Gebruik van de ingebouwde flitser
Bij gebruik van een lens met een brandpuntsafstand van minder dan 14 mm (vergelijkbaar met
een 28 mm lens op een kleinbeeldcamera) kunnen bij het licht van de flitser de randen van de
foto donkerder worden (vignettering). Of dit effect inderdaad optreedt, hangt ook af van het
lenstype en de lichtomstandigheden (zoals de afstand tot het onderwerp).
1
Druk op de #-knop om de
ingebouwde flitser omhoog te laten
springen.
• De ingebouwde flitser springt automatisch
omhoog en ontsteekt als de lichtomstandigheden
in de volgende standen slecht zijn.
AUTO / i / & / / / I / U / G / J / r /
3
g
2
Druk de ontspanknop half in.
• Als # (flitser stand-by) oplicht, is de flitser
gebruiksklaar. Als dit teken knippert, is de flitser
bezig met opladen. Wacht in dit geval tot het
opladen is voltooid.
3
Druk de ontspanknop helemaal in.
TIPS
Als u niet wilt dat de flitser automatisch omhoog
springt:
Zet [AUTO POP UP] in het menu op [OFF].
g "Automatisch omhoog springen" (Blz. 67)
Regelen van de flitssterkte
U kunt instellen hoe sterk het flitslicht moet zijn.
Bij sommige situtaties krijgt u betere resutaten als u de flitssterkte aanpast, bijv. bij het
fotograferen van kleine objecten en bij een verre achtergrond. Op deze wijze kunt u het
contrast verbeteren (het onderscheid tussen lichte en donkere partijen) waardoor uw foto's
levendiger worden.
MENU [X] [w]
Stel de correctiewaarde in met bd.
TIPS
Om het scherm voor flitscorrectie snel op te roepen:
Houd de #-knop en de F-knop (belichtingscorrectie)
tegelijkertijd ingedrukt totdat het scherm w verschijnt.
Stel dit in met de regelaar.
• Dit werkt niet als de externe flitser is ingesteld op MANUAL.
• Als u de flitssterkte op de externe flitser hebt ingesteld, wordt dit gecombineerd met de
flitssterkte-instelling van de camera.
• De flitssterkte van de flitser is verbonden met belichtingscorrectie.
36
NL
x Opmerkingen
#-knop
Flitser stand-by-
teken
Zoeker