Download Print deze pagina

Advertenties

TR7500 series
Online handleiding
Basishandelingen
Netwerk
Onderhoud
Overzicht van het apparaat
Informatie over papier
Afdrukken
Kopiëren
Scannen
Faxen
Veelgestelde vragen
Lijst met ondersteuningscodes voor fouten
Nederlands (Dutch)

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Canon PIXMA TR7550

  • Pagina 1 TR7500 series Online handleiding Basishandelingen Netwerk Onderhoud Overzicht van het apparaat Informatie over papier Afdrukken Kopiëren Scannen Faxen Veelgestelde vragen Lijst met ondersteuningscodes voor fouten Nederlands (Dutch)
  • Pagina 2 Inhoud Online handleiding gebruiken........11 Symbolen in dit document.
  • Pagina 3 De inktstatus op het aanraakscherm controleren......... . 92 Inkttips.
  • Pagina 4 De printer loskoppelen............148 Het bedieningspaneel gebruiken.
  • Pagina 5 Beschrijving van Canon IJ-statusmonitor........
  • Pagina 6 Kopieën maken............303 Items voor kopiëren instellen.
  • Pagina 7 Het hulpprogramma Snelkiezen2 starten......... . . Dialoogvenster Hulpprogramma Snelkiezen2.
  • Pagina 8 Kan de printer niet vinden in het scherm Printerinstellingen controleren tijdens instelling (Windows)................451 Kan de printer niet vinden in het scherm Printerinstellingen controleren tijdens de instelling van het draadloze LAN (Windows) - Voedingsstatus controleren.
  • Pagina 9 De scanner werkt niet............502 ScanGear (scannerstuurprogramma) start niet.
  • Pagina 10 1200..............557 1401.
  • Pagina 11 Online handleiding gebruiken Gebruiksomgeving Symbolen in dit document Gebruikers van aanraakgevoelige apparaten (Windows) Online handleiding afdrukken Handelsmerken en licenties Schermafbeeldingen in deze handleiding...
  • Pagina 12 Symbolen in dit document Waarschuwing Instructies die u moet volgen om te voorkomen dat er als gevolg van een onjuiste bediening van het apparaat gevaarlijke situaties ontstaan die mogelijk tot ernstig lichamelijk letsel of zelfs de dood kunnen leiden. Deze instructies zijn essentieel voor een veilige werking van het apparaat. Let op Instructies die u moet volgen om lichamelijk letsel of materiële schade als gevolg van een onjuiste bediening van het apparaat te voorkomen.
  • Pagina 13 Gebruikers van aanraakgevoelige apparaten (Windows) Voor handelingen via aanraking vervangt u 'klikken met de rechtermuisknop' in dit document door de handeling die is ingesteld in het besturingssysteem. Als de handeling voor uw besturingssysteem bijvoorbeeld is ingesteld op 'aanraken en vasthouden', vervangt u 'klikken met de rechtermuisknop' door 'aanraken en vasthouden'.
  • Pagina 14 Staten en/of andere landen. • Bluetooth is een handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc., V.S. en gebruiksrecht van dit product is verleend aan Canon Inc. • Autodesk en AutoCAD zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Autodesk, Inc. en/of de dochterondernemingen en/of filialen in de VERENIGDE staten en/of andere landen.
  • Pagina 15 Apache License Version 2.0, January 2004 http://www.apache.org/licenses/ TERMS AND CONDITIONS FOR USE, REPRODUCTION, AND DISTRIBUTION 1. Definitions. "License" shall mean the terms and conditions for use, reproduction, and distribution as defined by Sections 1 through 9 of this document. "Licensor" shall mean the copyright owner or entity authorized by the copyright owner that is granting the License.
  • Pagina 16 2. Grant of Copyright License. Subject to the terms and conditions of this License, each Contributor hereby grants to You a perpetual, worldwide, non-exclusive, no-charge, royalty-free, irrevocable copyright license to reproduce, prepare Derivative Works of, publicly display, publicly perform, sublicense, and distribute the Work and such Derivative Works in Source or Object form. 3.
  • Pagina 17 7. Disclaimer of Warranty. Unless required by applicable law or agreed to in writing, Licensor provides the Work (and each Contributor provides its Contributions) on an "AS IS" BASIS, WITHOUT WARRANTIES OR CONDITIONS OF ANY KIND, either express or implied, including, without limitation, any warranties or conditions of TITLE, NON-INFRINGEMENT, MERCHANTABILITY, or FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE.
  • Pagina 18 Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following conditions are met: * Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer. * Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
  • Pagina 19 Use is subject to license terms below. This distribution may include materials developed by third parties. Sun, Sun Microsystems, the Sun logo and Solaris are trademarks or registered trademarks of Sun Microsystems, Inc. in the U.S. and other countries. Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following conditions are met: * Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer.
  • Pagina 20 TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE. ---- Part 6: Cisco/BUPTNIC copyright notice (BSD) ----- Copyright (c) 2004, Cisco, Inc and Information Network Center of Beijing University of Posts and Telecommunications.
  • Pagina 21 SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
  • Pagina 22 FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
  • Pagina 23 MIT License Copyright (c) 1998, 1999, 2000 Thai Open Source Software Center Ltd Permission is hereby granted, free of charge, to any person obtaining a copy of this software and associated documentation files (the "Software"), to deal in the Software without restriction, including without limitation the rights to use, copy, modify, merge, publish, distribute, sublicense, and/or sell copies of the Software, and to permit persons to whom the Software is furnished to do so, subject to the following conditions:...
  • Pagina 24 * Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer. * Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution. * Neither the name of the University nor the names of its contributors may be used to endorse or promote products derived from this software without specific prior written permission.
  • Pagina 25 Basishandelingen Foto's afdrukken vanaf een computer Foto's afdrukken vanaf een smartphone/tablet Kopiëren Faxen...
  • Pagina 26 Foto's afdrukken vanaf een computer In dit gedeelte wordt beschreven hoe u foto's kunt afdrukken met My Image Garden. 1. Open de klep van de achterste lade (A) en trek de papiersteun (B) omhoog. 2. Open het klepje over de invoersleuf (C). 3.
  • Pagina 27 5. Sluit voorzichtig het klepje over de invoersleuf (E). Nadat u het klepje over de invoersleuf hebt gesloten, wordt het registratiescherm voor papiergegevens voor de achterste lade weergegeven op het aanraakscherm. 6. Selecteer het formaat en type van het geplaatste papier in de achterste lade bij Pg.form. (Page size) en Type en selecteer vervolgens Registreren (Register).
  • Pagina 28 7. Open het bedieningspaneel (F), trek de papieruitvoerlade (G) en de papieruitvoersteun (H) uit en open het verlengstuk van de uitvoerlade (I). Zorg dat u het bedieningspaneel opent voordat u gaat afdrukken. Als het bedieningspaneel niet geopend is, start de printer niet met afdrukken. 8.
  • Pagina 29 10. Klik op de map (L) met de foto's die u wilt afdrukken. 11. Klik op de foto's (M) die u wilt afdrukken. Voor Windows: Om twee of meer foto´s tegelijk te selecteren, klikt u op de foto´s terwijl u de Ctrl-toets ingedrukt houdt. Voor Mac OS: Om twee of meer foto´s tegelijk te selecteren, klikt u op de foto´s terwijl u de opdrachttoets ingedrukt houdt.
  • Pagina 30 Voor Mac OS: Geef het aantal exemplaren op. 14. Start het afdrukken. Voor Windows: Klik op Afdrukken (Print). Voor Mac OS: Klik op Afdrukken (Print). Wanneer het dialoogvenster Afdrukken wordt geopend, geeft u de printernaam, het papierformaat, enzovoort op en klikt u vervolgens op Afdrukken (Print). Opmerking •...
  • Pagina 31 Foto's afdrukken vanaf een smartphone/tablet In dit gedeelte wordt beschreven hoe u foto's kunt afdrukken met Canon PRINT Inkjet/SELPHY. Zie hieronder voor informatie over het downloaden van Canon PRINT Inkjet/SELPHY. Eenvoudig afdrukken vanaf een smartphone of tablet met Canon PRINT Inkjet/SELPHY 1.
  • Pagina 32 5. Sluit voorzichtig het klepje over de invoersleuf (E). Nadat u het klepje over de invoersleuf hebt gesloten, wordt het registratiescherm voor de achterste lade weergegeven op het LCD-scherm. 6. Selecteer het formaat en type van het geplaatste papier in de achterste lade bij Pg.form. (Page size) en Type en selecteer vervolgens Registreren (Register).
  • Pagina 33 8. Start (Canon PRINT Inkjet/SELPHY) op uw smartphone/tablet. 9. Selecteer Fotoafdruk (Photo Print) in Canon PRINT Inkjet/SELPHY. Er wordt een lijst weergegeven met foto's die zijn opgeslagen op uw smartphone/tablet. 10. Selecteer een foto.
  • Pagina 34 Kopiëren In dit gedeelte wordt beschreven hoe u originelen plaatst en deze kopieert op gewoon papier dat in de cassette is geplaatst. 1. Trek de cassette (A) uit de printer. 2. Verwijder de cassetteklep (B). 3. Als u papier van A4-formaat in de cassette wilt plaatsen, drukt u de vergrendeling (C) op de cassette omlaag en trekt u de cassette uit.
  • Pagina 35 Belangrijk • Trek de cassette niet uit als u papier met een ander formaat dan A4 in de cassette plaatst. 4. Plaats de papierstapel MET DE AFDRUKZIJDE NAAR BENEDEN. 5. Lijn de papiergeleiders (D) uit met de papierlengte en -breedte. 6.
  • Pagina 36 Nadat u de cassette in de printer hebt geplaatst, wordt het registratiescherm voor papiergegevens voor de cassette weergegeven op het aanraakscherm. 7. Selecteer het formaat van het geplaatste papier in de cassette bij Pg.form. (Page size) en selecteer vervolgens Registreren (Register). 8.
  • Pagina 37 9. Druk op de knop HOME (I). 10. Selecteer Kopiëren (Copy) (J). 11. Selecteer Standaardkopie (Standard copy). 12. Open de documentklep (K). 13. Plaats het origineel MET DE TE KOPIËREN ZIJDE NAAR BENEDEN en lijn het uit met de positiemarkering (L).
  • Pagina 38 14. Sluit de documentklep. 15. Controleer de papierinstellingen en druk vervolgens op de knop Zwart (Black) (M) of Kleur (Color) (N). Belangrijk • Wacht met het openen van de documentklep totdat het kopiëren is voltooid. Opmerking • Uw printer is uitgerust met nog veel meer handige kopieerfuncties. Kopiëren...
  • Pagina 39 Faxen Fax meerdere documenten in zwart-wit als volgt. 1. Open de documentlade (A). 2. Voer het document in MET DE TE SCANNEN ZIJDE OMHOOG. 3. Pas de documentgeleider (B) aan. 4. Druk op de knop HOME (C). 5. Selecteer Kopiëren (Copy) (D).
  • Pagina 40 6. Selecteer Voer het nummer in (Enter the number) (E). 7. Voer het faxnummer (F) in en selecteer OK (G). 8. Druk op de knop Zwart (Black) (H). Opmerking • Er zijn nog veel meer handige faxfuncties. Faxen...
  • Pagina 41 Netwerk Beschikbare verbindingsmethoden De volgende verbindingsmethoden zijn beschikbaar op de printer. • Draadloze verbinding Verbind de printer en apparaten (bijvoorbeeld computer/smartphone/tablet) via een draadloze router. Als u een draadloze router hebt, wordt het aanbevolen deze voor een draadloze verbinding te gebruiken. ◦...
  • Pagina 42 Klik hier voor meer informatie over de instelprocedure. Netwerkinstellingen wijzigen Zie hieronder voor het wijzigen van verbindingsinstellingen voor de printer en computer/smartphone/tablet. • Netwerkverbindingmethode wijzigen: Methode voor verbinding met draadloos LAN wijzigen Verbindingsmodus wijzigen • Een computer/smartphone/tablet toevoegen aan de printer: Verbinding maken met een andere computer via een LAN/De verbinding wijzigen van USB in LAN •...
  • Pagina 43 Beperkingen Als u een ander apparaat verbindt terwijl een apparaat (zoals een smartphone) al met de printer verbonden is, sluit het apparaat dan met dezelfde verbindingsmethode aan als waarmee u het verbonden apparaat hebt verbonden. Als u een andere verbindingsmethode gebruikt, wordt de verbinding met het in gebruik zijnde apparaat uitgeschakeld.
  • Pagina 44 Raadpleeg de handleiding bij de draadloze router of neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over het controleren of wijzigen van de instellingen van de router. • Als u een apparaat en de printer via Draadloos direct verbindt, is de internetverbinding mogelijk niet meer beschikbaar, afhankelijk van de omgeving.
  • Pagina 45 Tips voor de netwerkverbinding Standaardnetwerkinstellingen Er is een andere printer gevonden met dezelfde naam Verbinding maken met een andere computer via een LAN/De verbinding wijzigen van USB in LAN Netwerkinstellingen afdrukken Methode voor verbinding met draadloos LAN wijzigen...
  • Pagina 46 Inschakelen (Enable) WSD in/uitschakelen (Enable/disable WSD) Inschakelen (Enable) Time-outinstelling (Timeout setting) 15 minuten (15 minutes) Bonjour inschakelen/uitschakelen (Enable/disable Bonjour) Inschakelen (Enable) Servicenaam (Service name) Canon TR7500 series LPR-protocolinstelling (LPR protocol setting) Inschakelen (Enable) RAW-protocol (RAW protocol) Inschakelen (Enable) LLMNR Actief (Active)
  • Pagina 47 *1 'ab' wordt willekeurig toegewezen en 'XX' staat voor de laatste twee cijfers van het MAC-adres van de printer. (De waarde wordt opgegeven wanneer de printer de eerste keer wordt ingeschakeld.) *2 Het wachtwoord wordt automatisch opgegeven wanneer de printer de eerste keer wordt ingeschakeld.
  • Pagina 48 Er is een andere printer gevonden met dezelfde naam Wanneer de printer tijdens de installatie wordt gevonden, worden mogelijk andere printers met dezelfde naam weergegeven in het venster met detectieresultaten. Selecteer een printer waarbij u de printerinstellingen vergelijkt met die in het venster met detectieresultaten. •...
  • Pagina 49 Verbinding maken met een andere computer via een LAN/De verbinding wijzigen van USB in LAN Voor Windows: Voor Mac OS: Voor Windows: Als u een computer wilt toevoegen die verbinding maakt met de printer in een LAN of als u de verbinding wilt wijzigen van USB in LAN, voert u de installatie uit met behulp van de installatie-cd-rom of vanaf de webpagina.
  • Pagina 50 Netwerkinstellingen afdrukken Gebruik het bedieningspaneel om de huidige netwerkinstellingen van de printer af te drukken. Belangrijk • De afdruk van de netwerkinstellingen bevat belangrijke informatie over uw netwerk. Bewaar deze zorgvuldig. Zorg dat de printer is ingeschakeld. Plaats drie vellen normaal papier van A4- of Letter-formaat. 3.
  • Pagina 51 Diagnostic Result Diagnostisch resultaat XXXXXXXX Result Codes Resultaatcodes XXXXXXXX Result Code Details Details resultaatcode http://canon.com/ijnwt Wireless LAN Draadloos LAN Enable/Disable Infrastructure Infrastructuur Enable/Disable 3-2-1 Signal Strength Signaalsterkte 0 tot 100 [%] 3-2-2 Link Quality Verbindingkwaliteit 0 tot 100 [%] 3-2-3...
  • Pagina 52 3-2-21 Stateless Prefix Stateless prefixlengte Length2 3-2-22 Stateless Address3 Stateless adres 3 XXXX:XXXX:XXXX:XXXX XXXX:XXXX:XXXX:XXXX 3-2-23 Stateless Prefix Stateless prefixlengte Length3 3-2-24 Stateless Address4 Stateless adres 4 XXXX:XXXX:XXXX:XXXX XXXX:XXXX:XXXX:XXXX 3-2-25 Stateless Prefix Stateless prefixlengte Length4 3-2-26 Default Gateway1 Standaardgateway 1 XXXX:XXXX:XXXX:XXXX XXXX:XXXX:XXXX:XXXX 3-2-27 Default Gateway2...
  • Pagina 53 3-3-12 TCP/IPv6 TCP/IPv6 Enable/Disable 3-3-13 Link Local Address Lokaal adres koppe- XXXX:XXXX:XXXX:XXXX ling XXXX:XXXX:XXXX:XXXX 3-3-14 Link Local Prefix Lokale prefixlengte Length koppeling 3-3-15 IPsec IPsec-instelling Active 3-3-16 Security Protocol Beveiligingsmethode – Other Settings Overige instellingen – Printer Name Printernaam Printernaam (maximaal 15 alfanumerieke tekens) WSD Printing Instelling voor WSD Enable/Disable...
  • Pagina 54 5-20 Cert. Fin- Certificaatvingeraf- XXXXXXXX XXXXXXXX XXXXXXXX gerprt(SHA-1) druk (SHA-1) XXXXXXXX XXXXXXXX 5-21 Cert. Fin- Certificaatvingeraf- XXXXXXXX XXXXXXXX XXXXXXXX XXXXXXXX gerprt(SHA-256) druk (SHA-256) XXXXXXXX XXXXXXXX XXXXXXXX XXXXXXXX Bluetooth Bluetooth-instell. ― Bluetooth Setting Bluetooth Enable/Disable Bluetooth PIN Code Bluetooth-pincode XXXXXXXX Bluetooth Device Ad- Bluetooth-apparaata- XXXXXXXX dress...
  • Pagina 55 Methode voor verbinding met draadloos LAN wijzigen Voer een van onderstaande procedures uit om de methode voor verbinding met een draadloos LAN te wijzigen (infrastructuur of Draadloos direct). • Voor Windows: ◦ Voer de installatie opnieuw uit met behulp van de installatie-cd-rom of vanaf de webpagina. ◦...
  • Pagina 56 Omgaan met papier, originelen, inkttanks, enz. Papier plaatsen Originelen plaatsen Inkttanks vervangen...
  • Pagina 57 Papier plaatsen Papierbronnen Papier plaatsen in de achterste lade Papier plaatsen in de cassette Enveloppen plaatsen...
  • Pagina 58 Papierbronnen De printer heeft twee papierbronnen om papier in te voeren: de achterste lade (A) en de cassette (B). U kunt alle ondersteunde papiersoorten in de achterste lade plaatsen. Ondersteunde mediumtypen U kunt normaal papier van A4-, B5-, A5- of Letter-formaat in de cassette plaatsen. Opmerking •...
  • Pagina 59 • Als u normaal papier voor een proefafdruk uitknipt tot bijvoorbeeld 10 x 15 cm (4 x 6 inch) of 13 x 18 cm (5 x 7 inch), kan het papier vastlopen. Opmerking • Wij raden aan om origineel fotopapier van Canon te gebruiken voor het afdrukken van foto's. Raadpleeg Ondersteunde mediumtypen voor meer informatie over origineel Canon-papier.
  • Pagina 60 2. Open het klepje over de invoersleuf (C). 3. Schuif de papiergeleiders open en plaats het papier in het midden van de achterste lade MET DE AFDRUKZIJDE OMHOOG GERICHT. 4. Schuif de papiergeleiders (D) tegen de zijkanten van de papierstapel. Schuif de papiergeleiders niet te hard tegen het papier.
  • Pagina 61 Belangrijk • Plaats het papier altijd in de lengterichting (E). Wanneer u papier in de breedterichting plaatst (F), kan het papier vastlopen. Opmerking • Plaats het papier niet hoger dan de markering voor de maximumcapaciteit (G). 5. Sluit voorzichtig het klepje over de invoersleuf (H). Belangrijk •...
  • Pagina 62 Nadat u het klepje over de invoersleuf hebt gesloten, wordt het registratiescherm voor papiergegevens voor de achterste lade weergegeven op het aanraakscherm. 6. Selecteer het formaat en type van het geplaatste papier in de achterste lade bij Pg.form. (Page size) en Type en selecteer vervolgens Registreren (Register). 7.
  • Pagina 63 Opmerking • Wanneer u afdrukt, selecteert u het formaat en type van het geplaatste papier in het venster met afdrukinstellingen op het bedieningspaneel of op de computer. • Er zijn verschillende soorten papier, zoals papier met een speciale coating waarop foto’s met een optimale kwaliteit kunnen worden afgedrukt en papier dat geschikt is voor documenten.
  • Pagina 64 U kunt normaal papier van A4-, B5-, A5- of Letter-formaat in de cassette plaatsen. Opmerking • Zorg dat u alleen normaal papier in cassette plaatst. • U kunt normaal kopieerpapier of Canon Red Label Superior WOP111/Canon Océ Office Colour Paper SAT213 gebruiken. Ondersteunde mediumtypen voor het paginaformaat en het papiergewicht dat u kunt gebruiken voor deze printer.
  • Pagina 65 3. Verwijder de cassetteklep (B). 4. Als u papier van A4-formaat in de cassette wilt plaatsen, drukt u de vergrendeling (C) op de cassette omlaag en trekt u de cassette uit. Belangrijk • Trek de cassette niet uit als u papier met een ander formaat dan A4 in de cassette plaatst. 5.
  • Pagina 66 6. Plaats de papierstapel MET DE AFDRUKZIJDE NAAR BENEDEN in het midden van de cassette. Belangrijk • Plaats het papier altijd in de lengterichting (F). Als u papier in de breedterichting plaatst (G), kan het papier vastlopen. Opmerking • Lijn de papierstapel uit met de rand van de cassette, zoals in de onderstaande afbeelding. Als de papierstapel in contact komt met het uitstekende deel (H), wordt het papier mogelijk niet goed ingevoerd.
  • Pagina 67 7. Lijn de papiergeleider (I) aan de voorzijde uit met de papierstapel. Lijn de papiergeleider (I) zo uit dat deze op zijn plaats klikt. 8. Verschuif de papiergeleider (J) aan de rechterkant om deze uit te lijnen met de papierstapel. Schuif de papiergeleider niet te hard tegen het papier.
  • Pagina 68 10. Selecteer het formaat en type van het geplaatste papier in de cassette bij Pg.form. (Page size) en selecteer vervolgens Registreren (Register). 11. Open het bedieningspaneel (M), trek de papieruitvoerlade (N) en de papieruitvoersteun (O) uit en open het verlengstuk van de uitvoerlade (P). Zorg dat u het bedieningspaneel opent voordat u gaat afdrukken.
  • Pagina 69 Opmerking • Wanneer u afdrukt, selecteert u het formaat en type van het geplaatste papier in het venster met afdrukinstellingen op het bedieningspaneel of op de computer. • Om onjuiste afdrukken te voorkomen biedt deze printer een functie die detecteert of de gegevens die zijn ingesteld voor het papier in de cassette overeenkomen met de papierinstellingen.
  • Pagina 70 Enveloppen plaatsen U kunt DL-enveloppen en COM10-enveloppen in de achterste lade plaatsen. Het adres wordt automatisch geroteerd en afgedrukt aan de hand van de richting van de envelop, zoals opgegeven in het printerstuurprogramma. Belangrijk • Enveloppen afdrukken vanaf het bedieningspaneel of vanaf een met PictBridge (draadloos LAN) compatibel apparaat wordt niet ondersteund.
  • Pagina 71 1. Open de klep van de achterste lade (A) en trek de papiersteun (B) omhoog. 2. Open het klepje over de invoersleuf (C). 3. Schuif de papiergeleiders (D) open en plaats de enveloppen in het midden van de achterste lade MET DE AFDRUKZIJDE OMHOOG GERICHT. Vouw de klep van de envelop en plaats de envelop in de lengterichting met de adreszijde omhoog gericht.
  • Pagina 72 Opmerking • Plaats de enveloppen niet hoger dan de markering voor de maximumcapaciteit (E). 5. Sluit voorzichtig het klepje over de invoersleuf (F). Belangrijk • Als de klep van de invoersleuf is geopend, kan er geen papier worden ingevoerd. Zorg dat u de klep van de invoersleuf sluit.
  • Pagina 73 Nadat u het klepje over de invoersleuf hebt gesloten, wordt het registratiescherm voor papiergegevens voor de achterste lade weergegeven op het aanraakscherm. 6. Selecteer het formaat en type van de geplaatste enveloppen in de achterste lade bij Pg.form. (Page size) en Type en selecteer vervolgens Registreren (Register). 7.
  • Pagina 74 Opmerking • Nadat u enveloppen hebt geplaatst, selecteert u het formaat en type van de enveloppen in het venster met afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma. • Om onjuiste afdrukken te voorkomen biedt deze printer een functie die detecteert of de gegevens die zijn ingesteld voor het papier in de achterste lade overeenkomen met de papierinstellingen.
  • Pagina 75 Originelen plaatsen Waar moeten originelen worden geplaatst? Originelen op de glasplaat plaatsen Documenten in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen Plaatsing op basis van gebruik Ondersteunde originelen...
  • Pagina 76 Waar moeten originelen worden geplaatst? U kunt originelen op twee locaties in de printer plaatsen: de glasplaat en de ADF (automatische documentinvoer). Selecteer de positie waar u het origineel wilt plaatsen op basis van het formaat, type of de methode van gebruik.
  • Pagina 77 Originelen op de glasplaat plaatsen 1. Open de documentklep. 2. Plaats het origineel MET DE TE SCANNEN ZIJDE NAAR BENEDEN op de glasplaat. Plaatsing op basis van gebruik Belangrijk • Let op het volgende wanneer u het origineel op de glasplaat legt. •...
  • Pagina 78 Belangrijk • Let erop dat u de documentklep sluit nadat u het origineel op de glasplaat hebt geplaatst, voordat u begint met kopiëren of scannen.
  • Pagina 79 Documenten in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen Opmerking • Als u een document met optimale kwaliteit wilt scannen, plaatst u het op de glasplaat. 1. Controleer of alle originelen van de glasplaat zijn verwijderd. 2. Open de documentlade. 3. Duw het document in de documentlade totdat u een piepgeluid hoort. Plaats het document MET DE TE SCANNEN ZIJDE OMHOOG in de documentlade.
  • Pagina 81 Plaatsing op basis van gebruik Plaats het origineel op de juiste positie op de glasplaat op basis van de functie die u wilt gebruiken. Als u het origineel niet correct plaatst, wordt het mogelijk niet juist gescand. Originelen Functie Plaatsing Kopiëren of faxen Scannen door automatisch het type en formaat van het origineel te detecteren...
  • Pagina 82 Opmerking • Zie hieronder voor meer informatie over het scannen vanaf de computer en hoe u originelen moet plaatsen. • Voor Windows: Scannen vanaf een computer (Windows) • Voor Mac OS: Scannen vanaf een computer (AirPrint) Het origineel uitgelijnd met de positiemarkering plaatsen Plaats het origineel MET DE TE SCANNEN ZIJDE NAAR BENEDEN op de glasplaat en lijn het uit met de positiemarkering...
  • Pagina 83 Twee of meer originelen plaatsen op de glasplaat Plaats de originelen MET DE TE SCANNEN ZIJDE NAAR BENEDEN. Houd een ruimte van 1 cm (0,40 inch) of meer vrij tussen de randen (schuin gestreept gebied) van de glasplaat en de originelen, en tussen de originelen.
  • Pagina 84 Ondersteunde originelen glasplaat Item Details Typen originelen - Tekstdocumenten, tijdschriften of kranten - Afgedrukte foto, ansichtkaart, visitekaartje of schijf (bd/dvd/cd, enzo- voort) - Documenten die niet geschikt zijn voor de ADF Grootte (breedte x hoogte) Maximaal 216 x 297 mm (8,5 x 11,7 inch) Aantal Eén of meer vellen* Dikte...
  • Pagina 85 • Documenten met gaten • Gelijmde documenten • Documenten met plaknotities • Documenten op carbonpapier • Documenten op gecoat papier • Documenten op overtrekpapier of ander dun papier • Foto's of bijzonder dikke documenten...
  • Pagina 86 Inkttanks vervangen Inkttanks vervangen De inktstatus op het aanraakscherm controleren Inkttips...
  • Pagina 87 Inkttanks vervangen Wanneer de inkt opraakt of zich fouten voordoen, wordt het bericht op het aanraakscherm weergegeven om u op de hoogte te brengen van het probleem. Op dit moment kan de printer niet afdrukken of scannen. Neem de maatregelen die in het bericht worden beschreven. Er treedt een fout op Opmerking •...
  • Pagina 88 Belangrijk • Raak behalve de inkttanks geen andere delen aan. • Wees voorzichtig met de inkttank om vlekken op kleding en dergelijke te voorkomen. • Houd bij het weggooien van lege inkttanks rekening met de plaatselijke regelgeving met betrekking tot afvalverwerking. Opmerking •...
  • Pagina 89 5. Houd de inkttank vast met het oranje beschermkapje (E) omhoog en zorg dat u het Y- vormige luchtgat (D) niet blokkeert. 6. Til het lipje op het oranje beschermkapje (E) langzaam omhoog om het VOORZICHTIG te verwijderen. Belangrijk • Druk de zijkanten van de inkttank niet in. Als u de zijkanten van de inkttank indrukt en het Y- vormige luchtgat (D) wordt geblokkeerd, kan er inkt spatten.
  • Pagina 90 Controleer of de positie van de inkttank overeenkomt met die op het label. 8. Druk op de bovenkant van de inkttank totdat de inkttank stevig vast zit. Belangrijk • U kunt niet afdrukken als de inkttank onjuist is geplaatst. U moet de inkttank correct plaatsen, zoals is aangegeven op het label van de printkophouder.
  • Pagina 91 Opmerking • Als het foutbericht wordt weergegeven nadat de scaneenheid / klep is gesloten, voert u de vereiste stappen uit. Er treedt een fout op • De printer reinigt de printkop automatisch zodra u begint met afdrukken nadat u de inkttank hebt vervangen.
  • Pagina 92 De inktstatus op het aanraakscherm controleren 1. Controleer of het apparaat is ingeschakeld en geef het HOME-scherm weer. Als het HOME-scherm niet wordt weergegeven, drukt u op de knop HOME om het scherm weer te geven. 2. Selecteer Instellingen (Setup) op het HOME-scherm. Het bedieningspaneel gebruiken Het scherm Instellingenmenu (Setup menu) wordt weergegeven.
  • Pagina 93 Inkt wordt soms gebruikt om de optimale afdrukkwaliteit te behouden. Om de printerprestaties op peil te houden, wordt er op basis van de printerconditie door de Canon-printer een automatische reiniging uitgevoerd. Tijdens deze automatische reiniging wordt een kleine hoeveelheid inkt verbruikt.
  • Pagina 94 Onderhoud Als afdrukken vaag of ongelijkmatig zijn Onderhoudsfuncties uitvoeren vanaf de computer (Windows) Onderhoudsfuncties uitvoeren vanaf de computer (Mac OS) Reiniging...
  • Pagina 95 Als afdrukken vaag of ongelijkmatig zijn Onderhoudsprocedure Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken Controleraster voor de spuitopeningen bekijken De printkop reinigen Dieptereiniging van de printkop De Printkop uitlijnen...
  • Pagina 96 Onderhoudsprocedure Als de afdrukresultaten vaag zijn, kleuren niet correct worden afgedrukt of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten (bijvoorbeeld omdat lijnen niet evenwijdig worden afgedrukt), voert u de onderstaande onderhoudsprocedure uit. Belangrijk • Spoel de printkop en inkttank niet af en veeg ze niet schoon. Dit kan allerlei problemen met de printkop en inkttank veroorzaken.
  • Pagina 97 Reinig de printkop. Stap 3 Vanaf de printer De printkop reinigen Vanaf de computer • Voor Windows: De printkoppen reinigen • Voor Mac OS: De printkoppen reinigen Druk na het reinigen van de printkop het controleraster voor spuitopeningen af en controleer dit: Stap 1 Als het probleem niet is opgelost nadat u stap 1 tot en met stap 3 tweemaal hebt uitgevoerd: Voer een diepte-reiniging van de printkop uit.
  • Pagina 98 Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopening van printkop wordt gespoten. Opmerking • Als de inkt bijna op is, wordt het controleraster niet goed afgedrukt. Vervang de inkttank die bijna leeg U moet het volgende voorbereiden: een vel gewoon papier van A4- of Letter-formaat...
  • Pagina 99 6. Selecteer Controleraster spuitopening afdr. (Print nozzle check pattern). Het bevestigingsscherm wordt weergegeven. 7. Selecteer Ja (Yes). Het controleraster voor de spuitopeningen wordt afgedrukt en er worden twee bevestigingsschermen op het aanraakscherm weergegeven. Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen.
  • Pagina 100 Controleraster voor de spuitopeningen bekijken Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen en reinig zo nodig de printkop. 1. Controleer of er lijnen ontbreken in raster C en controleer of raster D horizontale witte strepen bevat. A: Geen ontbrekende lijnen/geen horizontale witte strepen B: Lijnen ontbreken/er zijn horizontale witte strepen aanwezig 2.
  • Pagina 101 Voor B (lijnen ontbreken of er zijn horizontale witte strepen aanwezig) in raster C of raster D of in beide rasters: De reiniging is vereist. Selecteer Ook B (Also B) en selecteer daarna Ja (Yes) in het bevestigingsscherm voor de reiniging. De printer start het reinigen van de printkop.
  • Pagina 102 De printkop reinigen De printkop moet worden gereinigd als er in het afgedrukte controleraster voor de spuitopeningen lijnen ontbreken of horizontale witte strepen worden weergegeven. Door een reiniging uit te voeren worden de spuitopeningen vrij gemaakt en de toestand van de printkop hersteld. Bij het reinigen van de printkop wordt inkt verbruikt.
  • Pagina 103 Het bevestigingsscherm wordt weergegeven. 7. Selecteer Ja (Yes). De printer start het reinigen van de printkop. Voer geen andere handelingen uit tot de printer klaar is met het reinigen van de printkop. Dit duurt ongeveer 1 minuut. Het bevestigingsscherm voor het afdrukraster wordt weergegeven. 8.
  • Pagina 104 Dieptereiniging van de printkop Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd door de normale reiniging van de printkop, moet u een diepte- reiniging van de printkop uitvoeren. Bij een diepte-reiniging van de printkop wordt meer inkt verbruikt dan bij een normale reiniging van de printkop. Het is daarom raadzaam de diepte-reiniging van de printkop alleen uit te voeren als het echt nodig is.
  • Pagina 105 Het bevestigingsscherm wordt weergegeven. 7. Selecteer Ja (Yes). De printer start de diepte-reiniging van de printkop. Voer geen andere handelingen uit totdat de printer klaar is met de diepte-reiniging van de printkop. Dit duurt 1 tot 2 minuten. Het bevestigingsscherm voor het afdrukraster wordt weergegeven. 8.
  • Pagina 106 De Printkop uitlijnen Als de afgedrukte lijnen niet evenwijdig zijn of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten, dient u de positie van de printkop aan te passen. Opmerking • Als de inkt bijna op is, wordt het uitlijningsblad niet correct afgedrukt. Vervang de inkttank die bijna leeg is.
  • Pagina 107 5. Selecteer Onderhoud (Maintenance). Het scherm Onderhoud (Maintenance) wordt weergegeven. 6. Selecteer Printkop automatisch uitlijnen (Auto head alignment). Het bevestigingsscherm wordt weergegeven. 7. Bevestig het bericht en selecteer vervolgens Ja (Yes). Het uitlijningsblad wordt afgedrukt. Belangrijk • Raak de afdruk op het uitlijningsblad niet aan. Als het blad vlekken vertoont of gekreukt is, wordt het mogelijk niet juist gescand.
  • Pagina 108 8. Bevestig het bericht en leg het uitlijningsblad voor de printkop op de glasplaat. Plaats het uitlijningsblad voor de printkop MET DE BEDRUKTE ZIJDE OMLAAG en zorg dat de markering in de rechteronderhoek van het blad is uitgelijnd met de positiemarkering 9.
  • Pagina 109 Reiniging De buitenkanten reinigen De glasplaat en de documentklep reinigen De ADF (automatische documentinvoer) reinigen Papierinvoerrollen reinigen Binnenkant van de printer reinigen (reiniging onderste plaat) Cassettekussentjes reinigen...
  • Pagina 110 Papierinvoerrollen reinigen Als de papierinvoerrol vuil is of als er papierstof op ligt, wordt het papier mogelijk niet goed ingevoerd. Reinig in dat geval de papierinvoerrol. Als u de papierinvoerrol reinigt, slijt deze. Reinig de rol daarom alleen als dat nodig is. U moet het volgende voorbereiden: drie vellen gewoon papier van A4- of Letter-formaat 1.
  • Pagina 111 9. Controleer of de papierinvoerrol gestopt is met draaien en volg de aanwijzingen in het bericht door de drie vellen gewoon papier van A4- of Letter-formaat te plaatsen. 10. Open het bedieningspaneel en trek vervolgens de papieruitvoerlade eruit. 11. Selecteer OK. De printer begint met de reiniging.
  • Pagina 112 Binnenkant van de printer reinigen (reiniging onderste plaat) Hiermee verwijdert u vlekken van de binnenkant van de printer. Als het binnenste van het printer vuil wordt, kan bedrukt papier ook vuil worden. Daarom raden we u aan de binnenkant van het apparaat regelmatig te reinigen.
  • Pagina 113 9. Vouw één zijde van het geopende papier nogmaals doormidden, waarbij u de rand uitlijnt met de vouw in het midden. Vouw het papier daarna weer open en selecteer OK. 10. Plaats alleen dit vel papier in de cassette met de rug van de vouwen naar boven gericht, waarbij de rand van de helft zonder vouw van u af is gericht.
  • Pagina 114 14. Selecteer OK in het voltooiingsbericht. Opmerking • Gebruik een nieuw vel papier wanneer u de onderplaat opnieuw reinigt. Als het probleem zich blijft voordoen nadat u de onderste plaat nogmaals hebt gereinigd, zijn de uitstekende delen aan de binnenkant van het printer mogelijk vuil. Veeg inktresten op uitstekende delen weg met bijvoorbeeld een wattenstaafje.
  • Pagina 115 Overzicht Veiligheid Veiligheidsvoorschriften Informatie over regelgeving WEEE (EU EN EEA) Voorzorgsmaatregelen voor transport Afdruktaken annuleren Juridische beperkingen bij scannen/kopiëren Uw printer transporteren De printer repareren, lenen of wegdoen Een hoge afdrukkwaliteit handhaven Hoofdonderdelen en hun gebruik Hoofdonderdelen Stroomvoorziening Het bedieningspaneel gebruiken Cijfers, letters en symbolen invoeren Instellingen wijzigen Printerinstellingen vanaf de computer wijzigen (Windows)
  • Pagina 116 Veiligheid Veiligheidsvoorschriften Informatie over regelgeving WEEE (EU&EEA)
  • Pagina 117 Veiligheidsvoorschriften Een locatie kiezen • Installeer de printer op een stabiele plaats die vrij van trillingen is. • Installeer de printer niet op een plaats die zeer vochtig of stoffig is en niet in direct zonlicht, buitenshuis of dicht bij een warmtebron. U kunt het risico van brand of elektrische schokken beperken door de printer te gebruiken in de werkingsomgeving die staat aangegeven in de Specificaties.
  • Pagina 118 Informatie over regelgeving Over radiogolven Gebruik dit product niet in de buurt van medische apparatuur of elektronische apparatuur. Storingen door radiogolven kunnen van invloed zijn op de werking of de prestaties van de apparatuur. Environmental Information Reducing your environmental impact Power Consumption and Operational Modes The amount of electricity a device consumes depends on the way the device is used.
  • Pagina 119 For more information about where you can drop off your waste equipment for recycling, please contact your local city office, waste authority, approved WEEE scheme or your household waste disposal service. For more information regarding return and recycling of WEEE products, please visit www.canon- europe.com/weee.
  • Pagina 120 U kunt ook het schema voor de afvoer van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) raadplegen. Ga voor meer informatie over het inzamelen en recyclen van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur naar www.canon- europe.com/weee.
  • Pagina 121 Si desea más información acerca de la devolución y reciclado de RAEE, visite la web www.canon-europe.com/weee. Només per a la Unió Europea i a l’Espai Econòmic Europeu (Noruega, Islàndia i Liechtenstein) Aquest símbol indica que aquest producte no s’ha de llençar a les escombraries de la llar, d’acord amb la...
  • Pagina 122 Yderligere oplysninger om, hvor du kan bortskaffe dit elektronikaffald med henblik på genanvendelse, får du hos de kommunale renovationsmyndigheder. Yderligere oplysninger om returnering og genanvendelse af affald af elektrisk og elektronisk udstyr får du ved at besøge www.canon- europe.com/weee.
  • Pagina 123 Du kan få mer informasjon om hvor du kan avhende utrangert utstyr til resirkulering ved å kontakte lokale myndigheter, et godkjent WEEE-program eller husholdningens renovasjonsselskap. Du finner mer informasjon om retur og resirkulering av WEEE-produkter på www.canon-europe.com/weee. Vain Euroopan unionin sekä ETA:n (Norja, Islanti ja Liechtenstein) alueelle.
  • Pagina 124 úřad vaší obce, správní orgán vykonávající dozor nad likvidací odpadu, sběrny OEEZ nebo služba pro odvoz komunálního odpadu. Další informace týkající se vracení a recyklace OEEZ naleznete na adrese www.canon-europe.com/weee. Csak az Európai Unió és az EGT (Norvégia, Izland és Liechtenstein) országaiban...
  • Pagina 125 WEEE lub skontaktować się z przedsiębiorstwem zajmującym się wywozem odpadów domowych. Więcej informacji o zwracaniu i recyklingu zużytego sprzętu elektrycznego i elektronicznego znajduje się w witrynie www.canon-europe.com/weee. Platí len pre štáty Európskej únie a EHP (Nórsko, Island a Lichtenštajnsko) Tento symbol znamená, že podľa Smernice 2012/19/EÚ...
