Bedieningspaneel
A: LCD (Liquid Crystal Display)
Hierop worden berichten, menu-items en de werkingsstatus weergegeven.
B: De knoppen
,
,
Wordt gebruikt om een instellingsitem te selecteren.
C: Knop Terug (Back)
Hiermee keert u terug naar het vorige scherm op het LCD-scherm.
D: Knop AAN (ON)
Hiermee kunt u het apparaat aan- of uitzetten.
De printer in- en uitschakelen
E: AAN (ON)-lampje
Dit lampje knippert en brandt vervolgens wanneer het apparaat wordt aangezet.
F: Alarm-lampje
Wanneer er een fout optreedt, knippert of brandt dit lampje.
G: Knop Stoppen (Stop)
Hiermee annuleert u het afdrukken of annuleert u wanneer u een menuoptie selecteert.
H: Knop OK
Hiermee voltooit u de selectie van items. Wordt ook gebruikt om fouten op te lossen.
I: Knop Draadloos verbinden (Wireless connect)
Houd deze knop ingedrukt om informatie over de draadloze router van de printer rechtstreeks in te
stellen vanaf een smartphone of soortgelijk apparaat (zonder een procedure te hoeven uitvoeren op de
router).
en
146