Installatie
5.5
Bedrijfsvloeistof bijvullen
20
Giftige dampen!
Gevaar voor vergiftiging bij het aansteken en verhitten van synthetische bedrijfsvloei-
stoffen (bijv. F3) hoger dan 300 °C.
Gebruiksvoorschriften naleven.
De bedrijfsvloeistof niet in contact laten komen met tabaksartikelen, voorzorgsmaat-
regelen bij het hanteren van chemicaliën in acht nemen.
Gevaar voor vernieling van de pomp
Ontbrekende of gebrekkige productiemiddelenvoorziening kan tot vernieling van de
pomp leiden.
Voor de eerste ingebruikneming en na ieder transport de pomp met voldoende pro-
ductiemiddelen vullen.
Uitsluitend ingebouwde vacuümpompen met bedrijfsvloeistof vullen.
Bedrijfsmiddeltype zie typeplaatje.
De bedrijfsmiddelhoeveelheid moet 50 ml bedragen!
Fig. 7:
Bedrijfsvloeistof bijvullen
De vacuümpomp uitschakelen, op atmosferische druk beluchten en laten afkoelen.
De hoger gemonteerde vulschroef 8.25a uit de vloeistofpomp schroeven.
– Let op de O-ring 8.16!
Bedrijfsvloeistof (max. 50 ml) met behulp van de injectiespuit in de vloeistofpomp spui-
ten.
Vulschroef weer afsluiten.
WAARSCHUWING
LET OP
50 ml
8.25a / 8.16