  • Pagina 126 į savo miesto valdžios institucijas, atliekų tvarkymo organizacijas, patvirtintų EEĮ atliekų sistemų arba jūsų buitinių atliekų tvarkymo įstaigų atstovus. Išsamesnės informacijos apie EEĮ atliekų grąžinimo ir perdirbimo tvarką galite rasti apsilankę tinklalapyje www.canon- europe.com/weee. Samo za Evropsko unijo in EGP (Norveška, Islandija in Lihtenštajn)
  • Pagina 127 OEEO. Če želite več informacij o vračanju in recikliranju izdelkov v skladu z direktivo OEEO, obiščite www.canon-europe.com/weee. Само за Европейския съюз и ЕИП (Норвегия, Исландия и Лихтенщайн) Този...
  • Pagina 128 şi reciclarea produselor DEEE, vizitaţi www.canon-europe.com/ weee. Samo za Europsku uniju i EEZ (Norveška, Island i Lihtenštajn) Ovaj simbol pokazuje da se ovaj proizvod ne smije odlagati s kućnim otpadom sukladno WEEE Direktivi (2012/19/EC) i vašem nacionalnom zakonu. Ovaj proizvod je potrebno predati na posebno mjesto za sakupljanje otpada, npr.
  • Pagina 129 Voorzorgsmaatregelen voor transport Afdruktaken annuleren Juridische beperkingen bij scannen/kopiëren Uw printer transporteren De printer repareren, lenen of wegdoen Een hoge afdrukkwaliteit handhaven...
  • Pagina 130 Juridische beperkingen bij scannen/kopiëren Scannen, afdrukken, kopiëren of wijzigen van exemplaren van het volgende kan wettelijk strafbaar zijn. Deze lijst is niet volledig. Raadpleeg in geval van twijfel een plaatselijke jurist. • Papiergeld • Postwissels • Stortingsbewijzen • Postzegels (gestempeld of ongestempeld) •...
  • Pagina 131 Uw printer transporteren Let op het volgende wanneer u de printer vervoert. Belangrijk • Pak de printer in een stevige doos in en zorg dat de printer rechtop staat (de onderzijde bevindt zich aan de onderkant). Gebruik voldoende beschermend materiaal om een veilig transport te garanderen. •...
  • Pagina 132 7. Zet met plakband alle kleppen van de printer vast, zodat deze tijdens het vervoer niet kunnen opengaan. Verpak de printer vervolgens in de plastic zak. 8. Bevestig het beschermende materiaal aan de printer wanneer u de printer in de doos plaatst.
  • Pagina 133 Gegevens waarvan een reservekopie is gemaakt, kunnen worden hersteld naar de gerepareerde printer of een andere Canon-printer. Ontvangers registreren met het hulpprogramma Snelkiezen2 (Windows)
  • Pagina 134 Een hoge afdrukkwaliteit handhaven Voor een optimale afdrukkwaliteit is het belangrijk dat de printkop niet uitdroogt of verstopt raakt. Houd u altijd aan de volgende richtlijnen voor een optimale afdrukkwaliteit. Opmerking • Afhankelijk van het type papier kan de inkt vervagen als het afdrukgebied met een merk- of markeerstift is aangeraakt of uitlopen als het afdrukgebied met water of transpiratievocht in aanraking is geweest.
  • Pagina 135 Hoofdonderdelen en hun gebruik Hoofdonderdelen Stroomvoorziening Het bedieningspaneel gebruiken Cijfers, letters en symbolen invoeren...
  • Pagina 136 Hoofdonderdelen Vooraanzicht Achteraanzicht Binnenaanzicht Bedieningspaneel...
  • Pagina 137 Vooraanzicht (1) bedieningspaneel Gebruik het bedieningspaneel om de printerinstellingen te wijzigen of de printer te bedienen. Bedieningspaneel (2) ADF (automatische documentinvoer) Plaats hier een document. Documenten die in de documentlade worden geplaatst, worden automatisch vel voor vel gescand. Documenten in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen (3) klep van documentinvoer Open deze klep om vastgelopen documenten te verwijderen.
  • Pagina 138 (8) achterste lade Plaats hier papier. Er kunnen twee of meer vellen papier van hetzelfde formaat en type tegelijk worden geplaatst. Het papier wordt automatisch met één vel tegelijk ingevoerd. Papier plaatsen in de achterste lade Enveloppen plaatsen (9) papiergeleiders Schuif beide geleiders tegen beide zijden van de stapel papier aan.
  • Pagina 139 (19) glasplaat Plaats hier een origineel.
  • Pagina 140 Achteraanzicht (1) achterklep Verwijder deze klep als u vastgelopen papier verwijdert. (2) transporteenheidklep Open deze klep wanneer u vastgelopen papier wilt verwijderen. (3) netsnoeraansluiting Hier kunt u het meegeleverde netsnoer aansluiten. (4) USB-poort Sluit hier de USB-kabel aan om de printer op een computer aan te sluiten. (5) telefoonaansluiting Hier kunt u de telefoonlijn aansluiten.
  • Pagina 141 Binnenaanzicht (1) scaneenheid / klep Deze eenheid wordt gebruikt voor het scannen van originelen. Open het bedieningspaneel als u een inkttank wilt vervangen of vastgelopen papier uit de printer wilt verwijderen. (2) printkophouder De printkop is vooraf geïnstalleerd. Opmerking • Zie Inkttanks vervangen voor informatie over het vervangen van een inkttank.
  • Pagina 142 Bedieningspaneel * Ter illustratie branden alle lampjes op het bedieningspaneel in de onderstaande afbeelding. (1) AAN (ON)-knop/AAN (ON)-lampje Hiermee kunt u het apparaat aan- of uitzetten. Dit lampje knippert en brandt vervolgens wanneer het apparaat wordt aangezet. De documentklep moet gesloten zijn als het apparaat wordt aangezet. (2) Knop HOME Wordt gebruikt om het scherm HOME weer te geven.
  • Pagina 143 Stroomvoorziening Controleer of de printer is ingeschakeld De printer in- en uitschakelen De stekker/het netsnoer controleren. De printer loskoppelen...
  • Pagina 144 Controleer of de printer is ingeschakeld Het AAN (ON)-lampje brandt wanneer de printer is ingeschakeld. Als het AAN (ON)-lampje brandt, is de printer ingeschakeld, zelfs als het aanraakscherm uit is. Opmerking • Het kan enige tijd duren voordat de printer met afdrukken begint nadat u de printer hebt ingeschakeld. •...
  • Pagina 145 De printer in- en uitschakelen De printer inschakelen 1. Druk op de knop AAN (ON) om de printer in te schakelen. Het AAN (ON)-lampje knippert en blijft daarna branden. Controleer of de printer is ingeschakeld Opmerking • Het kan enige tijd duren voordat de printer met afdrukken begint nadat u de printer hebt ingeschakeld.
  • Pagina 146 Belangrijk • Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt nadat u de printer hebt uitgeschakeld, controleert u of het AAN (ON)-lampje uit is. Opmerking • U kunt de printer laten uitschakelen wanneer gedurende een bepaalde periode geen bewerkingen worden uitgevoerd of geen afdruktaken naar de printer zijn gestuurd. Deze functie is standaard ingeschakeld.
  • Pagina 147 De stekker/het netsnoer controleren. Koppel het netsnoer eenmaal per maand los om te controleren of geen van de onderstaande onregelmatigheden zich voordoet bij de stekker of het netsnoer. • De stekker/het netsnoer is heet. • De stekker/het netsnoer is roestig. •...
  • Pagina 148 De printer loskoppelen Volg de onderstaande procedure om de stekker uit het stopcontact te trekken. Belangrijk • Wanneer u het netsnoer loskoppelt, drukt u op de knop AAN (ON) en controleert u daarna of het AAN (ON)-lampje uit is. Wanneer u de stekker uit het stopcontact trekt terwijl het AAN (ON)-lampje brandt of knippert, kan de printkop uitdrogen of verstopt raken en kan de afdrukkwaliteit minder worden.
  • Pagina 149 Het bedieningspaneel gebruiken Het bedieningspaneel bestaat uit het aanraakscherm (A) en knoppen (B). Raak het HOME-scherm op het aanraakscherm aan met uw vingertop om menu's te selecteren voor kopiëren, scannen en andere functies. Bewerkingen in het HOME-scherm A: aanraakscherm Basishandelingen op het aanraakscherm B: Knoppen op het bedieningspaneel Basishandelingen op het aanraakscherm Raak het aanraakscherm licht aan met uw vingertop of beweeg uw vinger om verschillende functies of...
  • Pagina 150 Aanraken Licht aanraken met uw vingertop. Als u menu´s of foto´s continu wilt doorlopen (voor- en achterwaarts), laat u het teken voor vooruit of terug niet los. Vegen Veeg uw vinger omhoog, omlaag, naar links of naar rechts over het scherm. Hiermee schakelt u over naar een ander menu of bladert u voor- of achterwaarts door foto´s.
  • Pagina 151 Bewerkingen in het HOME-scherm Geef het menuscherm of het instellingenscherm weer vanuit het HOME-scherm. C. Basismenu Selecteer of u wilt kopiëren of scannen met behulp van het bedieningspaneel. Nadat een basismenu is geselecteerd, worden de specifieke menu's weergegeven. D. Netwerkstatus (Network status) Hiermee wordt de huidige netwerkstatus weergegeven.
  • Pagina 152 (Signaalsterkte: 50% of minder): Er kunnen problemen optreden, bijvoorbeeld dat de printer niet kan afdrukken. Plaats de printer in de buurt van de draadloze router. Het draadloze LAN is ingeschakeld, maar de printer is niet verbonden met de draadloze router. Draadloos direct is ingeschakeld.
  • Pagina 153 Cijfers, letters en symbolen invoeren Wanneer u namen van gebruikers of ontvangers of andere gegevens invoert, kunt u tekens invoeren of bewerken door ze op het scherm te selecteren. De invoermodus wijzigen De printer heeft een invoermodus voor letters en nog een voor cijfers en symbolen. Als u wilt schakelen tussen de modi, tikt u linksonder op (A).
  • Pagina 154 Cijfers, letters en symbolen invoeren of bewerken Voer gegevens als volgt in. • Het invoegpunt (cursorpositie) verplaatsen in het invoerveld (C) Tik op (D). • Een ingevoerd teken verwijderen Verplaats de cursor naar het teken dat u wilt verwijderen en tik op (E).
  • Pagina 155 Instellingen wijzigen Printerinstellingen vanaf de computer wijzigen (Windows) Printerinstellingen vanaf de computer wijzigen (Mac OS) Instellingen wijzigen vanaf het bedieningspaneel...
  • Pagina 156 Printerinstellingen vanaf de computer wijzigen (Windows) Afdrukopties wijzigen Een veelgebruikt afdrukprofiel registreren De te gebruiken inkttank instellen De stroomvoorziening van de Printer beheren De bedieningsmodus van de Printer aanpassen...
  • Pagina 157 Afdrukopties wijzigen U kunt de gedetailleerde instellingen van het printerstuurprogramma wijzigen voor afdrukgegevens die worden verzonden vanuit een toepassing. Schakel dit selectievakje in als een deel van de afbeeldingsgegevens wordt afgesneden, de papierbron tijdens het afdrukken verschilt van de instellingen in het stuurprogramma, of als het afdrukken mislukt. 1.
  • Pagina 158 Wijzig desgewenst de instelling van elk item en klik op OK. Het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) wordt opnieuw weergegeven.
  • Pagina 159 Een veelgebruikt afdrukprofiel registreren U kunt een veelgebruikt afdrukprofiel registreren bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). Afdrukprofielen die u niet meer nodig hebt, kunt u op elk gewenst moment verwijderen. Een afdrukprofiel registreren 1.
  • Pagina 160 4. Sla de instellingen op Geef een naam op in het veld Naam (Name). Klik zo nodig op Opties... (Options...) om opties in te stellen en klik vervolgens op OK. Klik in het dialoogvenster Veelgebruikte instellingen opslaan (Save Commonly Used Settings) op OK om de afdrukinstellingen op te slaan en terug te keren naar het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
  • Pagina 161 De te gebruiken inkttank instellen Met deze functie kunt u de meest geschikte inkttank van de geïnstalleerde inkttanks opgeven voor een bepaald doel. 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Klik op Afdrukopties... (Print Options...) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) Het dialoogvenster Afdrukopties (Print Options) wordt weergegeven.
  • Pagina 162 De stroomvoorziening van de Printer beheren Met deze functie kunt u de stroomvoorziening van de printer vanuit de Canon IJ Printer Assistant Tool beheren. Printer uit (Power Off) Met de functie Printer uit (Power Off) schakelt u de printer uit. Wanneer u deze functie gebruikt, kunt u de printer niet inschakelen vanuit de Canon IJ Printer Assistant Tool.
  • Pagina 163 (Disable) op dezelfde manier in de lijst. Opmerking • Als de printer wordt uitgeschakeld, hangt het bericht van de Canon IJ-statusmonitor af van de instelling voor Printer automatisch aan (Auto Power On). Wanneer Inschakelen (Enable) is geselecteerd, wordt een bericht weergegeven dat de printer stand-by staat.
  • Pagina 164 Schakel dit selectievakje in om schuring van papier te voorkomen. Koppen handmatig uitlijnen (Align heads manually) De functie Uitlijning printkop (Print Head Alignment) in de Canon IJ Printer Assistant Tool is normaliter ingesteld op automatische uitlijning. U kunt dit echter wijzigen in handmatige uitlijning.
  • Pagina 165 Niet-overeenkomende pap.instel. niet detect. bij afdr. vanaf comp. (Don't detect mismatch of paper settings when printing from computer) Als u documenten afdrukt vanaf uw computer en de papierinstellingen in het printerstuurprogramma en de papiergegevens die op de printer zijn geregistreerd niet overeenkomen, schakelt deze instelling de berichtweergave uit en kunt u doorgaan met afdrukken.
  • Pagina 166 Instellingen wijzigen vanaf het bedieningspaneel Instellingen wijzigen vanaf het bedieningspaneel Items instellen op het bedieningspaneel Faxinstellingen Afdrukinstell. LAN-instellingen Gebruikersinstellingen apparaat PictBridge-afdrukinstellingen Taal kiezen Firmware bijwerken Invoerinstellingen Instelling herstellen Webservice instellen Systeeminformatie ECO-instellingen Stille instelling...
  • Pagina 167 Instellingen wijzigen vanaf het bedieningspaneel In dit gedeelte wordt de procedure voor het wijzigen van de instellingen in het scherm Apparaatinstellingen (Device settings) beschreven. Daarbij worden de stappen voor het opgeven van de optie Uitbreiding kopiehoeveelheid (Extended copy amount) als voorbeeld genomen. Zorg dat de printer is ingeschakeld.
  • Pagina 168 Voor meer informatie over het instellen van items op het bedieningspaneel: Items instellen op het bedieningspaneel...
  • Pagina 169 Items instellen op het bedieningspaneel Items voor de printer Faxinstellingen Gebruikersinstellingen apparaat Webservice instellen Taal kiezen ECO-instellingen Stille instelling Items voor papier/afdrukken Afdrukinstell. Invoerinstellingen PictBridge-afdrukinstellingen Items voor onderhoud/beheer Systeeminformatie Firmware bijwerken LAN-instellingen Instelling herstellen...
  • Pagina 170 Faxinstellingen Gebruikersinstellingen FAX (FAX user settings) Geavanceerde faxinstellingen (Advanced FAX settings) Automatische afdrukinstellingen (Auto print settings) Beveiligingsbeheer (Security control) Handmatige instelling (Easy setup) Opmerking • Voordat u deze instellingen wijzigt, kunt u de huidige instellingen controleren door de LIJST GEBRUIKERSGEGEVENS (USER'S DATA LIST) af te drukken. Overzicht van rapporten en lijsten Gebruikersinstellingen FAX (FAX user settings) •...
  • Pagina 171 • Automatische nummerherhaling (Auto redial) Hiermee schakelt u automatische nummerherhaling in of uit. Als u AAN (ON) selecteert, kunt u het maximale aantal pogingen voor automatische nummerherhaling instellen, evenals de tijd die de printer tussen de pogingen wacht. • Kiestoondetectie (Dial tone detect) Met deze functie kunt u voorkomen dat het verzenden mislukt omdat het apparaat tegelijkertijd een fax verzendt en ontvangt.
  • Pagina 172 ◦ TX-startsnelheid (TX start speed) Hiermee selecteert u de verzendsnelheid voor faxen. De startsnelheid voor het verzenden van faxen is hoger als de waarde hoger is. Als de telefoonlijn of verbinding slecht is, kunt u verzendingsproblemen verhelpen door een lagere startsnelheid voor verzenden te selecteren.
  • Pagina 173 Als u het RX RAPPORT (RX REPORT) afdrukt, selecteert u Alleen fout afdrukken (Print error only) of Afdrukken voor elke RX (Print for each RX). • Afdrukken bij geen inkt (Print when out of ink) Hiermee kunt u instellen of de printer ontvangen faxen moeten blijven afdrukken zonder deze op te slaan in het printergeheugen wanneer de inkt op is.
  • Pagina 174 Handmatige instelling (Easy setup) De printer moet worden ingesteld op basis van uw telefoonlijn en het gebruik van de faxfunctie. Volg de procedure volgens de instructies op het aanraakscherm. Opmerking • U kunt de instellingen afzonderlijk opgeven of u kunt geavanceerde instellingen opgeven. Meer informatie over het opgeven van de instelling: Het faxen voorbereiden...
  • Pagina 175 Afdrukinstell. • Papierschuring voorkomen (Prevent paper abrasion) Gebruik deze instelling alleen als er vlekken op het afdrukoppervlak ontstaan. Belangrijk • Stel dit item na het afdrukken weer in op UIT (OFF), omdat dit tot een lagere afdruksnelheid of - kwaliteit kan leiden. •...
  • Pagina 176 LAN-instellingen Draadloos LAN (Wireless LAN) Draadloos direct (Wireless Direct) Algemene instellingen (Common settings) Draadloos LAN (Wireless LAN) • Draadloos LAN actief/inactief (WLAN active/inactive) Draadloos LAN inschakelen/uitschakelen. • Draadloos LAN instellen (Wireless LAN setup) Hiermee selecteert u de instelmethode voor de draadloze LAN-verbinding. ◦...
  • Pagina 177 De volgende items worden weergegeven. (Sommige instellingen worden niet weergegeven, afhankelijk van de printerinstellingen.) Items Instelling SSID XXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXX (maximaal 32 tekens) Beveiliging draadloos LAN (Wireless LAN securi- Inactief/WEP(64bit)/WEP(128bit)/WPA-PSK(TKIP)/ WPA-PSK(AES)/WPA2-PSK(TKIP)/WPA2-PSK(AES) Signaalsterkte (%) (Signal strength (%)) IPv4-adres (IPv4 address) XXX. XXX. XXX. XXX (12 tekens) IPv4-subnetmasker (IPv4 subnet mask) XXX.
  • Pagina 178 Als u Ja (Yes) selecteert, wordt het bevestigingsscherm weergegeven wanneer een Wi-Fi Direct- compatibel apparaat verbinding maakt met de printer. • Lijst instellingen Draadloos direct (Wireless Direct setting list) De lijst met instellingen voor draadloos direct van deze printer wordt op het aanraakscherm weergegeven.
  • Pagina 179 Vingerafd. hoofdcert. (SHA-256) (Root cert. thumbprint XXXXXXXX XXXXXXXX XXXXXXXX (SHA-256)) XXXXXXXX XXXXXXXX XXXXXXXX XXXXXXXX XXXXXXXX ('XX' staat voor alfanumerieke tekens.) Algemene instellingen (Common settings) • Printernaam instellen (Set printer name) Hiermee geeft u de printernaam op. U kunt maximaal 15 tekens voor de naam invoeren. Opmerking •...
  • Pagina 180 Als u Inschakelen (Enable) selecteert, kunt u Bonjour gebruiken om de netwerkinstellingen uit te voeren. ◦ Servicenaam (Service name) Hiermee geeft u de Bonjour-servicenaam op. U kunt maximaal 48 tekens voor de naam invoeren. Opmerking • U kunt niet dezelfde servicenaam gebruiken als een naam die in gebruik is voor andere op het LAN aangesloten apparaten.
  • Pagina 181 Gebruikersinstellingen apparaat • Instelling datum/tijd (Date/time setting) Hiermee kunt u de huidige datum en tijd instellen. Voor meer informatie over de procedure: Informatie over de afzender instellen • Indeling datumweergave (Date display format) Hiermee wordt de weergavenotatie van datums gewijzigd. •...
  • Pagina 182 • Deze instelling is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het land of de regio van aankoop. • Instelling verz. apparaatinfo (Device info sending settings) Hiermee selecteert u of de gebruiksgegevens van de printer naar de Canon-server worden verzonden. De informatie die naar Canon is verzonden, wordt gebruikt om betere producten te ontwikkelen.
  • Pagina 183 Toont de lijst met gekoppelde Bluetooth-compatibele apparaten. Als u het gekoppelde Bluetooth- compatibele apparaat wilt verwijderen, selecteert u een Bluetooth-compatibel apparaat in de lijst. ◦ Pincode controleren/wijzigen (Check/change PIN code) Hier kunt u de pincode controleren en wijzigen. Belangrijk • Als u de pincode wijzigt, wordt de koppeling met alle Bluetooth-compatibele apparaten geannuleerd.
