslot met de sleutel, en controleer of de poort
zonder problemen kan worden bewogen.
2) Maak het beschermdeurtje open steek de hiervoor
bijgeleverde sleutel in het slot (fig.29);
3) Draai de sleutel met de klok mee en trek aan de
ontgrendelhendel zoals op fig. 30.
4) Voer de manoeuvre voor opening of sluiting met de hand
uit.
9.
HERVATTING VAN DE NORMALE WERKING
Om te voorkomen dat een onopzettelijke impuls de poort tijdens
de manoeuvre kan aandrijven, moet de voeding naar de
installatie worden uitgeschakeld alvorens de aandrijving weer
te blokkeren.
1) Sluit de ontgrendelhendel weer.
2) Draai de sleutel tegen de klok in.
3) Haal de sleutel uit het slot en sluit het beschermdeurtje.
4) Beweeg de poort totdat de ontgrendeling aangrijpt.
10. MONTAGE BESTURINGSUNIT CN 60E (OPTIE)
Met behulp van een DIN-rail kan in de aandrijving de
besturingsunit van de geleidende veiligheidslijst CN 60E worden
ondergebracht. Snijd de DIN-rail op maat en bevestig hem aan
de aandrijving met twee schroeven in de twee gaten, en zet de
besturingsunit CN 60E eraan vast (fig. 31).
Voor de verbinding en de werking, zie de desbetreffende
instructies.
11. BIJZONDERE TOEPASSINGEN
Er zijn geen bijzondere toepassingen voorzien.
12.
ONDERHOUD
De werking van de installatie dient minstens eenmaal per half
jaar te worden gecontroleerd. Hierbij dient bijzondere aandacht
te worden besteed aan de veiligheidsvoorzieningen (inclusief
de
duwkracht
ontgrendelmechanismen.
12.1. BIJVULLEN MET OLIE
Controleer regelmatig de hoeveelheid olie in de aandrijving.
Voor lage-middelhoge gebruiksfrequenties is een jaarlijkse
Fig. 29
controle voldoende; voor intensiever gebruik is een controle om
de 6 maande raadzaam.
Het reservoir is te bereiken door de olievuldop tijdelijk weg te
halen (fig. 32).
Het oliepeil kan met het oog worden gecontroleerd: het moet
de koperen strengen van de elektromotor net raken.
Voor bijvullen moet olie worden toegevoegd tot het juiste niveau.
Gebruik uitsluitend olie FAAC XD 220.
Fig. 30
13. REPARATIES
Voor eventuele reparaties dient u contact op te nemen met
erkende FAAC reparatiecentra.
54
van
de
aandrijving)
Fig. 31
en
de
Fig. 32