Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Weergave in de zoeker als de ontspanknop half ingedrukt is.
Sluitertijd
AF-teken
Belichtingsfunctie
TIPS
3
De sluitertijdindicatie blijft knipperen, ook al hebt u de diafragmawaarde veranderd:
Als bij een snelle sluitertijd de sluitertijdaanduiding knippert, zet u de ISO-lichtgevoeligheid op
een lagere waarde, of gebruikt u een apart verkrijgbaar ND-filter (Neutral Density- of grijsfilter) om
de hoeveelheid invallend licht te temperen.
g "ISO – De gewenste lichtgevoeligheid instellen" (Blz. 48)
Hebt u een trage sluitertijd ingesteld en de sluitertijdaanduiding blijft knipperen, dan zet u de
ISO-lichtgevoeligheid op een hogere waarde. g "ISO – De gewenste lichtgevoeligheid
instellen" (Blz. 48)
De scherptediepte bij de ingestelde diafragmawaarde controleren:
Raadpleeg "Preview-functie" (Blz. 30).

S: Sluitertijdvoorkeuze

De camera kiest automatisch de diafragmawaarde die past bij de sluitertijd die u hebt ingesteld.
Stel de sluitertijd in voor het soort effect dat u wilt bereiken. Met snelle sluitertijden kunt u
snelbewegende onderwerpen toch scherp op de foto krijgen, terwijl u met een trage sluitertijd
bewegingsonscherpte krijgt, waarmee u een gevoel van snelheid of beweging kunt oproepen.
Een korte
sluitertijd kan een
snelle actie
"bevriezen"
zonder
bewegings-
onscherpte.
Zet de functieknop op S en draai de
regelaar om de sluitertijd in te stellen.
28
NL
Diafragmawaarde
Zoeker
• Overbelicht als de sluitertijdaanduiding knippert.
Kies een hogere diafragmawaarde (F-waarde).
• Onderbelicht als de sluitertijdaanduiding
knippert. Kies een lagere diafragmawaarde
(F-nummer).
Langere sluitertijd
Kortere sluitertijd
Door een langere
sluitertijd wordt
een opgenomen
snelle actie
onscherp. Deze
onscherpte roept
het gevoel van
een dynamische
beweging op.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave