De programmakeuzeknop gebruiken (creatieve zone)
Programmakeuzeknop
U kunt camera-instellingen, zoals de sluitertijd en de
diafragmawaarde aanpassen aan de gewenste
opnamen.
Wanneer de instellingen zijn vastgelegd, zijn de
opnameprocedures hetzelfde als voor de modus
(p. 30).
De programmakeuzeknop gebruiken
1
Controleer of de camera in de
opnamemodus staat.
De modusindicator brandt oranje.
72
6. Opnamen maken - geavanceerde functies
2
Draai de program-
makeuzeknop,
selecteer de
gewenste functie en
maak de opname.
Afhankelijk van de
geselecteerde functie werkt de camera op de volgende
manieren:
2
De sluitertijd en diafragmawaarde worden
weergegeven op het LCD-scherm. Als de sluitertijd en
diafragmawaarde wit worden weergegeven op het
LCD-scherm, is de juiste belichting ingesteld.
Sluitertijd
De sluitertijd en diafragmawaarde worden
automatisch ingesteld.
De gebruiker selecteert een sluitertijd met de pijl
of
.
De gebruiker selecteert een diafragmawaarde met de
pijl
of
.
De gebruiker selecteert de sluitertijd met de pijl
of
en de diafragmawaarde met de pijl
Diafragma-
waarde
of
.