Foto's maken van een wit strand of een sneeuwlandschap
In normale gevallen lijken witte onderwerpen, zoals sneeuw, donkerder dan gebruikelijk als de
foto gemaakt is. Er bestaan diverse manieren om het wit vast te leggen.
• Pas de belichtingscorrectie aan richting [+].
g "Belichtingscorrectie – De helderheid van het beeld variëren" (Blz. 47)
• Gebruik [g] (BEACH & SNOW) in g (motiefprogramma) om de foto te maken. Deze stand
is uitstekend geschikt voor het maken van foto's van de zee op een zonnige dag of van
sneeuwtoppen in de bergen. g "Motiefprogramma" (Blz. 26)
• Gebruik [nHI] (bij veel lichte partijen).
Druk de ontspanknop half in op het midden van de zoeker waar u het wit wilt ophelderen.
Het gemeten deel in het midden wordt zodanig ingesteld, dat het witter verschijnt.
g "Metingsmethode – Metingssysteem wijzigen" (Blz. 46)
• Gebruik de functie auto bracketing om foto's te nemen.
Als u niet weet hoe groot belichtingscorrectie is, probeer dan auto bracketing te gebruiken. De
correctiewaarde verandert een beetje met elke druk op de ontspanknop. Als u een grotere
belichtingscorrectie instelt, kunt u de correctiewaarde vanaf deze waarde naar boven of naar
beneden wijzigen en de foto maken. g "AE bracketing" (Blz. 31)
Foto's maken van een onderwerp met tegenlicht
Als de achtergrond in vergelijking met het onderwerp te licht is, wordt de belichting op de lichte
plekken beïnvloed en lijkt het onderwerp donkerder. Dit komt omdat de camera de belichting
bepaalt naar aanleiding van de helderheid van het hele scherm.
• Zet [METERING] op [n] (spotmeting) om de belichting van het onderwerp in het midden van het
beeld te meten. Om de compositie te veranderen, zet u het onderwerp in het midden van de beeld.
Terwijl u de AFL-knop ingedrukt houdt, verandert u de compositie en drukt u de ontspanknop in.
g "Metingsmethode – Metingssysteem wijzigen" (Blz. 46)
• Activeer de flitser, zet de flitserfunctie op [#] (invulfiltsen) en neem de foto. U kunt een onderwerp
fotograferen met tegenlicht zonder dat het gelaat van het onderwerp donkerder lijkt. [#] (invulflitsen)
wordt gebruikt voor het fotograferen met tegenlicht en onder TL-licht en ander kunstlicht.
g "De flitserfunctie instellen" (Blz. 35)
Foto ist te licht of te donker
8
Als u foto's in de stand S of A maakt, knippert eventueel de weergegeven sluitertijd of het
diafragma op het schemr met het bedieningspaneel of in de zoeker. Een rood display betekent
dat de juiste belichting niet kan worden bereikt. Als u de foto zo neemt, wordt de foto te licht of
te donker. Als dat gebeurt, verandert u het diafragma of de sluitertijd.
g "A: Diafragmavoorkeuze" (Blz. 27), "S: Sluitertijdvoorkeuze" (Blz. 28)
Onbekende heldere puntjes verschijnen op het onderwerp van de gemaakte foto
Dit kan worden veroorzaakt door vastgeraakte pixel(s) op het beeldopneemelement. Voer
[PIXEL MAPPING] uit. Als het probleem aanhoudt, Pixel mapping een paar keren herhalen.
g "Pixel mapping – Controleren van de beeldbewerkingsfuncties" (Blz. 92)
86
NL