Inhoudsopgave
Advertenties
Camera instellingen
U kunt items instellen met betrekking tot de camera.
In het scherm Instellingen raakt u [Camera] aan.
Camera status instellen
U kunt de camera-ingang instellen.
1
In het scherm Camera instellingen raakt u
[Camera status] aan.
2
Stel in of een achteruitrijcamera of andere
camera's worden gebruikt.
• Achter: achteruitrijcamera
• Anders: zijcamera, interieurcamera enz.
Camera signaal instellen
U kunt het videosignaalsysteem omschakelen.
Selecteer de gewenste optie.
• Auto: het videosignaaltype (NTSC of PAL) wordt automatisch
geselecteerd.
• NTSC/PAL: kies het videosignaaltype handmatig.
Camerahulplijn instellen
De camerahulplijn kan worden gewijzigd wanneer een achteruitrij-
camera is aangesloten.
Dit item kan niet worden geselecteerd wanneer de status van de
achteruitrijcamera is ingesteld op "Uit" of "Anders".
1
In het scherm Camera instellingen raakt u
[Hulplijnen instellen] aan.
2
Raak de hulplijn aan die u wilt aanpassen.
De hulplijn kan ook worden geselecteerd door [ , ] aan te
raken.
• De positie van de gele hulplijn in het midden kan niet apart
worden aangepast.
De positie van deze hulplijn wordt bepaald als het midden van
de twee gele hulplijnen links en rechts of de centrale groene lijn
en de rode hulplijn.
3
Raak [ , , , ] aan om de positie van de
hulplijn aan te passen.
• Door [Wissen] aan te raken, worden de aanpassingen gewist
en wordt de instelling hersteld naar de toestand voor de
hulplijnaanpassing.
4
Wanneer de aanpassing voltooid is, raakt u
[Instellen] aan.
77
-NL
Advertenties
Inhoudsopgave