  • Pagina 184 Taal kiezen Hiermee wijzigt u de taal voor berichten en menu's op het aanraakscherm.
  • Pagina 185 Firmware bijwerken U kunt de firmware van de printer bijwerken, de firmwareversie controleren of instellingen selecteren voor een meldingsscherm, een DNS-server en een proxyserver. Opmerking • Als Inactief (Inactive) is geselecteerd voor Draadloos LAN actief/inactief (WLAN active/inactive) of Draadloos LAN (Wireless LAN) bij LAN-instellingen (LAN settings), is alleen Huidige versie controleren (Check current version) beschikbaar.
  • Pagina 186 Invoerinstellingen Door het papierformaat en het mediumtype van het in de achterste lade of in de cassette geplaatste papier te registreren, kunt u voorkomen dat de printer onjuiste afdrukken produceert. In dit geval wordt, voordat het afdrukken begint, een bericht weergegeven als het papierformaat of het mediumtype van het geplaatste papier afwijkt van de afdrukinstellingen.
  • Pagina 187 • Alleen instell. verz. apparaatinfo (Device info sending settings only) Hiermee past u de instelling toe om apparaatgegeven niet naar Canon te verzenden. • Alleen faxinstellingen (FAX settings only) Hiermee herstelt u de standaardwaarden van alle faxinstellingen. Koppel de telefoonlijn los van de printer voordat u de standaardwaarde van deze instelling herstelt.
  • Pagina 188 3. Selecteer OK wanneer u alle tekens of cijfers hebt verwijderd.
  • Pagina 189 ◦ IJ Cloud Printing Center instellen (IJ Cloud Printing Center setup) Registreert/verwijdert de printer bij/van Canon Inkjet Cloud Printing Center. ◦ Webservice-instel. controleren (Check Web service setup) Controleer of de printer is geregistreerd bij Google Cloud Print of het Canon Inkjet Cloud Printing Center. • DNS-server instellen (DNS server setup) Selecteer instellingen voor een DNS-server.
  • Pagina 190 Systeeminformatie Om dit menu weer te geven, selecteert u Systeeminformatie (System information) bij Instellingen (Setup). • Huidige versie (Current version) Hier wordt de huidige firmwareversie weergegeven. • Printernaam (Printer name) Hier wordt de huidige printernaam weergegeven. • Serienummer (Serial number) Hier wordt het serienummer van de printer weergegeven.
  • Pagina 191 ECO-instellingen Met deze instelling kunt u automatisch dubbelzijdig afdrukken als standaard gebruiken om papier te besparen en om de printer automatisch in/uit te schakelen om elektriciteit te besparen. Dubbelzijdig afdrukken gebruiken Functie voor energie besparen gebruiken Dubbelzijdig afdrukken gebruiken Volg de onderstaande procedure om dubbelzijdig afdrukken te gebruiken. Zorg dat de printer is ingeschakeld.
  • Pagina 192 Zorg dat de printer is ingeschakeld. 2. Selecteer Instellingen (Setup) op het HOME-scherm. Het bedieningspaneel gebruiken 3. Selecteer Instellingen (Settings). 4. Selecteer ECO. 5. Selecteer Energiebesparingsinstellingen (Energy saving settings). 6. Raadpleeg de aanwijzingen op het scherm en selecteer Volgende (Next). 7.
  • Pagina 193 Stille instelling Schakel deze functie in als u het geluidsniveau van de printer wilt beperken, bijvoorbeeld wanneer u 's nachts afdrukt. Volg de onderstaande procedure om de instellingen op te geven. Zorg dat de printer is ingeschakeld. 2. Selecteer Instellingen (Setup) op het HOME-scherm. Het bedieningspaneel gebruiken 3.
  • Pagina 194 1. Selecteer cijfers om de begintijd op te geven. U kunt het uur opgeven tussen 0 en 24. 2. Hiermee wordt de begintijd bevestigd. Zodra u de begintijd hebt opgegeven, moet u de eindtijd opgeven volgens dezelfde procedure. B. Hiermee wordt de begin- en eindtijd bevestigd. Het bevestigingsscherm wordt weergegeven en het pictogram wordt weergegeven als pictogram voor het menu Stille instelling (Quiet setting).
  • Pagina 195 Specificaties Algemene specificaties Afdrukresolutie (dpi) 4800* (horizontaal) x 1200 (verticaal) * Inktdruppels kunnen worden aangebracht met een tussenafstand van mini- maal 1/4800 inch. Interface USB-poort: Hi-Speed USB *1 LAN-poort: Draadloos LAN: IEEE802.11n / IEEE802.11g / IEEE802.11b *2 *1 Een computer die voldoet aan de Hi-Speed USB-standaard is vereist. Aan- gezien de Hi-Speed USB-interface volledig opwaarts compatibel is met USB 1.1, kan deze worden gebruikt met USB 1.1.
  • Pagina 196 -Linkermarge: • Letter: 6,4 mm (0,26 inch) • Overige formaten: 3,4 mm (0,14 inch) -Rechtermarge: • Letter: 6,3 mm (0,25 inch) • Overige formaten: 3,4 mm (0,14 inch) Gebruiksomgeving Temperatuur: 5 tot 35 °C (41 tot 95 °F) Luchtvochtigheid: 10 tot 90% relatieve vochtigheid (geen condensatie) * De prestaties van de printer kunnen afnemen in bepaalde omstandigheden en bij een bepaalde luchtvochtigheid.
  • Pagina 197 Overdrachtssnelheid Zwart: ongeveer 3 seconden per pagina met een snelheid van 33,6 kbps (op basis van ITU-T No.1 chart voor VS-specificaties en Canon FAX Standard chart No.1 voor anderen, allebei in standaardmodus) Kleur: ongeveer 1 minuut per pagina met een snelheid van 33,6 kbps...
  • Pagina 198 Nummers kiezen Automatisch bellen - Ontvanger (max. 100 bestemmingen) - Groepskiezen (max. 99 bestemmingen) Normaal kiezen Automatische nummerherhaling Handmatige nummerherhaling (max. 10 bestemmingen) Overige Activiteitenrapport (na iedere 20 transacties) Sequentiële uitzending (max. 101 bestemmingen) Geweigerde nummers (max. 10 bestemmingen) Foutvermindering instellen (VoIP) * * Zie 'Foutvermindering instellen (VoIP)' in 'Geavanceerde faxinstellingen' voor meer informatie.
  • Pagina 199 XGA 1024 x 768 Overige ondersteunde besturingssystemen iOS, Android, Windows 10 Mobile Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar bij het ondersteunde besturingssysteem. Ga naar de Canon-website voor meer informatie. Mogelijkheid tot mobiel afdrukken Apple AirPrint Google Cloud Print PIXMA Cloud Link •...
  • Pagina 200 Informatie over papier Ondersteunde mediumtypen Maximaal aantal vellen Niet-ondersteunde mediumtypen Omgaan met papier Afdrukgebied...
  • Pagina 201 • Ga naar de Canon-website voor meer informatie over paginaformaten en mediumtypen. • Origineel Canon-papier is in sommige landen of regio's niet verkrijgbaar. Merk op dat Canon-papier in de Verenigde Staten niet op modelnummer wordt verkocht. Daar koopt u het papier op naam.
  • Pagina 202 - Minimumformaat: 148,0 x 210,0 mm (5,83 x 8,27 inch) - Maximumformaat: 215,9 x 297,0 mm (8,50 x 11,69 inch) Papiergewicht U kunt papier met het volgende gewicht gebruiken. • 64 tot 105 g /m (17 tot 28 lb) (ander normaal papier dan origineel Canon-papier)
  • Pagina 203 Mediumnaam <Modelnummer> Achterste lade Cassette Canon Red Label Superior <WOP111> Ongeveer 100 vellen Ongeveer 100 vellen Ongeveer 50 vel- Canon Océ Office Colour Paper <SAT213> Ongeveer 80 vellen Ongeveer 80 vellen Ongeveer 50 vel- High Resolution Paper <HR-101N>*1 Ongeveer 80 vellen...
  • Pagina 204 Ander papier dan origineel Canon-papier Papieruitvoerla- Normale naam Achterste lade Cassette Normaal papier (inclusief gerecycled papier)*1 Ongeveer 100 vellen Ongeveer 100 vellen Ongeveer 50 vel- (10 vellen: Legal) len (10 vellen: Legal) Enveloppen 10 enveloppen T-Shirt Transfers 1 vel: A4...
  • Pagina 205 • Papier dat te dun is (dat minder weegt dan 64 g /m (17 lb)) • Papier dat te dik is (gewoon papier, behalve papier van het merk Canon, dat meer weegt dan 105 g /m (28 lb)) • Papier dat dunner is dan een briefkaart, inclusief gewoon papier of papier van een notitieblok dat kleiner is gemaakt (wanneer u afdrukt op papier dat kleiner is dan A5) •...
  • Pagina 206 Omgaan met papier • Zorg bij het hanteren van alle soorten papier dat u niet over het oppervlak wrijft of krast. • Houd het papier zo dicht mogelijk bij de rand vast en probeer het afdrukoppervlak niet aan te raken. De afdrukkwaliteit kan achteruit gaan als het afdrukoppervlak wordt besmeurd met zweet of vet afkomstig van uw handen.
  • Pagina 207 Afdrukken Afdrukken vanaf een computer Afdrukken vanaf een smartphone/tablet Afdrukken vanaf een digitale camera Afdrukken via het bedieningspaneel Papierinstellingen...
  • Pagina 208 Afdrukken vanaf een computer Afdrukken vanuit toepassingssoftware (Windows-printerstuurprogramma) Afdrukken vanuit toepassingssoftware (AirPrint) Afdrukken met Canon-toepassingen Afdrukken via een webservice...
  • Pagina 209 Afdrukken vanuit toepassingssoftware (Windows- printerstuurprogramma) Basisinstellingen voor afdrukken Basis Verschillende afdrukmethoden De afdrukkwaliteit wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren Overzicht van het printerstuurprogramma Beschrijving van het printerstuurprogramma MP Drivers bijwerken...
  • Pagina 210 Basisinstellingen voor afdrukken In dit gedeelte worden de instellingen beschreven op het tabblad Snel instellen dat voor eenvoudig afdrukken wordt gebruikt. Basisinstellingen voor afdrukken Controleer of de printer is ingeschakeld Plaats papier in de printer 3. Open het instelvenster van het printerstuurprogramma 4.
  • Pagina 211 Belangrijk • De selecties voor de afdrukkwaliteit verschillen afhankelijk van de afdrukinstelling die u selecteert. 6. Selecteer de papierbron Selecteer Automatisch selecteren (Automatically Select), Achterste lade (Rear Tray) of Cassette voor Papierbron (Paper Source), afhankelijk van het doel van de afdruk.
  • Pagina 212 Belangrijk • De beschikbare instellingen voor papierbron zijn afhankelijk van de papiersoort en het papierformaat. 7. Klik op OK De printer drukt nu af met deze instellingen. Belangrijk • Wanneer u Altijd afdrukken met huidige instellingen (Always Print with Current Settings) selecteert, worden de instellingen op de tabbladen Snel instellen (Quick Setup), Afdruk (Main) en Pagina-instelling (Page Setup) opgeslagen, en die instellingen worden gebruikt bij de daaropvolgende afdruktaken.
  • Pagina 213 De printerinstellingen controleren en instellingen toepassen op het printerstuurprogramma 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Klik op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) op Gegevens over printermedia... (Printer Media Information...). Het dialoogvenster Gegevens over printermedia (Printer Media Information) wordt weergegeven.
  • Pagina 214 Origineel Canon-papier (documenten afdrukken) Mediumtype (Media Type) in het Papierinformatie die is gere- Mediumnaam <Modelnummer> printerstuurprogramma gistreerd op de printer Canon Red Label Superior <WOP111> Normaal papier (Plain Paper) Norm. papier Canon Océ Office Colour Paper Normaal papier (Plain Paper) Norm. papier <SAT213>...
  • Pagina 215 Verkrijgbare papiersoorten Mediumtype (Media Type) in het printer- Papierinformatie die is geregi- Mediumnaam stuurprogramma streerd op de printer Normaal papier (inclusief gere- Normaal papier (Plain Paper) Norm. papier cycled papier) Enveloppen Envelop (Envelope) Envelop T-Shirt Transfers T-Shirt Transfers Overig Wenskaarten Inkjetwenskaart (Inkjet Greeting Card) Overig...
  • Pagina 216 Papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op de printer (papierformaat) Wanneer u deze printer gebruikt, krijgt u het beste afdrukresultaat als u een papierformaat selecteert dat overeenkomt met het soort afdruk. U kunt de volgende papierformaten gebruiken met deze printer. Papierformaat printer (Printer Paper Size) in het printerstuur- Papierinformatie cassette die is geregi- programma streerd op de printer...
  • Pagina 217 Verschillende afdrukmethoden Een Paginaformaat en Afdrukstand opgeven Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven Afdrukken zonder marges starten Afdrukken op schaal Pagina-indeling afdrukken Tegels/poster afdrukken Dubbelzijdig afdrukken Instellingen voor het afdrukken van enveloppen Afdrukken op briefkaarten...
  • Pagina 218 Een Paginaformaat en Afdrukstand opgeven Het papierformaat en de afdrukstand worden in principe bepaald door de toepassing. Als de instellingen voor Paginaformaat (Page Size) en Afdrukstand (Orientation) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) hetzelfde zijn als de instellingen in de toepassing, hoeft u deze niet te wijzigen op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
  • Pagina 219 (Automatically reduce large document that the printer cannot output) weergegeven. Gewoonlijk kunt u het selectievakje ingeschakeld laten. Als u niet wilt dat grote documenten die de printer niet kan afdrukken automatisch worden verkleind, kunt u tijdens het printen het selectievakje uitschakelen.
  • Pagina 220 Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven U kunt ook het aantal exemplaren instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Geef het aantal exemplaren op dat u wilt afdrukken Geef bij Aantal (Copies) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) het aantal af te drukken exemplaren op.
  • Pagina 221 • Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page): /Sorteren (Collate): • Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page): /Sorteren (Collate): 4. Klik op OK Het opgegeven aantal exemplaren wordt in de gekozen volgorde afgedrukt. Belangrijk • Als de toepassing waarmee het document is gemaakt dezelfde functie heeft, geeft u de instellingen op in het printerstuurprogramma.
  • Pagina 222 Afdrukken zonder marges starten Met de functie voor afdrukken zonder marges kunt u gegevens randloos afdrukken door de gegevens te vergroten, zodat ze net buiten de randen van het papier vallen. Standaard blijven de randen rondom het document leeg. Wanneer u echter de functie voor afdrukken zonder marges gebruikt, wordt het document zonder marges afgedrukt.
  • Pagina 223 Klik op OK in het bevestigingsbericht. Wanneer een bericht verschijnt dat aangeeft dat u het mediumtype moet wijzigen, selecteert u een mediumtype in de lijst en klikt u op OK. 3. Controleer het papierformaat Controleer de lijst Paginaformaat (Page Size). Als u het papierformaat wilt wijzigen, selecteert u een ander formaat in de lijst.
  • Pagina 224 bericht voor het selecteren van een mediumtype. Als u gewoon papier gebruikt voor testafdrukken, selecteert u Normaal papier (Plain Paper) en klikt u op OK. Het bereik van het af te drukken document vergroten Als u een grote hoeveelheid uitbreiding opgeeft, kunt u probleemloos afdrukken zonder marges. Het gedeelte van het document dat echter van het papier afloopt, wordt niet afgedrukt en daarom wordt een foto mogelijk niet volledig afgedrukt.
  • Pagina 225 Afdrukken op schaal 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Stel afdrukken op schaal in Selecteer Op schaal (Scaled) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina- instelling (Page Setup). 3. Selecteer het papierformaat van het document Geef bij Paginaformaat (Page Size) het paginaformaat op dat in de toepassing is ingesteld.
  • Pagina 226 • Geef een schaalfactor op Typ een waarde in het vak Schaling (Scaling). De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van het printerstuurprogramma. 5. Klik op OK De afbeelding wordt met de opgegeven schaal afgedrukt.
  • Pagina 227 Belangrijk • Als de toepassing waarin u het origineel hebt gemaakt een functie heeft voor afdrukken op schaal, geeft u de instelling in deze toepassing op. U hoeft deze instelling dan niet in het printerstuurprogramma op te geven. Opmerking • Als u Op schaal (Scaled) selecteert, wordt het afdrukgebied van het document gewijzigd.
  • Pagina 228 Pagina-indeling afdrukken U kunt met de functie voor het afdrukken van een pagina-indeling meer dan een paginabeeld op een enkel vel papier afdrukken. 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Stel Pagina-indeling afdrukken in Selecteer Pagina-indeling (Page Layout) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
  • Pagina 229 Klik zo nodig op Opgeven... (Specify...), geef de volgende instellingen op in het dialoogvenster Pagina- indeling afdrukken (Page Layout Printing) en klik op OK. Pagina-indeling (Page Layout) Als u het aantal pagina’s dat op één vel moet worden afgedrukt wilt wijzigen, selecteert u het gewenste aantal pagina's in de lijst.
  • Pagina 230 Tegels/poster afdrukken Met deze functie kunt u de afbeeldingsgegevens vergroten, over meerdere pagina's verdelen en deze pagina's op afzonderlijke vellen papier afdrukken. U kunt de pagina's ook aan elkaar plakken zodat ze één grote afdruk vormen, zoals die van een poster. Instellingen opgeven voor tegels/poster afdrukken 1.
  • Pagina 231 Selecteer in de lijst Papierformaat printer (Printer Paper Size) het formaat van het papier dat in de printer is geplaatst. 4. Stel het aantal af te drukken beeldscheidingen en het aantal af te drukken pagina's in Klik zo nodig op Opgeven... (Specify...), geef de volgende instellingen op in het dialoogvenster Tegels/poster afdrukken (Tiling/Poster Printing) en klik op OK.
  • Pagina 232 1. Stel het afdrukbereik in Klik in het instellingenvoorbeeld links op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) achtereenvolgens op de pagina's die u niet wilt afdrukken. De pagina's waarop u hebt geklikt, worden verborgen en alleen de af te drukken pagina's worden weergegeven.
  • Pagina 233 Dubbelzijdig afdrukken U kunt dubbelzijdig afdrukken ook instellen bij Extra functies (Additional Features) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). Automatisch dubbelzijdig afdrukken U kunt ook dubbelzijdig afdrukken zonder dat u het papier zelf hoeft om te draaien. 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
  • Pagina 234 Wanneer u dubbelzijdig afdrukken uitvoert, wordt het afdrukgebied van het document iets kleiner dan normaal en is het mogelijk dat het document niet op één pagina past. Klik op Afdrukgebied instellen... (Print Area Setup...), selecteer een van de volgende verwerkingsmethoden en klik daarna op OK. Afdrukken op normaal formaat (Use normal-size printing) Afdrukken zonder de pagina te verkleinen.
  • Pagina 235 3. Selecteer de indeling Selecteer Normaal formaat (Normal-size), Passend op papier (Fit-to-Page), Op schaal (Scaled) of Pagina-indeling (Page Layout) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout). 4. Geef op aan welke zijde de nietjes moeten komen De beste Nietmarge (Stapling Side) wordt automatisch geselecteerd in de instellingen voor Afdrukstand (Orientation) en Pagina-indeling (Page Layout).
  • Pagina 236 • Nadat de voorzijde is afgedrukt, wordt gewacht met de achterzijde totdat de inkt droog is (het afdrukken wordt tijdelijk onderbroken). Raak het papier niet aan. U kunt de droogtijd verkorten via Aangepaste instellingen (Custom Settings) in Canon IJ Printer Assistant Tool. Verwant onderwerp...
  • Pagina 237 Instellingen voor het afdrukken van enveloppen Plaats enveloppen in de printer 2. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 3. Selecteer het mediumtype Selecteer Envelop (Envelope) bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). 4. Selecteer het papierformaat Wanneer het dialoogvenster Envelopformaat instellen (Envelope Size Setting) wordt weergegeven, selecteert u Com 10-envelop (Envelope Com 10), DL-envelop (Envelope DL), Yougata 4 105x235mm (Yougata 4 4.13"x9.25") of Yougata 6 98x190mm (Yougata 6 3.86"x7.48") en klikt u...
  • Pagina 238 90 graden naar links roteren als afdrukstand [Liggend] is (Rotate 90 degrees left when orientation is [Landscape]) bij Aangepaste instellingen (Custom Settings) in Canon IJ Printer Assistant Tool. 6. Selecteer de afdrukkwaliteit Selecteer naar wens Hoog (High) of Standaard (Standard) bij Afdrukkwaliteit (Print Quality).
  • Pagina 239 Afdrukken op briefkaarten Plaats briefkaarten in de printer 2. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 3. Selecteer veelgebruikte instellingen Geef het tabblad Snel instellen (Quick Setup) weer en selecteer Standaard (Standard) voor Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings). 4. Selecteer het mediumtype Selecteer Ink Jet Hagaki (A), Ink Jet Hagaki, Hagaki K (A), Hagaki K, Hagaki (A) of Hagaki voor Mediumtype (Media Type).
