Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

1.
EENSTAPS-KNOOPSGATHENDEL bepaalt automatisch de lengte van het knoopsgat als hij
omlaag wordt gebracht. (Zie pagina 26)
2.
HENDEL VAN DE DRAADINSTEKER wordt gebruikt om de automatische draadinsteker in te
schakelen.
3.
GELEIDER VAN DE DRAADINSTEKER houdt de draad goed vast voordat deze in de haak wordt
geplaatst.
4.
NAAIVOETSTANG hier is de naaivoethouder aan bevestigd.
5.
NAAIVOETSCHROEF bevestigt de naaivoethouder aan de naaivoetstang.
6.
NAAIVOET houdt de stof tegen de transporteur tijdens het naaien. Er zijn diverse optionele
naaivoeten verkrijgbaar, afhankelijk van de te naaien stof en naaitechnieken. (Zie pagina 11)
7.
TRANSPORTEUR, ziet eruit als rijen tanden onder de naaivoet en regelt de beweging van de stof
onder de naaivoet.
8.
STEEKPLAAT dekt het spoelhuis af en vormt een vlak naai-oppervlak rondom de naaivoet.
9.
DRAADGELEIDER regelt de bewegingen van de bovendraad.
10. NAALDKLEMSCHROEF bevestigt de naald in de naaldklem.
11. NAALDKLEM houdt de naald van de machine op zijn plaats.
12. NAALD houdt de draad vast tijdens het vormen van de steken.
13. VERGRENDELTOETS helpt met gelijkmatig transporteren over extra dikke naden.
14. NAAIVOETHOUDER hier is de naaivoet aan bevestigd.
15. GELEIDERLIJNEN VOOR HET NAAIEN worden gebruikt als visuele referentie om de stof
recht te geleiden tijdens het naaien. De eerste lijn is op 3/8" (10 mm) afstand van de middelste
naaldpositie. De meest gebruikte naadtoeslagbreedten zijn 1/2" (13 mm) en 5/8" (16 mm).
De naadtoeslag van 13 mm is de 2e lijn en die van 16 mm is de 3e lijn vanaf de middelste
naaldpositie.
OVER UW MACHINE

Naald- en naaivoetgebied

1
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave