Onderhoud / Vervanging
32
Gevaar voor vernieling van de pomp
Ontbrekende of gebrekkige productiemiddelenvoorziening kan tot vernieling van de
pomp leiden.
Voor de eerste ingebruikneming en na ieder transport de pomp met voldoende pro-
ductiemiddelen vullen.
Uitsluitend ingebouwde vacuümpompen met bedrijfsvloeistof vullen.
Bedrijfsmiddeltype zie typeplaatje.
De bedrijfsmiddelhoeveelheid moet 50 ml bedragen!
Fig. 14: De bedrijfsvloeistof aftappen.
De vacuümpomp uitschakelen, op atmosferische druk beluchten en laten afkoelen.
De lager gemonteerde aftapschroef 8.25b uit de vloeistofpomp verwijderen.
– Let op de O-ring 8.16!
De bedrijfsvloeistof aftappen in een geschikte container.
Aftapschroef weer sluiten.
Fig. 15: Bedrijfsvloeistof bijvullen
De hoger gemonteerde vulschroef 8.25a uit de vloeistofpomp schroeven.
– Let op de O-ring 8.16!
Bedrijfsvloeistof (max. 50 ml) met behulp van de injectiespuit in de vloeistofpomp spui-
ten.
Vulschroef weer afsluiten.
LET OP
8.25b / 8.16
50 ml
8.25a / 8.16