  • Pagina 240 Als u de berichten opnieuw wilt weergeven, opent u het tabblad Onderhoud (Maintenance) en klikt u op Printerstatus weergeven (View Printer Status) om de Canon IJ-statusmonitor te starten. Kies Gidsbericht weergeven (Display Guide Message) in het menu Optie (Option) en klik op Hagaki afdrukken (Hagaki Printing) om de instelling in te schakelen.
  • Pagina 241 Overzicht van het printerstuurprogramma Canon IJ-printerstuurprogramma Het instelvenster van het printerstuurprogramma openen Canon IJ-statusmonitor De inktstatus controleren vanaf uw computer Instructies voor gebruik (printerstuurprogramma)
  • Pagina 242 Als u het printerstuurprogramma wilt opgeven, opent u het dialoogvenster Afdrukken (Print) van de toepassing die u gebruikt en selecteert u 'Canon XXX' (waarbij 'XXX' de naam van uw model is) om het normale printerstuurprogramma op te geven of 'Canon XXX XPS' (waarbij 'XXX' de naam van uw model is) om het XPS-printerstuurprogramma op te geven.
  • Pagina 243 Het instelvenster van het printerstuurprogramma openen U kunt het instelvenster van het printerstuurprogramma weergeven vanuit uw toepassing of door op het printerpictogram te klikken. Het instelvenster van het printerstuurprogramma weergeven vanuit uw toepassing Voer deze procedure uit als u tijdens het afdrukken de afdrukinstellingen wilt opgeven. 1.
  • Pagina 244 Canon IJ-statusmonitor De Canon IJ-statusmonitor is een toepassing die de status van de printer en de voortgang van het afdrukken weergeeft. U kunt aan de hand van de afbeeldingen, pictogrammen en berichten zien wat de status van de printer is.
  • Pagina 245 Voer in dergelijke gevallen de beschreven maatregelen uit.
  • Pagina 246 Klik op Onderhoud (Maintenance) op het tabblad Printerstatus weergeven (View Printer Status). 3. Geschatte inktniveaus (Estimated ink levels) weergeven De inktstatus wordt weergegeven als afbeelding. Opmerking • De informatie die in de Canon IJ-statusmonitor wordt weergegeven, kan afwijken naargelang het land of de regio waarin u de printer gebruikt.
  • Pagina 247 Instructies voor gebruik (printerstuurprogramma) Voor deze versie van het printerstuurprogramma gelden de volgende beperkingen. Houd bij het gebruik van het printerstuurprogramma rekening met het volgende. Beperkingen van het printerstuurprogramma • Afhankelijk van het type document dat wordt afgedrukt, is het mogelijk dat de methode voor papierinvoer die in het printerstuurprogramma is ingesteld niet goed werkt.
  • Pagina 248 Opmerkingen over toepassingen met beperkingen • Voor Microsoft Word (Microsoft Corporation) gelden de volgende beperkingen. ◦ Als Microsoft Word dezelfde afdrukfuncties heeft als het printerstuurprogramma, stelt u deze in Word in. ◦ Als Passend op papier (Fit-to-Page), Op schaal (Scaled) of Pagina-indeling (Page Layout) is ingesteld voor Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het printerstuurprogramma, wordt het document mogelijk niet correct afgedrukt in bepaalde versies van Word.
  • Pagina 249 Beschrijving van het printerstuurprogramma Beschrijving van het tabblad Snel instellen Beschrijving van het tabblad Afdruk Beschrijving van het tabblad Pagina-instelling Beschrijving van het tabblad Onderhoud Beschrijving van Canon IJ-statusmonitor...
  • Pagina 250 Beschrijving van het tabblad Snel instellen Op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) worden veelgebruikte afdrukinstellingen geregistreerd. Wanneer u een geregistreerde instelling selecteert, worden de vooraf ingestelde waarden automatisch toegepast op de printer. Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) De namen en pictogrammen van veelgebruikte afdrukprofielen worden geregistreerd. Wanneer u een afdrukprofiel selecteert op basis van het doel van het document, worden instellingen toegepast die overeenkomen met het doel.
  • Pagina 251 Als Paginaformaat (Page Size), Afdrukstand (Orientation) en Aantal (Copies) zijn ingesteld vanuit de toepassing, hebben die instellingen voorrang. Foto afdrukken (Photo Printing) Als u deze instelling selecteert wanneer u een foto afdrukt, worden het fotopapier en fotoformaat ingesteld die gewoonlijk worden gebruikt. Het selectievakje Afdrukken zonder marges (Borderless Printing) wordt automatisch ingeschakeld.
  • Pagina 252 Belangrijk • Als u het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld wilt gebruiken, moet Microsoft .NET Framework 4.5.2 of hoger op uw computer zijn geïnstalleerd. Extra functies (Additional Features) Hier worden de veelgebruikte, handige functies weergegeven voor het afdrukprofiel dat u hebt geselecteerd bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
  • Pagina 253 Het document wordt afgedrukt waarbij het 90 graden wordt gedraaid ten opzichte van de invoerrichting van het papier. U kunt de draairichting wijzigen door naar de Canon IJ Printer Assistant Tool te gaan, het dialoogvenster Aangepaste instellingen (Custom Settings) te openen en het selectievakje 90 graden naar links roteren als afdrukstand [Liggend] is (Rotate 90 degrees left when orientation is [Landscape]) te gebruiken.
  • Pagina 254 Afdrukkwaliteit (Print Quality) Hier selecteert u de gewenste afdrukkwaliteit. Selecteer een van de volgende opties om een geschikte afdrukkwaliteit voor het doel in te stellen. Als u de afdrukkwaliteit afzonderlijk wilt instellen, klikt u op het tabblad Afdruk (Main) en selecteert u Aangepast (Custom) voor Afdrukkwaliteit (Print Quality).
  • Pagina 255 • Als een instelling is opgegeven in de toepassing, heeft deze instelling voorrang. Gegevens over printermedia... (Printer Media Information...) Hiermee geeft u het Dialoogvenster Gegevens over printermedia weer. U kunt de printerinstellingen controleren en de gecontroleerde instellingen toepassen op het printerstuurprogramma.
  • Pagina 256 Afdrukstand opslaan (Save the orientation setting) Hiermee slaat u de Afdrukstand (Orientation) op in het afdrukprofiel in Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings). Als u de opgeslagen afdrukstand wilt toepassen wanneer het afdrukprofiel wordt geselecteerd, schakelt u dit selectievakje in. Als dit selectievakje is uitgeschakeld, wordt de afdrukstand niet opgeslagen en wordt de instelling voor Afdrukstand (Orientation) daarom niet toegepast wanneer het afdrukprofiel wordt geselecteerd.
  • Pagina 257 Verwante onderwerpen Basisinstellingen voor afdrukken Een Paginaformaat en Afdrukstand opgeven Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven Afdrukken zonder marges starten Dubbelzijdig afdrukken Instellingen voor het afdrukken van enveloppen Afdrukken op briefkaarten Van papierbron wisselen zodat deze overeenkomt met het doel Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken Papierformaat instellen (aangepast formaat) Een kleurendocument monochroom afdrukken...
  • Pagina 258 Beschrijving van het tabblad Afdruk Op het tabblad Afdruk (Main) kunt u basisafdrukinstellingen opgeven in overeenstemming met het mediumtype. Voor een normale afdruktaak volstaat het instellingen op dit tabblad op te geven. Voorbeeld van instellingen De afbeelding van het vel papier laat zien hoe het origineel eruitziet op een vel papier. Zo kunt u de algemene indeling controleren.
  • Pagina 259 Belangrijk • De beschikbare instellingen voor Papierbron (Paper Source) zijn afhankelijk van het mediumtype en -formaat. Afdrukkwaliteit (Print Quality) Hier selecteert u de gewenste afdrukkwaliteit. Selecteer een van de volgende opties om een geschikte afdrukkwaliteit voor het doel in te stellen. Belangrijk •...
  • Pagina 260 Laat zien hoe het afdrukresultaat eruitziet voordat u de gegevens daadwerkelijk afdrukt. Schakel dit selectievakje in als u een afdrukvoorbeeld wilt zien voordat u gaat afdrukken. Belangrijk • Als u het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld wilt gebruiken, moet Microsoft .NET Framework 4.5.2 of hoger op uw computer zijn geïnstalleerd. Standaard (Defaults) Hiermee herstelt u de standaardwaarden van alle instellingen die u hebt gewijzigd.
  • Pagina 261 Cyaan (Cyan) / Magenta / Geel (Yellow) Hier past u de sterkte van Cyaan (Cyan), Magenta en Geel (Yellow) aan. Wanneer u de schuifregelaar naar rechts schuift, wordt een kleur sterker en wanneer u de schuifregelaar naar links schuift wordt een kleur zwakker. U kunt ook rechtstreeks een waarde invoeren voor de schuifregelaar.
  • Pagina 262 Aan te passen parameters (Parameters to Adjust) Selecteer het item dat u wilt controleren met een patroonafdruk. Cyaan/Magenta/Geel (Cyan/Magenta/Yellow) Deze optie drukt een patroon af waarmee u de balans tussen cyaan/magenta/geel kunt controleren. Belangrijk • Wanneer Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) op het tabblad Afdruk (Main) is ingeschakeld, worden Cyaan/Magenta/Geel (Cyan/Magenta/Yellow) lichtgrijs weergegeven en zijn deze niet beschikbaar voor selectie.
  • Pagina 263 • Als Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) is geselecteerd op het tabblad Afdruk (Main), is Kleurcorrectie (Color Correction) lichtgrijs en niet beschikbaar voor selectie. Driververgelijking (Driver Matching) Met Canon Digital Photo Color kunt u sRGB-gegevens afdrukken met kleurtinten waaraan de meeste mensen de voorkeur geven. ICM (ICC-profielvergelijking (ICC Profile Matching)) Past de kleuren aan volgens een ICC-profiel tijdens het afdrukken.
  • Pagina 264 Absoluut colorimetrisch (Absolute Colorimetric) Bij deze methode worden de definities voor witte plekken in de ICC-profielen voor invoer en uitvoer gebruikt om de gegevens te converteren. Hoewel de kleur en kleurbalans van de witte plekken veranderen, krijgt u mogelijk niet het gewenste uitvoerresultaat vanwege de profielcombinatie.
  • Pagina 265 Dit is de standaardinstelling. Liggend (Landscape) Het document wordt afgedrukt waarbij het 90 graden wordt gedraaid ten opzichte van de invoerrichting van het papier. U kunt de draairichting wijzigen door naar de Canon IJ Printer Assistant Tool te gaan, het...
  • Pagina 266 dialoogvenster Aangepaste instellingen (Custom Settings) te openen en het selectievakje 90 graden naar links roteren als afdrukstand [Liggend] is (Rotate 90 degrees left when orientation is [Landscape]) te gebruiken. Als u het document tijdens het afdrukken 90 graden naar links wilt draaien, schakelt u het selectievakje 90 graden naar links roteren als afdrukstand [Liggend] is (Rotate 90 degrees left when orientation is [Landscape]) in.
  • Pagina 267 Passend op papier (Fit-to-Page) Met deze functie kunt u documenten automatisch vergroten of verkleinen op basis van het formaat van het papier in de printer zonder het opgegeven papierformaat in de toepassing te wijzigen. Op schaal (Scaled) Documenten kunnen worden vergroot of verkleind tijdens het afdrukken. Geef het formaat op bij Papierformaat printer (Printer Paper Size) of geef een schaalfactor op in het vak Schaling (Scaling).
  • Pagina 268 Afdrukgebied instellen... (Print Area Setup...) Hiermee opent u het Dialoogvenster Afdrukgebied instellen waarin u het afdrukgebied voor automatisch dubbelzijdig afdrukken kunt instellen. Deze knop is beschikbaar als automatisch dubbelzijdig afdrukken is ingesteld wanneer Zonder marges (Borderless) niet is geselecteerd. Nietmarge (Stapling Side) Hier selecteert u de positie van de nietmarge.
  • Pagina 269 de documentgegevens afdrukken. Verder kunt u hiermee de datum, tijd en gebruikersnaam afdrukken. Met de functie Achtergrond (Background) kunt u een lichte illustratie achter de documentgegevens afdrukken. Opmerking • Bij het XPS-printerstuurprogramma verandert de knop Stempel/Achtergrond... (Stamp/ Background...) in de knop Stempel... (Stamp...) en is alleen de stempelfunctie beschikbaar. Afhankelijk van het type printerstuurprogramma dat u gebruikt en de omgeving zijn Stempel (Stamp) en Achtergrond (Background) mogelijk niet beschikbaar.
  • Pagina 270 U kunt de instellingen die u in dit dialoogvenster opgeeft, controleren in het instellingenvoorbeeld van het printerstuurprogramma. Voorbeeldpictogram Hier worden de instellingen van het dialoogvenster Tegels/poster afdrukken (Tiling/Poster Printing) weergegeven. U kunt controleren hoe het afdrukresultaat eruitziet. Beeldscheidingen (Image Divisions) Selecteer het aantal scheidingen (verticaal x horizontaal).
  • Pagina 271 Lege pagina invoegen (Insert blank page) Hiermee selecteert u of u het document wilt afdrukken op één zijde of beide zijden van het boekje. Schakel dit selectievakje in als u het document wilt afdrukken op één zijde van het boekje en selecteer de zijde die u leeg wilt laten in de lijst.
  • Pagina 272 Canon IJ-afdrukvoorbeeld. Als u echter het XPS-printerstuurprogramma gebruikt, kunt u de methode voor papierinvoer wijzigen via het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld. Papiergroepen opheffen (Ungroup Papers) Hier stelt u de weergavemethode voor Mediumtype (Media Type), Paginaformaat (Page Size) en Papierformaat printer (Printer Paper Size) in.
  • Pagina 273 Belangrijk • Normaal gesproken schakelt u dit selectievakje uit. Opmerking • Het tabblad Toepassingen mogen afdrukgegevens niet comprimeren (Do not allow application software to compress print data) kan niet worden gebruikt met het XPS- printerstuurprogramma. Afdrukken na het maken van afdrukgegevens per pagina (Print after creating print data by page) De afdrukgegevens worden gemaakt in pagina-eenheden en het afdrukken begint nadat één pagina met afdrukgegevens is verwerkt.
  • Pagina 274 Belangrijk • Voor bepaalde instellingen kan een grote hoeveelheid geheugen worden gebruikt. Wijzig de instelling niet als uw computer weinig geheugen heeft. Opmerking • Het tabblad Eenheid voor verwerking van afdrukgegevens (Unit of Print Data Processing) kan niet worden gebruikt met het XPS-printerstuurprogramma. Afdrukken met (Print With) Selecteer de inkttank die moet worden gebruikt bij de geïnstalleerde inkttanks.
  • Pagina 275 afgedrukte gegevens worden mogelijk verborgen door de stempel. Schakel dit selectievakje uit als u de documentgegevens wilt afdrukken over de stempel. De afgedrukte gegevens worden niet verborgen door de stempel. De delen van de stempel die worden overlapt door het document, kunnen echter verborgen zijn. Semitransparante stempel afdrukken (Print semitransparent stamp) Hier stelt u in hoe de stempel wordt afgedrukt op het document.
  • Pagina 276 weergeven. De instellingsitems op het tabblad Stempel (Stamp) kunnen veranderen, afhankelijk van het geselecteerde type. Als Stempeltype (Stamp Type) is ingesteld op Tekst (Text) of Datum/tijd/gebruikersnaam (Date/ Time/User Name) Stempeltekst (Stamp Text) Hier geeft u de tekst van de stempel op. U kunt maximaal 64 tekens invoeren.
  • Pagina 277 Opmerking • Klik op Standaard (Defaults) om Stempeltype (Stamp Type) in te stellen op tekst, Stempeltekst (Stamp Text) op leeg, TrueType-lettertype (TrueType Font) op Arial, Stijl (Style) op Normaal, Grootte (Size) op 36 punten, Contour (Outline) op uitgeschakeld en Kleur (Color) op grijs met de RGB-waarden (192, 192, 192).
  • Pagina 278 Opslaan (Save)/Opslaan overschrijven (Save overwrite) Hiermee slaat u de stempel op. Geef een titel op bij Titel (Title) en klik daarna op deze knop. Verwijderen (Delete) Hiermee verwijdert u een overbodige stempel. Selecteer de titel van de overbodige stempel in de lijst Stempels (Stamps) en klik daarna op deze knop.
  • Pagina 279 Opmerking • Spaties, tabs en regeleinden kunnen niet aan het begin of einde van een titel worden ingevoerd. Achtergronden (Backgrounds) Hier ziet u een lijst met geregistreerde achtergronden. Selecteer een titel om de betreffende achtergrond weer te geven bij Titel (Title). Opslaan (Save)/Opslaan overschrijven (Save overwrite) Hiermee slaat u de afbeeldingsgegevens op als achtergrond.
  • Pagina 280 Beschrijving van het tabblad Onderhoud Op het tabblad Onderhoud (Maintenance) kunt u de Canon IJ Printer Assistant Tool starten of de status van de printer controleren. Onderhoud en voorkeuren (Maintenance and Preferences) Canon IJ Printer Assistant Tool wordt gestart. U kunt onderhoud uitvoeren aan de printer of de instellingen van de printer wijzigen.
  • Pagina 281 Dialoogvenster Info (About) Wanneer u klikt op Info (About), wordt het dialoogvenster Info (About) weergegeven. In dit dialoogvenster worden de versie, een copyrightmelding en de modulelijst van het printerstuurprogramma weergegeven. U kunt de gebruikte taal selecteren en de taal wijzigen die wordt weergegeven in het eigenschappenvenster.
  • Pagina 282 Beschrijving van Canon IJ-statusmonitor De Canon IJ-statusmonitor toont de status van de printer en de voortgang van de afdruktaak. De printerstatus wordt weergegeven met afbeeldingen, pictogrammen en berichten op de statusmonitor. Functies van de Canon IJ-statusmonitor De Canon IJ-statusmonitor heeft de volgende functies: Weergavestatus van de printer op het scherm Met de statusmonitor wordt de printerstatus real-time weergegeven.
  • Pagina 283 Selecteer Statusmonitor inschakelen (Enable Status Monitor) om de volgende opdrachten te gebruiken: Altijd huidige taak weergeven (Always Display Current Job) Hiermee wordt de Canon IJ-statusmonitor weergegeven wanneer een document wordt afgedrukt. Altijd op voorgrond (Always Display on Top) Hiermee geeft u de Canon IJ-statusmonitor weer boven andere vensters.
  • Pagina 284 Hiermee geeft u het venster Voor veilige communicatie (For secure communication) weer. In dit venster kunt u het basiscertificaat downloaden en registreren bij de browser, en waarschuwingsmeldingen uitschakelen. Menu Help Selecteer dit menu om de Help-informatie voor de Canon IJ-statusmonitor, inclusief de versie en auteursrechtgegevens, weer te geven.
  • Pagina 285 MP Drivers installeren U kunt vanaf onze website de nieuwste versie van MP Drivers en het XPS-printerstuurprogramma voor uw model downloaden. 1. Zet de printer uit 2. Start het installatieprogramma Dubbelklik op het pictogram van het bestand dat u hebt gedownload. Het installatieprogramma wordt gestart.
  • Pagina 286 Afdrukken vanaf een smartphone/tablet Afdrukken vanaf iPhone/iPad/iPod touch (iOS) Afdrukken vanaf een smartphone/tablet (Android) Afdrukken vanaf een apparaat met Windows 10 Mobile Afdrukken/scannen met Draadloos direct...
  • Pagina 287 Afdrukken/scannen met Draadloos direct U kunt apparaten (zoals een smartphone of tablet) op de volgende twee manieren met de printer verbinden. • Draadloze verbinding (apparaten verbinden via een draadloze router) • Directe draadloze verbinding (apparaten verbinden met Draadloos direct) In dit gedeelte wordt Draadloos direct beschreven, waarbij u kunt afdrukken of scannen door de apparaten rechtstreeks met de printer te verbinden.
  • Pagina 288 7. Selecteer Draadloos direct actief/inactief (Wireless Direct active/inactive). 8. Selecteer AAN (ON). Het bevestigingsscherm waarin wordt gevraagd of u de wachtwoordgegevens wilt weergeven, verschijnt. 9. Selecteer Ja (Yes) of Nee (No). De lijst met instellingen voor Draadloos direct wordt weergegeven. Het apparaat herkent de printer aan de identificatie (SSID).
  • Pagina 289 • Raadpleeg de handleiding van uw apparaat of toepassing voor meer informatie over afdrukken of scannen vanaf een apparaat via een draadloos LAN. • U kunt afdrukken/scannen vanaf een smartphone of tablet door Canon PRINT Inkjet/SELPHY te installeren. U kunt dit downloaden in de App Store en op Google Play.
  • Pagina 290 4. Selecteer Apparaatinstellingen (Device settings). 5. Selecteer LAN-instellingen (LAN settings). 6. Selecteer Draadloos direct (Wireless Direct). 7. Selecteer een instellingsitem. • De id (SSID) voor Draadloos direct wijzigen Selecteer A om het instelscherm voor de id (SSID) weer te geven. De id (SSID) is de printernaam (apparaatnaam) die wordt weergegeven op een Wi-Fi Direct- compatibel apparaat.
