5.3 Temperatuurmeting Temp RTD en Temp TC
De temperatuurmeting gebeurt met de weerstandsthermometer
van het type Pt100 of Pt1000 en het thermoelement type K (toe-
behoren, wordt niet meegeleverd), dat aangesloten wordt op de
spanningsingang.
Temperatuureenheid kiezen
MEASURE
1nFo
tEMP
...
SETUP
(°C = Standaardwaarde/fabrieksinstelling)
5.3.1 Meting met weerstandsthermometers
➭ Zet de draaischakelaar op „Temp
Met FUNC | ENTER.gaat u naar de andere meetfunctie.
Het type Pt100 of Pt1000 wordt automatisch herkend en verschijnt in
beeld.
Er zijn twee mogelijkheden om de weerstand van de toevoerlei-
ding te compenseren:
Gossen Metrawatt GmbH
Metingen V/Hz – –
FUNC
FUNC
°C / °F
ENTER
ENTER
".
RTD
– Temp (°C/°F) –
Automatische compensatie
➭ Druk op de knop ZERO | ESC.
De tekst „Short leads" verschijnt in beeld.
Als u de weerstand van de toevoerleiding zelf wilt invoeren, kunt u
de volgende prompt overslaan.
➭ Sluit de aansluitleidingen van het meetapparaat kort.
Op het display verschijnt „000.0 ". Als u op de knop FUNC |
ENTER drukt, vindt er bij toekomstige metingen een automati-
sche compensatie van de weerstand plaats. Nu kunt u de
kortsluiting verwijderen, het apparaat is gereed om te meten.
De weerstand van de toevoerleiding invoeren
➭ In het menu Automatische compensatie moet u nog eens op
de knop ZERO | ESC drukken.
➭ Toets mt de cursorknoppen de bekende weerstand van aan-
sluitleidingen in:
kiest u de decade, d.w.z. de positie van
Met de knoppen
het cijfer dat u wilt veranderen en met de knoppen
het betreffende cijfer in. De defaultwaarde is 0,16 . De invoer-
grenzen liggen tussen 0 en 50 .
➭ Als u op FUNC | ENTER drukt, wordt de ingestelde waarde over-
genomen en keert u terug naar de meting. De weerstand van
de toevoerleiding blijft ook in het geheugen als u het apparaat
uitschakelt.
– M
– COIL/M
– A/Hz
@UISO
@UISO
stelt u
33