PROBLEMEN OPLOSSEN & ONDERHOUD
4
Problemen oplossen
1. Draadlussen op de onderkant van de stof
2. Onderdraad is te zien op de bovenkant van de stof
3. De bovendraad breekt
4. De draad rafelt
5. De draad hoopt zich op aan het begin
6. De machine slaat steken over
7. Problemen met opspoelen
8. Onderdraad breekt
9. De naald breekt
10. De steken worden vervormd
11. De stof trekt
12. De stof "plooit" onder de steken
13. De machine transporteert de stof niet
14. De draadinsteker werkt niet
15. Hard geluid tijdens het naaien
16. Machine werkt niet
1. DRAADLUSSEN OP DE ONDERKANT VAN DE STOF
Mogelijke oorzaak: Draadlussen op de onderkant van de stof geven altijd aan dat de
bovendraad niet goed is ingeregen. Dit gebeurt als de bovendraad niet goed in het
spanningsmechanisme is geplaatst en niet door de draadhevel is geregen.
Oplossing: Rijg de naaimachine opnieuw in, waarbij u eerst de persvoetlichter omhoog
brengt voordat u begint met inrijgen, zodat de draad goed in het
spanningsmechanisme en de draadhevel kan worden geregen. (Zie
pagina 15)
Om te controleren of u de naaimachine op de juiste manier heeft
ingeregen, kunt u deze eenvoudige test uitvoeren:
•
Breng de persvoetlichter omhoog en rijg de bovenkant van de
machine in.
•
Rijg de draad door het oog van de naald, maar breng de draad
nog niet onder de naaivoet. Als u de bovendraad naar links trekt, moet de draad vrij
bewegen.
•
Breng de persvoetlichter omlaag. Als u de bovendraad naar links trekt, moet u
weerstand voelen. Dit betekent dat u de draad goed heeft ingeregen.
•
Breng de draad onder de naaivoet en trek dan de onderdraad omhoog. Breng
de beide draaduiteinden onder de naaivoet en naar de achterkant toe. Breng de
naaivoet omlaag en begin te naaien.
Als de draad nog steeds vrij beweegt nadat u de persvoetlichter omlaag heeft gebracht
(u voelt geen verschil tussen de naaivoet omhoog of omlaag) betekent dit dat u de draad
niet goed heeft ingeregen. Verwijder de bovendraad en rijg de machine opnieuw in.
2. ONDERDRAAD IS TE ZIEN OP DE BOVENKANT VAN DE STOF
Mogelijke oorzaak: De bovendraad is te strak gespannen.
Oplossing: Verminder de bovendraadspanning. (Zie pagina 19)
Mogelijke oorzaak: De draadroute is geblokkeerd waardoor er extra spanning op de
bovendraad komt te staan.
Oplossing: Controleer of de bovendraadroute niet is geblokkeerd en of de draad vrij
door de draadroute beweegt. (Zie pagina 15)
Mogelijke oorzaak: Onderdraad niet in spoelhuispanningsschijf.
Oplossing: Rijg de onderdraad opnieuw in. (Zie pagina 14)
32