  • Pagina 291 controleren, selecteert u Details en selecteert u Ja (Yes) in het scherm dat vervolgens wordt weergegeven. • De instelling wijzigen voor het bevestigingsscherm wanneer een Wi-Fi Direct-compatibel apparaat verbinding maakt met de printer Selecteer C om het bevestigingsscherm weer te geven. Als u wilt dat op de printer een scherm wordt weergegeven om u te informeren dat een Wi-Fi Direct-compatibel apparaat verbinding maakt met de printer, selecteert u Ja (Yes).
  • Pagina 292 Afdrukken via het bedieningspaneel Sjablonen zoals gelinieerd papier of grafiekpapier afdrukken...
  • Pagina 293 Sjablonen zoals gelinieerd papier of grafiekpapier afdrukken U kunt een sjabloonformulier, zoals gelinieerd papier, grafiekpapier of een controlelijst, afdrukken op normaal papier van A4-, B5- of Letter-formaat. Afdrukbare sjabloonformulieren Sjabloonformulieren afdrukken Afdrukbare sjabloonformulieren De volgende sjablonen zijn beschikbaar: • Gelinieerd papier U kunt drie indelingen voor de regelafstand selecteren.
  • Pagina 294 • Muziekpapier U kunt muziekpapier met 10 of 12 notenbalken afdrukken. Instelling op het aanraakscherm: ◦ Muziekpapier 1(10 notenb.) (Staff paper 1 (10 staves)) ◦ Muziekpapier 2(12 notenb.) (Staff paper 2 (12 staves)) • Handschriftpapier U kunt handschriftpapier afdrukken. Instelling op het aanraakscherm: Handschriftpapier (3 lijnen) (Handwriting paper (3 lines)) •...
  • Pagina 295 4. Selecteer Sjablonen (Templates). 5. Selecteer de sjabloon die u wilt afdrukken. Afdrukbare sjabloonformulieren 6. Geef de gewenste instellingen op. U kunt de volgende instellingsitems opgeven. • Aantal (Copies) Geef het aantal exemplaren op. • Pg.form. (Page size) Selecteer het paginaformaat op basis van het geplaatste papier. Opmerking •...
  • Pagina 296 Druk op de knop Kleur (Color) om de volgende formulieren af te drukken. • Gelinieerd papier 1 (8 mm) (Notebook paper 1 (8 mm)) • Gelinieerd papier 2 (7 mm) (Notebook paper 2 (7 mm)) • Gelinieerd papier 3 (6 mm) (Notebook paper 3 (6 mm)) •...
  • Pagina 297 Papierinstellingen Door het papierformaat en het mediumtype van het in de achterste lade of in de cassette geplaatste papier te registreren, kunt u voorkomen dat de printer onjuiste afdrukken produceert. In dit geval wordt, voordat het afdrukken begint, een bericht weergegeven als het papierformaat of het mediumtype van het geplaatste papier afwijkt van de afdrukinstellingen.
  • Pagina 298 • Wanneer u de cassette plaatst: Het scherm voor het registreren van de papiergegevens van de cassette wordt weergegeven. Registreer het papierformaat en het mediumtype in overeenstemming met het geplaatste papier. * U kunt alleen gewoon papier plaatsen in de cassette. Belangrijk •...
  • Pagina 299 Wanneer u begint met afdrukken of kopiëren, wordt er een bericht weergegeven. Als u OK selecteert op het aanraakscherm, wordt de opgegeven papierinstelling voor afdrukken of kopiëren onder het bericht weergegeven. Controleer het bericht en selecteer OK. Wanneer het scherm voor het selecteren van de bewerking wordt weergegeven, selecteert u een van onderstaande opties.
  • Pagina 300 Wanneer de papierinstelling voor afdrukken of kopiëren bijvoorbeeld A5 is en de op de printer geregistreerde papiergegevens van de cassette A4, gebruikt de printer de instelling A5 om af te drukken of te kopiëren op het geplaatste papier. Vervang het papier en druk af (Replace the paper and print) Selecteer deze optie als u na het vervangen van het papier in de achterste lade of de cassette wilt afdrukken.
  • Pagina 301 De weergave-instelling wijzigen: De bedieningsmodus van de Printer aanpassen Belangrijk • Als het bericht dat onjuist afdrukken voorkomt is uitgeschakeld: De printer begint met afdrukken of kopiëren, ook al verschillen de papierinstellingen voor afdrukken of kopiëren van de papiergegevens die op de printer zijn geregistreerd.
  • Pagina 302 Kopiëren Kopieën verkleinen/vergroten Kopieën maken Basisbeginselen Dubbelzijdig kopiëren Gesorteerd kopiëren Het menu Speciale kopie Kopiëren met een smartphone of tablet...
  • Pagina 303 Kopieën maken In dit gedeelte wordt de procedure voor het kopiëren met Standaardkopie (Standard copy) beschreven. Zorg dat de printer is ingeschakeld. Plaats papier. 3. Selecteer Kopiëren (Copy) op het HOME-scherm. Het bedieningspaneel gebruiken 4. Selecteer Standaardkopie (Standard copy). Het stand-byscherm voor kopiëren wordt weergegeven. Plaats een origineel document op de glasplaat of in de ADF.
  • Pagina 304 F. Veeg om het aantal kopieën op te geven. G. Hiermee wordt het aantal kopieën opgegeven. Als u uw vinger laat staan, wordt het aantal met 10 gewijzigd. C. Hiermee worden de instellingsitems voor afdrukken weergegeven. Meer informatie over de instellingsitems: Items voor kopiëren instellen D.
  • Pagina 305 Belangrijk • Als u het origineel op de glasplaat legt, mag u de documentklep niet openen en het origineel niet verwijderen terwijl Document wordt gescand... (Scanning document...) op het aanraakscherm wordt weergegeven. • Als u het origineel in de ADF plaatst, verplaatst u het origineel niet totdat het kopiëren is voltooid. Opmerking •...
  • Pagina 306 • Als Reservering van de kopieertaak mislukt. Begin opnieuw. (Failed to reserve the copy job. Start over from the beginning.) tijdens het scannen op het aanraakscherm wordt weergegeven, tikt u op de knop OK en raakt u daarna de knop Stoppen (Stop) aan om het kopiëren te annuleren. Kopieer hierna de documenten die nog niet zijn voltooid.
  • Pagina 307 Items voor kopiëren instellen U kunt de kopieerinstellingen, zoals vergroting en intensiteit, wijzigen. Het scherm Afdrukinstellingen Opmerking • Zie voor meer informatie over het scherm met afdrukinstellingen of de instellingen voor Foto kopiëren (Photo copy) Foto's kopiëren. De manier waarop u het scherm voor de afdrukinstellingen weergeeft, varieert naar gelang het kopieermenu.
  • Pagina 308 Zie voor meer informatie over de instellingsitems voor Foto kopiëren (Photo copy) Foto's kopiëren. • Sommige instellingen kunnen niet worden opgegeven in combinatie met de instelling van andere instellingsitems of het kopieermenu. Als een instelling is geselecteerd die niet in combinatie met andere kan worden opgegeven, worden en Foutdetails (Error details) weergegeven op het aanraakscherm.
  • Pagina 309 Opmerking • Wanneer Automatisch (Auto) is geselecteerd, wordt papier ingevoerd uit de papierbron met papier dat overeenkomt met de papierinstellingen (paginaformaat en mediumtype). • Afdr.kwl. (Print qlty) (Afdrukkwaliteit) Pas de afdrukkwaliteit aan op basis van het origineel. Belangrijk • Als u Klad (Draft) selecteert terwijl het Type is ingesteld op Normaal papier (Plain paper) en de kwaliteit niet naar wens is, selecteert u Standaard (Standard) of Hoog (High) voor Afdr.kwl.
  • Pagina 310 Scannen Scannen vanaf een computer (AirPrint) Scannen vanaf een computer (Windows) Scannen via het bedieningspaneel Scannen met een smartphone/tablet...
  • Pagina 311 Scannen vanaf een computer (Windows) Scannen volgens itemtype of doel (IJ Scan Utility) Functies van IJ Scan Utility Eenvoudig scannen (Automatisch scannen) Basisbeginselen Documenten en foto's scannen Scannen met toepassingssoftware (ScanGear) Scantips Originelen plaatsen (scannen vanaf een computer) Scaninstellingen voor het netwerk Het menu en instellingenvenster van IJ Network Scanner Selector EX2...
  • Pagina 312 Scannen volgens itemtype of doel (IJ Scan Utility) Functies van IJ Scan Utility Eenvoudig scannen (Automatisch scannen) Basisbeginselen Documenten en foto's scannen...
  • Pagina 313 Functies van IJ Scan Utility Gebruik IJ Scan Utility om documenten, foto's, of andere items tegelijk te scannen en op te slaan door eenvoudig op het bijbehorende pictogram te klikken. Meerdere scanmodi Met Auto kunt u met eenmaal klikken scannen met standaardinstellingen voor verschillende items. Met Document wordt de tekst in een document of tijdschrift scherper gemaakt voor betere leesbaarheid en Foto (Photo) is het meest geschikt voor het scannen van foto's.
  • Pagina 314 Opmerking • Zie Dialoogvenster Instellingen om de toepassingen voor integratie in te stellen.
  • Pagina 315 Eenvoudig scannen (Automatisch scannen) Met Automatisch scannen kunt u automatisch detecteren welk type item op de glasplaat of ADF (automatische documentinvoer) is geplaatst. Belangrijk • De volgende typen items worden mogelijk niet goed gescand. In dat geval past u de bijsnijdkaders (scangebieden) aan in de volledige afbeeldingsweergave van ScanGear (scannerstuurprogramma) en voert u de scan opnieuw uit.
  • Pagina 316 Documenten en foto's scannen Scan items die op de plaat zijn geplaatst met instellingen die geschikt zijn voor documenten of foto's. Sla documenten op in indelingen als PDF en JPEG, en foto's in indelingen als JPEG en TIFF. 1. Plaats het item op de glasplaat. Originelen plaatsen (scannen vanaf een computer) 2.
  • Pagina 317 Scannen met toepassingssoftware (ScanGear) Wat is ScanGear (scannerstuurprogramma)? ScanGear (scannerstuurprogramma) starten Scannen in de Basismodus Schermen van ScanGear (scannerstuurprogramma) Algemene opmerkingen (scannerstuurprogramma) Belangrijk • De beschikbare functies en instellingen hangen af van uw scanner of printer.
  • Pagina 318 Wat is ScanGear (scannerstuurprogramma)? ScanGear (scannerstuurprogramma) is software die nodig is voor het scannen van documenten. Gebruik de software voor het opgeven van het uitvoerformaat, afbeeldingscorrecties en andere instellingen. ScanGear kan worden gestart vanuit IJ Scan Utility of toepassingen die compatibel zijn met de TWAIN- standaardinterface.
  • Pagina 319 Geavanceerde modus Gebruik het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) als u voor het scannen de kleurenmodus, uitvoerresolutie, helderheid van de afbeelding, kleurtint en andere instellingen wilt opgeven.
  • Pagina 320 ScanGear (scannerstuurprogramma) starten Met ScanGear (scannerstuurprogramma) kunt u bij het scannen afbeeldingscorrecties en kleuraanpassingen aanbrengen. Start ScanGear vanuit IJ Scan Utility of vanuit andere toepassingen. Opmerking • Als u meer dan één scanner of een netwerkscanner hebt, en de verbinding van een USB-verbinding in een netwerkverbinding hebt veranderd, moet u de netwerkomgeving instellen.
  • Pagina 321 Scannen in de Basismodus Via het tabblad Basismodus (Basic Mode) kunt u gemakkelijk scannen aan de hand van deze eenvoudige weergegeven stappen. Zie Meerdere documenten tegelijk scannen met ScanGear (scannerstuurprogramma) als u meerdere documenten tegelijk op de glasplaat wilt scannen. Als u scant vanuit de ADF (automatische documentinvoer), is geen voorbeeld beschikbaar.
  • Pagina 322 Belangrijk • Het doorlopend scannen vanuit de ADF wordt niet door alle toepassingen ondersteund. Raadpleeg de handleiding van de toepassing voor meer informatie. Opmerking • Wanneer u tijdschriften scant die veel kleurenfoto's bevatten, selecteert u Tijdschrift (kleur) (Magazine (Color)). 3. Klik op Voorbeeld (Preview). Er verschijnt een scanvoorbeeld van het document in het voorbeeldgebied.
  • Pagina 323 Opmerking • De kleuren worden aangepast aan het documenttype dat bij Bron selecteren (Select Source) is geselecteerd. 4. Selecteer Doel (Destination). Opmerking • Ga verder met stap 7 als een ADF-optie is geselecteerd voor Bron selecteren (Select Source). 5. Selecteer Uitvoerformaat (Output Size). De beschikbare opties voor het uitvoerformaat zijn afhankelijk van het geselecteerde Doel (Destination).
  • Pagina 324 Schermen van ScanGear (scannerstuurprogramma) Tabblad Basismodus Tabblad Geavanceerde modus...
  • Pagina 325 Tabblad Basismodus Via het tabblad Basismodus (Basic Mode) kunt u gemakkelijk scannen aan de hand van deze eenvoudige weergegeven stappen. In dit gedeelte worden instellingen en functies beschreven die beschikbaar zijn op het tabblad Basismodus (Basic Mode). (1) Knoppen voor de instellingen en bewerkingen (2) Werkbalk (3) Voorbeeldgebied Opmerking...
  • Pagina 326 Document (kleur) ADF dubbelzijdig (Document (Color) ADF Duplex) (alleen voor modellen die dubbelzijdig scannen vanuit de ADF ondersteunen) Beide zijden van documenten in kleur scannen vanuit de ADF. Document (grijstinten) ADF dubbelzijdig (Document (Grayscale) ADF Duplex) (alleen voor modellen die dubbelzijdig scannen vanuit de ADF ondersteunen) Beide zijden van documenten in zwart-wit scannen vanuit de ADF.
  • Pagina 327 Afbeeldingsweergave (Image display) Selecteer deze optie om de gescande afbeelding weer te geven op het beeldscherm. Selecteer deze optie om de gescande afbeelding te gebruiken in combinatie met OCR-software. OCR-software is software waarmee een als afbeelding gescande tekst wordt geconverteerd naar een tekstbestand, zodat deze kan worden bewerkt in tekstverwerkers en andere programma's.
  • Pagina 328 In het dialoogvenster Uitvoerformaat toevoegen/verwijderen (Add/Delete the Output Size) kunt u meerdere uitvoerformaten opgeven en vervolgens gelijktijdig opslaan. Opgeslagen items worden toegevoegd aan de lijst Uitvoerformaat (Output Size) en kunnen samen met de vooraf gedefinieerde items worden geselecteerd. Toevoegen: Voer Naam van uitvoerformaat (Output Size Name), Breedte (Width) en Hoogte (Height) in en klik daarna op Toevoegen (Add).
  • Pagina 329 Belangrijk • Automatische documentcorrectie toepassen (Apply Auto Document Fix) en Vervaging corrigeren (Correct fading) zijn beschikbaar als Aanbevolen (Recommended) is geselecteerd op het tabblad Kleurinstellingen (Color Settings) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences). Opmerking • De beschikbare functies hangen af van het documenttype dat is geselecteerd bij Bron selecteren (Select Source).
  • Pagina 330 Voorkeuren... (Preferences...) Hiermee wordt het dialoogvenster Voorkeuren weergegeven voor het configureren van scan-/ voorbeeldinstellingen. Sluiten (Close) Hiermee sluit u ScanGear (scannerstuurprogramma). (2) Werkbalk U kunt voorbeeldafbeeldingen aanpassen of roteren. De knoppen die worden weergegeven op de werkbalk, verschillen per weergave. In de miniaturenweergave: In de volledige afbeeldingsweergave: (Miniatuur) /...
  • Pagina 331 (Selectie alle kaders opheffen) Beschikbaar wanneer twee of meer kaders worden weergegeven. De selectievakjes van de afbeeldingen in de miniaturenweergave worden uitgeschakeld. (Alle kaders selecteren) Beschikbaar wanneer twee of meer kaders worden weergegeven. Hiermee kunt u de afbeeldingen in de miniaturenweergave selecteren en met een blauw kader omlijnen.
  • Pagina 332 Opmerking • Als er van meerdere afbeeldingen een voorbeeld wordt weergegeven, worden verschillende selectiestatussen met verschillende randen aangeduid. • Kader met focus (dikke blauwe rand): de weergegeven instellingen worden toegepast. • Geselecteerd kader (dunne blauwe rand): de instellingen worden gelijktijdig toegepast op het kader met focus en het geselecteerde kader.
  • Pagina 333 Opmerking • Maak bijsnijdkader(s) op de weergegeven afbeelding. In de miniaturenweergave kan maar één bijsnijdkader per afbeelding worden gemaakt. In de volledige afbeeldingsweergave kunnen meerdere bijsnijdkaders worden gemaakt. Bijsnijdkaders aanpassen (ScanGear) Verwant onderwerp Scannen in de Basismodus...
  • Pagina 334 Tabblad Geavanceerde modus In deze modus kunt u geavanceerde scaninstellingen opgeven, zoals de kleurenmodus, uitvoerresolutie, helderheid van de afbeelding en kleurtint. In dit gedeelte worden instellingen en functies beschreven die beschikbaar zijn op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode). (1) Knoppen voor de instellingen en bewerkingen (2) Werkbalk (3) Voorbeeldgebied Opmerking...
  • Pagina 335 Voer Naam instelling (Setting Name) in en klik op Toevoegen (Add). De naam wordt weergegeven in Lijst met voorkeursinstellingen (Favorite Settings List). Wanneer u op Opslaan (Save) klikt, wordt het item weergegeven in de lijst Voorkeursinstellingen (Favorite Settings) en kan het worden geselecteerd, samen met de vooraf gedefinieerde items. Als u een item wilt verwijderen, selecteert u het item in de Lijst met voorkeursinstellingen (Favorite Settings List) en klikt u op Verwijderen (Delete).
  • Pagina 336 Opmerking • U kunt ook op een afbeelding inzoomen door op het kader te dubbelklikken. Dubbelklik opnieuw op het vergrote kader om het te herstellen naar de oorspronkelijke grootte. In de volledige afbeeldingsweergave: Hiermee scant u de afbeelding in het gebied dat is opgegeven met een bijsnijdkader opnieuw met een sterkere vergroting.
  • Pagina 337 • De verwerking van afbeeldingen kan enige tijd in beslag nemen als het totale formaat van de gescande afbeeldingen een bepaalde grootte overschrijdt. In dat geval wordt er een waarschuwingsbericht weergegeven; het wordt aanbevolen de totale grootte te beperken. Voer een scan uit in de volledige afbeeldingsweergave om door te gaan.
  • Pagina 338 (Linksom roteren) De voorbeeldafbeelding wordt 90 graden tegen de klok in gedraaid. • Het resultaat is zichtbaar in de gescande afbeelding. • Wanneer u de afbeelding opnieuw als voorbeeld weergeeft, wordt de oorspronkelijke staat hersteld. (Rechtsom roteren) De afbeelding wordt 90 graden met de klok mee gedraaid. •...
  • Pagina 339 (Handleiding openen) Opent deze pagina. (3) Voorbeeldgebied Hier wordt een testafbeelding weergegeven nadat u op Voorbeeld (Preview) hebt geklikt. U ziet ook de resultaten van afbeeldingscorrecties, kleuraanpassingen en andere instellingen die zijn geconfigureerd in (1) Knoppen voor de instellingen en bewerkingen.
  • Pagina 340 Opmerking • Maak bijsnijdkader(s) op de weergegeven afbeelding. In de miniaturenweergave kan maar één bijsnijdkader per afbeelding worden gemaakt. In de volledige afbeeldingsweergave kunnen meerdere bijsnijdkaders worden gemaakt. Bijsnijdkaders aanpassen (ScanGear) Verwant onderwerp Scannen in de Geavanceerde modus Meerdere documenten tegelijk scannen vanuit de ADF (automatische documentinvoer) in de Geavanceerde modus...
  • Pagina 341 Algemene opmerkingen (scannerstuurprogramma) ScanGear (scannerstuurprogramma) kent de volgende beperkingen. Denk hieraan wanneer u het programma gebruikt. Beperkingen van het scannerstuurprogramma • Als u het NTFS-bestandssysteem gebruikt, wordt de TWAIN-gegevensbron wellicht niet opgeroepen. Dit komt doordat de TWAIN-module niet naar de winnt-map kan worden geschreven vanwege beveiligingsredenen.
  • Pagina 342 scanner of camera invoegen< (Insert Picture from Scanner or Camera). Anders worden de afbeeldingen mogelijk niet goed gescand. • Als u afbeeldingen scant in Microsoft Office 2007/Microsoft Office 2010 (Word, Excel of PowerPoint), gebruikt u Microsoft Mediagalerie. • Het is mogelijk dat afbeeldingen in bepaalde toepassingen niet goed worden gescand. Vergroot in dat geval het virtuele geheugen van het besturingssysteem en probeer het opnieuw.
