Als u de printer via een LAN gebruikt, controleert u of de printer correct is ingesteld voor gebruik via het
netwerk.
Zorg dat het printerstuurprogramma op de juiste wijze is geïnstalleerd.
Controle 3
Verwijder het printerstuurprogramma aan de hand van de procedure in Het onnodige printerstuurprogramma
verwijderen en klik hier om het opnieuw te installeren.
Als de printer met een USB-kabel op de computer is aangesloten,
Controle 4
controleert u de apparaatstatus vanaf de computer.
Volg de onderstaande procedure om de apparaatstatus te controleren.
1. Selecteer Configuratiescherm (Control Panel) > Hardware en geluiden (Hardware
and Sound) > Apparaatbeheer (Device Manager).
Opmerking
• Als het scherm Gebruikersaccountbeheer (User Account Control) wordt weergegeven,
selecteert u Doorgaan (Continue).
2. Open Ondersteuning voor USB-afdrukken (USB Printing Support Properties).
Dubbelklik op USB-controllers (Universal Serial Bus controllers) en op Ondersteuning voor
USB-afdrukken (USB Printing Support).
Opmerking
• Als het scherm Ondersteuning voor USB-afdrukken (USB Printing Support Properties)
niet wordt weergegeven, controleert u of de printer goed op de computer is aangesloten.
Controle 2
3. Klik op het tabblad Algemeen (General) en controleer of er een apparaatprobleem is.
Als er een apparaatfout wordt weergegeven, raadpleegt u Windows Help om deze te verhelpen.
Andere foutberichten (Windows)
Controleer het volgende als er een foutbericht buiten de printerstatusmonitor
Controle
wordt weergegeven:
• Kan niet spoolen wegens onvoldoende schijfruimte (Could not spool successfully due to
insufficient disk space)
Verwijder onnodige bestanden om schijfruimte vrij te maken.
• Kan niet spoolen wegens onvoldoende geheugen (Could not spool successfully due to
insufficient memory)
Verhoog de beschikbare hoeveelheid geheugen door andere toepassingen te sluiten.
Controleer of de printer goed is aangesloten op de computer.
354