Opnamen maken
Druk op de knop FUNC. van de camera. Selecteer
(Transportmodus) met de pijl
(afstandsbediening) met de pijl
FUNC. en maak de opname.
*
De huidige instelling wordt weergegeven.
Druk op de sluiterknop. Het beeld
wordt opgenomen nadat de
tijdsduur die is ingesteld in
[Zelftimer] in het opnamemenu is
verstreken (0 seconden, 2
seconden of 10 seconden).
Wanneer u herhaaldelijk op deze
knop drukt, wordt de volgende
modus voor het al dan niet
weergeven van informatie
gekozen.
De zoomfunctie werkt niet.
*
of
. Selecteer
of
. Druk op de knop
Afspelen
Het vorige
beeld
weergeven
Films
afspelen
Beelden weergeven in
sets van negen
(indexweergave)
Het bereik van de afstandsbediening wordt kleiner
onder de volgende omstandigheden:
- Wanneer er sterk licht op de camera valt.
- Wanneer de batterij bijna leeg is.
De functies voor het bewerken en printen van films zijn
niet beschikbaar.
Het volgende
beeld weergeven
In de
vergrotingsmodus
kunt u met deze
knoppen het vergrote
gebied in het beeld
verplaatsen.
In de indexweergave
kunt u met deze
knoppen een ander
beeld selecteren.
Wanneer u herhaaldelijk
op deze knop drukt, wordt
de volgende modus voor
het al dan niet weergeven
van informatie gekozen.
U kunt kiezen voor een
vergrotingsfactor van
ongeveer 2,5, 5 en 10.
Bijlage
145