  • Pagina 343 Scantips Originelen plaatsen (scannen vanaf een computer) Scaninstellingen voor het netwerk Het menu en instellingenvenster van IJ Network Scanner Selector EX2...
  • Pagina 344 Originelen plaatsen (scannen vanaf een computer) In dit gedeelte wordt beschreven hoe u originelen op de glasplaat of ADF (automatische documentinvoer) plaatst om ze te scannen. Als items niet correct worden geplaatst, worden ze mogelijk niet juist gescand. Belangrijk • Leg geen voorwerpen op de documentklep. Wanneer u de documentklep opent, kunnen er voorwerpen in uw scanner of printer vallen, wat leidt tot slecht functioneren.
  • Pagina 345 Belangrijk • Zie Originelen plaatsen voor de gedeelten waar- in items niet kunnen worden gescand. Belangrijk • Grote items (zoals foto's op A4-formaat) die alleen tegen de randen/pijl (positiemarkering) van de plaat kunnen worden geplaatst, worden mogelijk opgeslagen als PDF- bestanden.
  • Pagina 346 • Zie Ondersteunde originelen voor ondersteunde documentformaten bij scannen vanuit de ADF. 1. Open de documentlade. 2. Plaats de documenten op de ADF en stel de documentgeleiders in op de breedte van de documenten. Plaats de documenten met de bedrukte zijde omhoog totdat u een piepgeluid hoort.
  • Pagina 347 • Als het pictogram niet wordt weergegeven in het systeemvak op het bureaublad, volgt u de onderstaande procedure om te starten. • Windows 10: Klik in het menu Start op Alle apps (All apps) > Canon Utilities > IJ Network Scanner Selector EX2. • Windows 8.1:...
  • Pagina 348 Selector EX'. • Windows 7: Klik in het menu Start op Alle programma´s (All Programs) > Canon Utilities > IJ Network Scanner Selector EX2 > IJ Network Scanner Selector EX2. Het pictogram wordt weergegeven in het systeemvak op het bureaublad en het scherm Instellingen scannen-vanaf-pc wordt weergegeven.
  • Pagina 349 • Als het pictogram niet wordt weergegeven in het systeemvak op het bureaublad, volgt u de onderstaande procedure om te starten. • Windows 10: Klik in het menu Start op Alle apps (All apps) > Canon Utilities > IJ Network Scanner Selector EX2. • Windows 8.1: Klik in het startscherm op IJ Network Scanner Selector EX2.
  • Pagina 350 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram (IJ Network Scanner Selector EX2) in het systeemvak op het bureaublad en selecteer vervolgens Instellingen... (Settings...). Het scherm Instellingen scannen-vanaf-pc wordt weergegeven. 3. Klik op Instellingen scannen-vanaf-bedieningspaneel (Scan-from-Operation-Panel Settings). Het scherm Instellingen scannen-vanaf-bedieningspaneel wordt weergegeven. 4.
  • Pagina 351 Faxen Het faxen voorbereiden Ontvangers registreren Faxen verzenden via het Een fax verzenden vanaf een computer bedieningspaneel van de printer (Windows) Een fax verzenden vanaf een computer Faxen ontvangen (Mac OS) Overige nuttige faxfuncties...
  • Pagina 352 Het faxen voorbereiden Sluit de printer op de telefoonlijn aan en stel de printer in voordat u de faxfuncties gebruikt. Geef vervolgens de basisinstellingen op, zoals informatie over de afzender, datum/tijd en zomertijd. Belangrijk • Als de stroom wordt onderbroken: Als u er een stroomstoring is opgetreden of als u de stekker per ongeluk uit het stopcontact haalt, worden de datum- en tijdinstellingen op het apparaat teruggezet.
  • Pagina 353 De telefoonlijn aansluiten De verbindingsmethode verschilt afhankelijk van uw telefoonlijn. • Wanneer u de printer rechtstreeks aansluit op de muuraansluiting/Wanneer u de printer aansluit met de xDSL-splitter: Basisverbinding • Als u de printer aansluit op een andere lijn, zoals een xDSL: Verschillende lijnen aansluiten Als de printer niet op de juiste manier is aangesloten, kan de printer geen faxen verzenden/ontvangen.
  • Pagina 354 Belangrijk • Zorg dat de telefoonlijn is aangesloten voordat de printer wordt ingeschakeld. Als u de telefoonlijn aansluit terwijl de printer is ingeschakeld, schakelt u de printer uit en haalt u de stekker uit het stopcontact. Wacht 1 minuut en sluit de stekker weer aan. Opmerking •...
  • Pagina 355 • Verbinding maken met een internettelefoon A. DSL (Digital Subscriber Line) B. xDSL-modem (het modem bevat mogelijk geen ingebouwde splitter) C. Breedbandrouter die compatibel is met internettelefoon D. Computer E. Telefoon of antwoordapparaat F. WAN-poort (Wide Area Network) G. LAN-poort (Local Area Network) H.
  • Pagina 356 Opmerking • Als u verbinding maakt met de xDSL-lijn, moet u hetzelfde lijntype selecteren als het type dat u gebruikt in Type telefoonlijn (Telephone line type). Het telefoonlijntype instellen • Aansluiten op een ISDN-lijn Raadpleeg de handleiding die is geleverd bij uw terminaladapter of inbelrouter voor meer informatie over ISDN-aansluitingen en -instellingen (Integrated Service Digital Network).
  • Pagina 357 Het telefoonlijntype instellen Controleer of u het juiste telefoonlijntype voor uw telefoonlijn hebt ingesteld voordat u de printer gaat gebruiken. Als u niet zeker weet welk telefoonlijntype u gebruikt, neemt u contact op met uw telefoonmaatschappij. Neem contact op met uw telefoonmaatschappij of serviceprovider als u het lijntype voor xDSL- of ISDN-aansluitingen wilt controleren.
  • Pagina 358 Pulskiezen (Rotary pulse) Selecteer deze optie wanneer uw telefoonlijn geschikt is voor pulskiezen. Toonkiezen (Touch tone) Selecteer deze optie wanneer uw telefoonlijn geschikt is voor toonkiezen. Het telefoonlijntype handmatig instellen in China In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het telefoonlijntype handmatig instelt in China. Zorg dat de printer is ingeschakeld.
  • Pagina 359 10. Selecteer een telefoonlijntype. Pulskiezen (Rotary pulse) Selecteer deze optie wanneer uw telefoonlijn geschikt is voor pulskiezen. Toonkiezen (Touch tone) Selecteer deze optie wanneer uw telefoonlijn geschikt is voor toonkiezen.
  • Pagina 360 De ontvangstmodus instellen Stel de ontvangstbewerking (ontvangstmodus) in. Meer informatie over het instellen van de ontvangstmodus: De ontvangstmodus instellen U kunt de juiste modus selecteren. Meer informatie over de te selecteren ontvangstmodus: Informatie over de ontvangstmodus Voor meer informatie over de geavanceerde instellingen van de ontvangstmodus: Geavanceerde instellingen van de ontvangstmodus Opmerking •...
  • Pagina 361 Geavanceerde instellingen van de ontvangstmodus • Meer informatie over de ontvangstmodus: Informatie over de ontvangstmodus • DRPD is alleen beschikbaar in de VS en Canada. • Netwerkschakelaar (Network switch) is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het land of de regio van aankoop. •...
  • Pagina 362 • Geavanceerde instelling in Modus Telefoonprioriteit (TEL priority mode) U kunt de volgende instellingsitems opgeven. ◦ Hand./auto schakel.: AAN (Manual/auto switch: ON)/Hand./auto schakel.: UIT (Manual/auto switch: OFF) Als u Hand./auto schakel.: AAN (Manual/auto switch: ON) selecteert, worden faxen automatisch door de printer ontvangen nadat het externe apparaat een opgegeven tijd is overgegaan.
  • Pagina 363 Geef de hoeveelheid tijd op en selecteer OK. • Geavanceerde instelling in DRPD U kunt de volgende instellingsitems opgeven. ◦ Belpatroon (Normaal belsignaal (Normal ring)/Dubbel belsignaal (Double ring)/Kort-kort- lang (Short-short-long)/Kort-lang-kort (Short-long-short)) Hiermee stelt u het herkenbare belpatroon in voor een oproep waarvan de printer aanneemt dat het een fax is.
  • Pagina 364 4. Selecteer Instellingen ontvangstmodus (Receive mode settings). 5. Selecteer DRPD. 6. Selecteer Geavanceerd (Advanced). 7. Selecteer het belpatroon dat uw telefoonmaatschappij heeft toegewezen aan uw faxnummer. 8. Geef de hoeveelheid tijd op en selecteer OK. 9. Selecteer OK. Het scherm Functielijst (Function list) wordt weergegeven.
  • Pagina 365 Informatie over de afzender instellen U kunt informatie over de afzender instellen, zoals datum/tijd, toestelnaam en fax-/telefoonnummer van toestel. Informatie over de afzender De datum en tijd instellen Zomertijd instellen Gebruikersinformatie registreren Informatie over de afzender Als de naam en het fax-/telefoonnummer van het toestel zijn geregistreerd, worden deze samen met de datum en tijd afgedrukt als afzenderinformatie op de fax van de ontvanger.
  • Pagina 366 Gebruikersinstellingen apparaat De datum en tijd instellen In dit gedeelte wordt de procedure beschreven voor het instellen van de datum en tijd. Zorg dat de printer is ingeschakeld. 2. Selecteer Instellingen (Setup) op het HOME-scherm. Het bedieningspaneel gebruiken 3. Selecteer Instellingen (Settings).
  • Pagina 367 3. Selecteer OK. 4. Selecteer nogmaals OK wanneer alle instellingen zijn voltooid. 8. Stel de tijd in. 1. Selecteer het instellingsitem dat u wilt wijzigen. 2. Selecteer het nummer dat u wilt invoeren. Voer de datum en tijd in een 24-uursnotatie in. 3.
  • Pagina 368 Zorg dat de printer is ingeschakeld. 2. Selecteer Instellingen (Setup) op het HOME-scherm. Het bedieningspaneel gebruiken 3. Selecteer Instellingen (Settings). 4. Selecteer Apparaatinstellingen (Device settings). 5. Selecteer Gebruikersinstellingen apparaat (Device user settings). 6. Selecteer Instelling zomertijd (Daylight saving time setting). 7.
  • Pagina 369 9. Stel de datum en tijd in wanneer de zomertijd eindigt. 1. Stel de datum in wanneer de zomertijd eindigt. Selecteer de instelling die wilt wijzigen en geef vervolgens de instelling op. Selecteer nogmaals OK wanneer alle instellingen zijn voltooid. 2.
  • Pagina 370 Zorg dat de printer is ingeschakeld. 2. Selecteer Instellingen (Setup) op het HOME-scherm. Het bedieningspaneel gebruiken 3. Selecteer Instellingen (Settings). 4. Selecteer Apparaatinstellingen (Device settings). 5. Selecteer Faxinstellingen (FAX settings). 6. Selecteer Gebruikersinstellingen FAX (FAX user settings). 7. Selecteer Gebruikersgegevens instellen (User information settings). Het scherm voor het registreren van de toestelnaam en het fax-/telefoonnummer van het toestel wordt weergegeven.
  • Pagina 371 Opmerking • U kunt maximaal 24 tekens inclusief spaties opgeven voor de naam. • Voor meer informatie over het invoeren of verwijderen van tekens: Cijfers, letters en symbolen invoeren 9. Geef het fax-/telefoonnummer van het toestel op. 1. Selecteer het invoerveld onder Toestelnummer (Unit TEL). Het scherm voor het invoeren van het nummer wordt weergegeven.
  • Pagina 372 Ontvangers registreren Ontvangers registreren met het bedieningspaneel van de printer Ontvangers registreren met het hulpprogramma Snelkiezen2 (Windows) Ontvangers registreren met het hulpprogramma Snelkiezen2 (Mac OS)
  • Pagina 373 Ontvangers registreren met het bedieningspaneel van de printer Als u ontvangers van tevoren in het telefoonboek van de printer registreert, kunt u heel eenvoudig fax-/ telefoonnummers kiezen. De volgende methoden voor registreren zijn beschikbaar: • Ontvanger registreren Als u het fax-/telefoonnummer en de naam van de ontvanger in het telefoonboek registreert, kunt u een fax verzenden door een geregistreerde ontvanger in het telefoonboek van de printer te selecteren.
  • Pagina 374 Het fax-/telefoonnummer van ontvangers registreren Voordat u het telefoonboek van de printer kunt gebruiken, moet u fax-/telefoonnummers van ontvangers registreren. Volg de onderstaande procedure om de fax-/telefoonnummers van de ontvangers te registreren. Zorg dat de printer is ingeschakeld. 2. Selecteer FAX op het HOME-scherm.
  • Pagina 375 8. Selecteer een registratiemethode. 9. Registreer het fax-/telefoonnummer van de ontvanger. Registreer het fax-/telefoonnummer van de ontvanger op basis van de registratiemethode die u hebt geselecteerd. • Door het nummer in te voeren (By entering the number) Het scherm voor het registreren van het fax-/telefoonnummer en de naam van de ontvanger wordt weergegeven.
  • Pagina 376 Wanneer u een fax-/telefoonnummer of naam uit de ontvangen oproepenlogboeken selecteert, wordt het registratiescherm voor het fax-/telefoonnummer en de naam van de ontvanger weergegeven. Ga naar de volgende stap. Opmerking • Deze registratiemethode is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het land of de regio van aankoop.
  • Pagina 377 3. Selecteer OK. Opmerking • U kunt voor het fax-/telefoonnummer maximaal 60 tekens (40 tekens in de VS, Canada, Korea en sommige regio´s van Latijns-Amerika) inclusief spaties invoeren. Cijfers, letters en symbolen invoeren • Als Type telefoonlijn (Telephone line type) in Gebruikersinstellingen FAX (FAX user settings) onder Faxinstellingen (FAX settings) is ingesteld op Pulskiezen (Rotary pulse), kunt u een toon (T) invoeren door de toets Toon te selecteren.
  • Pagina 378 Ontvangers registreren bij Groepskiezen Als u twee of meer geregistreerde ontvangers registreert als groepskiesnummer, kunt u hetzelfde document verzenden aan alle ontvangers die voor het groepskiesnummer zijn geregistreerd. Zorg dat de printer is ingeschakeld. 2. Selecteer FAX op het HOME-scherm. Het bedieningspaneel gebruiken Het stand-byscherm voor faxen wordt weergegeven.
  • Pagina 379 Het scherm voor het registreren van de groepsnaam en het groepslid wordt weergegeven. 8. Geef de groepsnaam op. 1. Selecteer het invoerveld voor de groepsnaam. Het scherm voor het invoeren van het teken wordt weergegeven. 2. Geef de groepsnaam op. 3.
  • Pagina 380 Weergave op ID-nummer A. Selecteer om over te schakelen van weergave op naam naar weergave op ID-nummer. B. Selecteer om het scherm weer te geven waarin u een initiaal kunt selecteren. U kunt de geregistreerde ontvanger zoeken door naar zijn of haar initiaal te zoeken. Door het initiaal te selecteren, worden de geregistreerde ontvangers in alfabetische volgorde vanaf het geselecteerde teken weergegeven.
  • Pagina 381 Opmerking • Als u een ontvanger uit het groepskiesnummer wilt verwijderen, selecteert u de ontvanger die u uit de lijst wilt verwijderen. Selecteer Ja (Yes) nadat het bevestigingsscherm wordt weergegeven, om de ontvanger uit de groepskeuze te verwijderen. 3. Selecteer nogmaals Lid toevoegen (Add member) als u nog een lid wilt toevoegen. Het telefoonboek van de printer wordt weergegeven.
  • Pagina 382 Geregistreerde gegevens wijzigen Ga als volgt te werk om de geregistreerde gegevens voor ontvangers en groepskiesnummers te wijzigen. Zorg dat de printer is ingeschakeld. 2. Selecteer FAX op het HOME-scherm. Het bedieningspaneel gebruiken Het stand-byscherm voor faxen wordt weergegeven. 3. Selecteer Functielijst (Function list). Het scherm Functielijst (Function list) wordt weergegeven.
  • Pagina 383 4. Als u een lid wilt verwijderen, selecteert u de ontvanger in de lijst. Selecteer Ja (Yes) zodra het bevestigingsscherm wordt weergegeven, om de ontvanger uit de groepskeuze te verwijderen. 5. Selecteer Voltooien (Complete) om de wijziging te voltooien.
  • Pagina 384 Geregistreerde gegevens verwijderen Ga als volgt te werk om de geregistreerde gegevens voor ontvangers en groepskiesnummers te verwijderen. Zorg dat de printer is ingeschakeld. 2. Selecteer FAX op het HOME-scherm. Het bedieningspaneel gebruiken Het stand-byscherm voor faxen wordt weergegeven. 3. Selecteer Functielijst (Function list). Het scherm Functielijst (Function list) wordt weergegeven.
  • Pagina 385 Een lijst met geregistreerde nummers afdrukken U kunt een lijst met fax-/telefoonnummers afdrukken en deze lijst bij de printer bewaren als hulpmiddel bij het kiezen. Zorg dat de printer is ingeschakeld. Plaats papier. 3. Selecteer FAX op het HOME-scherm. Het bedieningspaneel gebruiken Het stand-byscherm voor faxen wordt weergegeven.
  • Pagina 386 Ontvangers registreren met het hulpprogramma Snelkiezen2 (Windows) Informatie over het hulpprogramma Snelkiezen2 Met het hulpprogramma Snelkiezen2 kunt u het telefoonboek dat op de printer is geregistreerd, doorsturen naar een computer en op de computer registreren/wijzigen. Daarnaast kunt u het telefoonboek dat op de computer is bewerkt, op de printer registreren.
  • Pagina 387 1. Zorg dat de printer is ingeschakeld. 2. Start het hulpprogramma Snelkiezen2. • Klik in Windows 10 op de Start-knop en selecteer alle apps (All apps), Canon Utilities en vervolgens hulpprogramma Snelkiezen2. • In Windows 8.1 of Windows 8 selecteert u Hulpprogramma Snelkiezen2 (Speed Dial Utility2) op het Startscherm om het hulpprogramma Snelkiezen2 te starten.
  • Pagina 388 Dialoogvenster Hulpprogramma Snelkiezen2 Het dialoogvenster Hulpprogramma Snelkiezen2 (Speed Dial Utility2) bevat de volgende items. 1. Printernaam: (Printer Name:) Hier selecteert u de printer waarvoor u het telefoonboek wilt bewerken met het hulpprogramma Snelkiezen2. Achter de printernaam wordt het MAC-adres van de printer weergegeven. Opmerking •...
  • Pagina 389 4. Lijst met geregistreerde gegevens Hier worden de geregistreerde gegevens weergegeven die zijn geselecteerd bij Lijst met instellingsitems: (Setting Item List:). Opmerking • U kunt de weergavevolgorde sorteren door op de itemnaam te klikken. 5. Bewerken... (Edit...)/Alles selecteren (Select All)/Verwijderen (Delete) Hiermee bewerkt u het item dat is geselecteerd onder Lijst met instellingsitems: (Setting Item List:), verwijdert u het item of selecteert u alle items.
  • Pagina 390 Het op de printer geregistreerde telefoonboek opslaan op de computer Volg de onderstaande procedure als u het telefoonboek (dat de naam en het fax-/telefoonnummer van de ontvangers, groepskiesnummers, de naam en het fax-/telefoonnummer van de gebruiker en geweigerde nummers bevat) dat op de printer is geregistreerd, wilt opslaan op de computer. Start het hulpprogramma Snelkiezen2.
  • Pagina 391 Fax-/telefoonnummers registreren met het hulpprogramma Snelkiezen2 Volg de onderstaande procedure als u fax-/telefoonnummers wilt registreren. Opmerking Voordat u fax-/telefoonnummers registreert met het hulpprogramma Snelkiezen2, moet u controleren of er geen faxbewerkingen worden uitgevoerd. Start het hulpprogramma Snelkiezen2. 2. Selecteer een printer in de keuzelijst Printernaam: (Printer Name:) en klik op Afdrukinstellingen weergeven (Display Printer Settings).
  • Pagina 392 1. Geef de groepsnaam op. 2. Selecteer het nummer dat u aan de groepskeuze wilt toevoegen en klik op Toevoegen >> (Add >>). Opmerking • U kunt alleen nummers toevoegen die al zijn geregistreerd. 6. Klik op OK. Herhaal stap 4 tot en met 6 als u nog meer fax-/telefoonnummers of groepskiesnummers wilt registreren. •...
  • Pagina 393 Fax-/telefoonnummers wijzigen met het hulpprogramma Snelkiezen2 Volg de onderstaande procedure als u fax-/telefoonnummers wilt wijzigen. Opmerking • Voordat u fax-/telefoonnummers wijzigt met het hulpprogramma Snelkiezen2, moet u controleren of er geen faxbewerkingen worden uitgevoerd. Start het hulpprogramma Snelkiezen2. 2. Selecteer een printer in de keuzelijst Printernaam: (Printer Name:) en klik op Afdrukinstellingen weergeven (Display Printer Settings).
