6.
INBEDRIJFSTELLING
6.1.
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
Maak alle verbindingen met de kaart zoals aangegeven in hoofdstuk
5, met inbegrip van de aarding van de aandrijving (fig. 24).
Fig. 24
6.2.
REGELING EINDSCHAKELAAR MLS
De aandrijving 844 heeft een eindaanslagsensor (MLS) die de
passage van twee magneten detecteert die zijn aangebracht
op de zijkant van de tandheugel, in de richting van de
aandrijving (fig. 25).
Ga als volgt te werk om de twee bijgeleverde magneten correct
te plaatsen:
1)
Controleer of de aandrijving op handbediening staat (zie
hoofdstuk 8).
2)
Breng de poort met de hand in geopende positie, maar
laat hem op een afstand van (2 ÷ 5) cm tot de mechanische
eindaanslag.
3)
Breng de magneet aan (zonder de beschermfolie van
het zelfklevende zijde te verwijderen) op de kant van de
tandheugel die naar de aandrijving gericht is, met de
bovenkanten ervan op gelijke hoogte. Verschuif de
magneet in de openingsrichting over de tandheugel
totdat de eindschakelaar geactiveerd wordt; controleer
dit op de apparatuur. Verplaats de magneet nu nog 45
mm vooruit.
4)
Breng de poort met de hand in gesloten positie, maar laat
hem op een afstand van (2 ÷ 5) cm tot de mechanische
eindaanslag.
5)
Breng de magneet aan (zonder de beschermfolie van
het zelfklevende zijde te verwijderen) op de kant van de
tandheugel die naar de aandrijving gericht is, met de
bovenkanten ervan op gelijke hoogte. Verschuif de
magneet over de tandheugel in de sluitingsrichting totdat
de eindschakelaar geactiveerd wordt; controleer dit op
de apparatuur. Verplaats de magneet nu nog ongeveer
45 mm vooruit.
6)
Breng de poort halverwege zijn slag en blokkeer het
systeem weer (zie hoofdstuk 9).
7)
Bepaal de gewenste vertragingswaarden (zie hiervoor
de instructie van de apparatuur) en laat het automatische
systeem minstens een volledige cyclus maken.
8)
Controleer of de poort op ongeveer 2÷5 cm van de
mechanische aanslag stopt. Corrigeer de positie van de
magneten indien nodig, en controleer of het stoppunt
correct is.
9)
Teken de positie van de magneten op de tandheugel af,
en haal de magneten weg.
10)
Maak de tandheugel schoon op de plaats waar de
magneten bevestigd moeten worden, verwijder de folie
van de zelfklevende zijde van de magneten (fig. 25 ref. 1)
en plaats de magneten met de zelfklevende strook tegen
de tandheugel (fig. 25 ref. 2).
11)
De afstand tussen de eindaanslagsensor en de magneten
moet tussen 5 en 12 mm liggen.
12)
De magneten moeten worden aangebracht op de
tandheugel, en beslist niet op de bevestigingsschroeven.
Breng de magneet indien nodig tegen de schroef aan en
regel de vertragingen, zoals beschreven wordt in de
instructie behorende bij de elektronische apparatuur,
om het juiste stoppunt te bereiken.
Let op: door de sterkte van het magnetische veld dat veroorzaakt
wordt door de bijgeleverde magneten, kunnen voorwerpen met
een magneetband (credit cards, magnetische banden, diskettes
enz.) en elektronische en mechanische apparaten (b.v. horloges,
LCD-schermen) worden beschadigd. Het wordt geadviseerd
niet in de buurt van de magneten te komen met voorwerpen die
mogelijk beschadigd kunnen worden door magnetische velden.
Fig. 25
52