  • Pagina 394 1. Geef een nieuwe groepsnaam op. 2. Voeg een nummer toe aan de groepskeuze of verwijder een nummer. Een nummer toevoegen: Selecteer het nummer dat u aan de groepskeuze wilt toevoegen en klik op Toevoegen >> (Add >>). Een nummer verwijderen: Selecteer het nummer dat u uit de groepskeuze wilt verwijderen en klik op <<...
  • Pagina 395 Fax-/telefoonnummers verwijderen met het hulpprogramma Snelkiezen2 Volg de onderstaande procedure als u fax-/telefoonnummers wilt verwijderen. Opmerking • Voordat u fax-/telefoonnummers verwijdert met het hulpprogramma Snelkiezen2, moet u controleren of er geen faxbewerkingen worden uitgevoerd. Start het hulpprogramma Snelkiezen2. 2. Selecteer een printer in de keuzelijst Printernaam: (Printer Name:) en klik op Afdrukinstellingen weergeven (Display Printer Settings).
  • Pagina 396 Gegevens over de afzender wijzigen met het hulpprogramma Snelkiezen2 Volg de onderstaande procedure als u de naam of het fax-/telefoonnummer van de gebruiker wilt wijzigen. Start het hulpprogramma Snelkiezen2. 2. Selecteer een printer in de keuzelijst Printernaam: (Printer Name:) en klik op Afdrukinstellingen weergeven (Display Printer Settings).
  • Pagina 397 Geweigerde nummers registreren/wijzigen met het hulpprogramma Snelkiezen2 Volg de onderstaande procedure als u geweigerde nummers wilt registreren, wijzigen of verwijderen. Start het hulpprogramma Snelkiezen2. 2. Selecteer een printer in de keuzelijst Printernaam: (Printer Name:) en klik op Afdrukinstellingen weergeven (Display Printer Settings). 3.
  • Pagina 398 Het op de computer opgeslagen telefoonboek registreren op de printer U kunt de gegevens in het telefoonboek (RSD-bestand, *.rsd) laden en registreren op de printer. De gegevens in een telefoonboek (RSD-bestand, *.rsd) dat van een andere printer is geëxporteerd, kunnen in uw printer worden geladen en geregistreerd.
  • Pagina 399 Faxen verzenden via het bedieningspaneel van de printer Faxen versturen door een fax-/telefoonnummer in te voeren Basis Een fax opnieuw verzenden (nummerherhaling van bezette nummers) Verzendingsinstellingen voor faxen...
  • Pagina 400 Faxen versturen door een fax-/telefoonnummer in te voeren In dit gedeelte wordt beschreven hoe u faxnummers kiest en faxen direct verzendt door de fax-/ telefoonnummers in te voeren. Belangrijk • Het is mogelijk dat faxen bij een onbeoogde ontvanger terechtkomen doordat het verkeerde fax-/ telefoonnummer is gekozen of het nummer onjuist is geregistreerd.
  • Pagina 401 U kunt elke faxfunctie gebruiken en de faxinstellingen wijzigen. E. Nr. herhalen (Redial) Selecteer deze optie om faxen te versturen met behulp van nummerherhaling. Een fax opnieuw verzenden (nummerherhaling van bezette nummers) F. Kiezen van nummers met de telefoon op de haak Selecteer deze optie om faxen te versturen met behulp van de functie Nummers kiezen met de telefoon op de haak.
  • Pagina 402 A. Numerieke toetsen Hiermee wordt het nummer ingevoerd. B. Pauze (Pause) Hiermee voert u een pauze "P" in. C. Verwijderen Hiermee wordt het ingevoerde nummer verwijderd. D. Lege spatie Hiermee wordt een spatie ingevoerd. 3. Selecteer OK. Het aanraakscherm gaat terug naar stand-byscherm voor faxen. 5.
  • Pagina 403 Belangrijk • Verzenden in kleur is alleen mogelijk wanneer het ontvangende faxapparaat faxen in kleur ondersteunt. • Wacht met openen van de documentklep tot het scannen is voltooid. 6. Start het verzenden. • Als u het document in de ADF plaatst: Het document wordt automatisch door de printer gescand en de fax wordt verzonden.
  • Pagina 404 Een fax opnieuw verzenden (nummerherhaling van bezette nummers) Er zijn twee methoden voor het herhalen van een nummer: Automatische nummerherhaling en Handmatige nummerherhaling. • Automatische nummerherhaling Als u een document verzendt en de lijn bezet is, probeert de printer het na een ingesteld periode automatisch opnieuw.
  • Pagina 405 Opmerking • Als u de automatische nummerherhaling wilt annuleren, wacht u totdat de printer opnieuw begint met kiezen en drukt u op de knop Stoppen (Stop). • Als u automatische nummerherhaling wilt annuleren, kunt u de niet-verzonden fax uit het printergeheugen wissen terwijl de printer wacht op de volgende poging.
  • Pagina 406 Opmerking • Voor handmatige nummerherhaling onthoudt de printer maximaal 10 nummers van ontvangers waarvoor het fax-/telefoonnummer is ingevoerd. Let op: de printer onthoudt geen nummers die zijn gekozen met nummerherhaling of die in het telefoonboek zijn geselecteerd. • Druk op de knop Stoppen (Stop) om handmatige nummerherhaling te annuleren. Als u het verzenden wilt annuleren terwijl de fax wordt verzonden, drukt u op de knop Stoppen (Stop) en volgt u de aanwijzingen op het aanraakscherm.
  • Pagina 407 Verzendingsinstellingen voor faxen U kunt verzendinstellingen zoals het scancontrast of de scanresolutie wijzigen op het stand-byscherm voor faxen. Selecteer om de verzendinstellingen te wijzigen. • Scanres. (ScanRes.) U kunt de volgende instellingen voor de scanresolutie selecteren. Standaard (Standard) Geschikt voor documenten die alleen tekst bevatten. Fijn (Fine) Geschikt voor documenten met kleine letters.
  • Pagina 408 Het aanraakscherm terug naar het stand-byscherm voor faxen nadat u alle instellingen hebt opgegeven en OK hebt geselecteerd.
  • Pagina 409 Een fax verzenden vanaf een computer (Windows) Een fax verzenden (faxstuurprogramma) Basis Een adresboek maken (faxstuurprogramma) Ontvangers in een adresboek bewerken of verwijderen (faxstuurprogramma) Ontvangers zoeken in een adresboek (faxstuurprogramma) Kan geen faxen verzenden vanaf een computer Het scherm met instellingen van het faxstuurprogramma openen Algemene opmerkingen (faxstuurprogramma)
  • Pagina 410 (bijvoorbeeld Kladblok) en klik vervolgens op Afdrukken. (De opdracht Afdrukken... (Print...) vindt u in het menu Bestand (File).) 3. Selecteer Canon XXX series FAX (waarbij XXX de modelnaam is) bij Printer selecteren (Select Printer) of Naam (Name) in het dialoogvenster Afdrukken (Print).
  • Pagina 411 6. Selecteer een ontvanger bij Naam ontvanger (Recipient Name) in het dialoogvenster Ontvanger kiezen uit adresboek (Select Recipient from Address Book) en klik op Instellen als ontvanger (Set as Recipient). De geselecteerde ontvanger wordt weergegeven in Geadresseerde (Recipient) in het dialoogvenster Fax verzenden (Send FAX).
  • Pagina 412 Opmerking • U kunt Geadresseerde (Recipient) ook opgeven door Naam ontvanger (Recipient Name) en Faxnummer (Fax Number) in te voeren bij Direct invoeren (Direct Entry) in het dialoogvenster Fax verzenden (Send FAX) en daarna te klikken op Instellen als ontvanger (Set as Recipient). •...
  • Pagina 414 Een adresboek maken (faxstuurprogramma) Als u gebruikmaakt van een adresboek, kunt u gemakkelijk faxen verzenden door een ontvanger te selecteren. U kunt de naam, het faxnummer en andere informatie registreren in het adresboek. Een ontvanger (WAB-contact) registreren in het adresboek U kunt afzonderlijke ontvangers (Contactpersonen) registreren in het adresboek.
  • Pagina 415 4. Selecteer Contactpersoon (Contact) in het dialoogvenster Nieuwe vermelding (New Entry) en klik vervolgens op OK. Opmerking • Voor het faxen kunt u slechts één Contactpersoon (Contact) (één ontvanger) opgeven. Het is niet mogelijk om een Distributielijst (Distribution List) op te geven. 5.
  • Pagina 416 6. Geef op het tabblad Thuis (Home) of Werk (Work) het faxnummer op en klik vervolgens op OK. Een afzonderlijke ontvanger (Contactpersoon) is in het adresboek geregistreerd. Opmerking • U kunt ook een ontvanger registreren door op de knop Toevoegen aan adresboek... (Add to Address Book...) te klikken in het dialoogvenster Fax verzenden (Send FAX) nadat u de ontvanger hebt ingevoerd.
  • Pagina 417 Geavanceerde instellingen (Advanced settings) en klik vervolgens op OK. 3. Selecteer in het menu Start de optie XXXX (gebruikersnaam) (XXXX (user name)). Dubbelklik vervolgens op AppData > Zwervend (Roaming) > Canon > MP5 om de map te openen.
  • Pagina 418 Ontvangers in een adresboek bewerken of verwijderen (faxstuurprogramma) U kunt de naam, het faxnummer en andere gegevens van de ontvangers wijzigen of ontvangers verwijderen die zijn geregistreerd in het adresboek. Ontvangers in een adresboek bewerken Open het dialoogvenster met afdrukinstellingen van het faxstuurprogramma. 2.
  • Pagina 419 Ontvangers verwijderen uit een adresboek Open het dialoogvenster met afdrukinstellingen van het faxstuurprogramma. 2. Klik op Adresboek... (Address Book...) in het dialoogvenster dat wordt weergegeven. 3. Selecteer de geadresseerde die u uit het dialoogvenster Adresboek (Address Book) wilt verwijderen en klik op Verwijderen (Delete).
  • Pagina 420 4. Klik in het bevestigingsbericht op Ja (Yes).
  • Pagina 421 (bijvoorbeeld Kladblok) en klik vervolgens op Afdrukken. (De opdracht Afdrukken... (Print...) vindt u in het menu Bestand (File).) 2. Selecteer Canon XXX series FAX (waarbij XXX de modelnaam is) bij Printer selecteren (Select Printer) of Naam (Name) in het dialoogvenster Afdrukken (Print).
  • Pagina 422 5. Geef in Zoeken op geadresseerde (Search by Recipient) in het dialoogvenster Ontvanger kiezen uit adresboek (Select Recipient from Address Book) de naam op van de ontvanger die u zoekt. Als de opgegeven naam wordt gevonden, wordt de naam van de ontvanger geselecteerd weergegeven in de lijst met contacten.
  • Pagina 423 Kan geen faxen verzenden vanaf een computer Is het apparaat ingeschakeld? Controle 1 U kunt geen faxen verzenden als de stroom is uitgeschakeld. Druk op de knop AAN (ON) om de stroom in te schakelen. Als u de stekker uit het stopcontact haalt zonder het apparaat uit te schakelen (een van de knoppen op het bedieningspaneel brandt), wordt het apparaat ingeschakeld als u de stekker weer in het stopcontact steekt.
  • Pagina 424 Is het faxnummer van de ontvanger correct? Controle 5 Controleer het faxnummer van de ontvanger en verzend het document opnieuw. Een fax verzenden (faxstuurprogramma) Opmerking • Raadpleeg 'Ontvangers in een adresboek bewerken of verwijderen (faxstuurprogramma)' voor meer informatie over het wijzigen van geregistreerde ontvangers in het adresboek. Treedt er een fout op tijdens het verzenden? Controle 6 Controleer of er een bericht wordt weergegeven op het computerscherm.
  • Pagina 425 Hardware en geluiden (Hardware and Sound) > Apparaten en printers (Devices and Printers). 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Canon XXX series Printer of Canon XXX series FAX en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Printing Preferences) en vervolgens Canon XXX series FAX. ('XXX' is de modelnaam.) •...
  • Pagina 426 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Canon XXX series FAX (waarbij XXX de modelnaam is) en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken... (Printing Preferences...). Het dialoogvenster Eigenschappen van het faxstuurprogramma openen via het fax-/printerpictogram • Windows 8.1/Windows 8: 1. Klik op de charm Instellingen (Settings) > Configuratiescherm (Control Panel) >...
  • Pagina 427 • Het faxstuurprogramma werkt niet correct als u de optie Printerpooling inschakelen (Enable printer pooling) uitschakelt op het tabblad Poorten (Ports) van het dialoogvenster Eigenschappen van Canon XXX series FAX (Canon XXX series FAX Properties) (waarbij XXX de modelnaam is). Controleer of de optie is ingeschakeld.
  • Pagina 428 Faxen ontvangen Faxen ontvangen De papierinstellingen wijzigen Geheugenontvangst...
  • Pagina 429 Faxen ontvangen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u het ontvangen van een faxen voorbereid en hoe u faxen ontvangt. De ontvangst van een fax voorbereiden Ga te werk volgens de onderstaande procedure om de ontvangst van een fax voor te bereiden. Zorg dat de printer is ingeschakeld.
  • Pagina 430 Een fax ontvangen De bedieningsprocedure voor ontvangst kan verschillen, afhankelijk van de geselecteerde ontvangstmodus. Opmerking • Meer informatie over de ontvangstmodus: De ontvangstmodus instellen • U kunt voor elke ontvangstmodus geavanceerde instellingen opgeven. Voor meer informatie over de geavanceerde instellingen van de ontvangstmodus: Geavanceerde instellingen van de ontvangstmodus •...
  • Pagina 431 • Als u zich hebt aangemeld voor de Duplex Ringing-service in Hongkong, gaat de telefoon een opgegeven aantal keren over bij een inkomende oproep met een herkenbaar faxbelpatroon. Vervolgens schakelt de printer over op automatische faxontvangst, zonder dat u de hoorn hoeft op te nemen.
  • Pagina 432 • Als Hand./auto schakel.: AAN (Manual/auto switch: ON) is geselecteerd bij Geavanceerd (Advanced) moet u een binnenkomende oproep beantwoorden door de hoorn van de haak te nemen binnen de tijd die u bij RX-starttijd (RX start time) hebt opgegeven. Anders schakelt de printer over op faxontvangst.
  • Pagina 433 Neem de hoorn van de haak en begin met spreken. Opmerking • Als u deze functie wilt gebruiken, moet u zich aanmelden bij een compatibele service die door uw telefoonmaatschappij wordt geleverd. • Voor DRPD U moet het juiste belpatroon selecteren op de printer. DRPD-belpatroon instellen (alleen VS en Canada) •...
  • Pagina 434 De papierinstellingen wijzigen Deze printer drukt ontvangen faxen af op papier dat vooraf in de printer is geplaatst. Met het bedieningspaneel kunt u de papierinstellingen voor het afdrukken van faxen wijzigen. Zorg dat de instellingen geschikt zijn voor het geplaatste papier. Belangrijk •...
  • Pagina 435 A. Pg.form. (Page size) U kunt het paginaformaat instellen op A4, Letter of Legal. B. Type (Mediumtype) Het type papier is ingesteld op Normaal papier (Plain paper). C. Pap.bron (Paper src) Selecteer een papierbron (Achterste la (Rear tray)/Cassette/Automatisch (Auto)) waarin papier is geplaatst.
  • Pagina 436 Geheugenontvangst Als de printer de ontvangen fax niet heeft kunnen afdrukken, wordt de fax in het printergeheugen opgeslagen. Het lampje Faxgeheugen (FAX Memory) gaat branden en Ontvangen in geheugen. (Received in memory.) wordt weergegeven op het stand-byscherm voor faxen. Belangrijk •...
  • Pagina 437 Stel Afdrukken bij geen inkt (Print when out of ink) bij Automatische afdrukinstellingen (Auto print settings) onder Faxinstellingen (FAX settings) in op Afdrukken (Print). Het kan echter zijn dat de fax deels of in zijn geheel niet wordt afgedrukt omdat de inkt op is. Bovendien wordt de inhoud van de fax niet opgeslagen in het geheugen van de printer.
  • Pagina 438 Overige nuttige faxfuncties Document opgeslagen in printergeheugen...
  • Pagina 439 Document opgeslagen in printergeheugen Als het verzenden van faxen niet wordt voltooid of als de printer de ontvangen faxen niet heeft kunnen afdrukken, worden deze faxen opgeslagen in het printergeheugen. Als er een fout is opgetreden tijdens het verzenden van een fax, wordt het document niet in het printergeheugen opgeslagen.
  • Pagina 440 Een document in het printergeheugen afdrukken U kunt een bepaald document of alle ontvangen documenten in het geheugen tegelijk afdrukken. Wanneer u een bepaald document afdrukt, kunt u het gewenste document selecteren met behulp van het transactienummer. Als u het transactienummer van het gewenste document niet weet, kunt u eerst de lijst met documenten (GEHEUGENLIJST (MEMORY LIST)) afdrukken.
  • Pagina 441 6. Selecteer het menu Afdrukken. • De geheugenlijst afdrukken (GEHEUGENLIJST (MEMORY LIST)): U kunt een lijst afdrukken met de documenten die in het printergeheugen zijn opgeslagen door Doc.lijst afdr. (Print doc. list) te selecteren. Wanneer het bevestigingsbericht voor afdrukken wordt weergegeven, selecteert u Ja (Yes). Het afdrukken wordt gestart.
  • Pagina 442 Een document uit het printergeheugen verwijderen U kunt een bepaald document of alle documenten tegelijk uit het printergeheugen verwijderen. Opmerking • Wanneer u een bepaald document verwijdert, kunt u het gewenste document selecteren met behulp van het transactienummer. Als u het transactienummer van het gewenste document niet weet, kunt u eerst de lijst met documenten (GEHEUGENLIJST (MEMORY LIST)) afdrukken.
  • Pagina 443 Opmerking • Als er geen documenten in het printergeheugen zijn opgeslagen, wordt het bericht Geen document in geheugen. (There is no document in memory.) weergegeven. Selecteer OK om naar het vorige scherm terug te keren. 5. Selecteer het menu om te verwijderen. •...
  • Pagina 444 Veelgestelde vragen Kan de printer niet vinden in het netwerk Kan de Printer niet vinden met het draadloos LAN Onbekende netwerksleutel Netwerk Kan niet afdrukken of verbinding maken Klik hier voor andere vragen over netwerken. De afdruktaak wordt niet gestart Papier is leeg/Afdrukken zijn onduidelijk/Onjuiste kleuren/Zichtbare witte strepen Afdrukresultaten zijn niet naar behoren Afdrukken...
  • Pagina 445 Papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier' Problemen met automatisch dubbelzijdig afdrukken Afdrukresultaten zijn niet naar behoren Scanproblemen (Windows) Scanproblemen (Mac OS) Scanresultaten zijn niet naar behoren (Windows) Scanresultaten zijn niet naar behoren (Mac OS) Kan niet afdrukken/scannen vanaf een smartphone/tablet Er treden vaak fouten op bij het verzenden van faxen De kwaliteit van ontvangen faxen is laag Kan geen nummers kiezen...
  • Pagina 446 Faxproblemen Mechanische problemen Problemen met installeren en downloaden Fouten en berichten Als u een probleem niet kunt oplossen...
  • Pagina 447 Netwerkinstellingen en gangbare problemen Hier volgen enkele veelgestelde vragen over netwerken. Selecteer de verbindingsmethode die u gebruikt of wilt gebruiken. Draadloos LAN Draadloos direct Draadloos LAN Kan de printer niet vinden Kan de Printer niet vinden met het draadloos LAN Kan de printer niet vinden in het scherm Printerinstellingen controleren tijdens instelling (Windows) U komt niet verder dan het scherm Printeraansluiting Kan de printer niet vinden nadat er tijdens de installatie naar is gezocht in het scherm Printerdetectie...
  • Pagina 448 SSID van draadloze router controleren voor smartphone/tablet Instellen met een smartphone/tablet Kan niet afdrukken/scannen vanaf een smartphone/tablet Canon PRINT Inkjet/SELPHY downloaden Problemen tijdens het gebruik van de printer Er verschijnt een bericht op de computer tijdens de installatie Afdrukken is traag...
  • Pagina 449 Problemen met netwerkcommunicatie Kan de printer niet vinden in het netwerk Problemen met de netwerkverbinding Overige netwerkproblemen...
  • Pagina 450 Kan de printer niet vinden in het netwerk Tijdens de configuratie van de printer: Kan de printer niet vinden in het scherm Printerinstellingen controleren tijdens instelling (Windows) U komt niet verder dan het scherm Printeraansluiting Tijdens het gebruiken van de printer: Kan de Printer niet vinden met het draadloos LAN...
  • Pagina 451 Kan de printer niet vinden in het scherm Printerinstellingen controleren tijdens instelling (Windows) Als de printer niet kan worden gevonden en het scherm Printerinstellingen controleren (Check Printer Settings) wordt weergegeven nadat u de printer hebt gezocht via Automatisch zoeken (Automatic search) op het scherm Zoeken naar printers (Search for Printers), klikt u op Opnieuw detecteren (Redetect) en zoekt u opnieuw naar de printer via het IP-adres op het scherm Zoeken naar printers (Search for Printers).
  • Pagina 452 Kan de printer niet vinden in het scherm Printerinstellingen controleren tijdens de instelling van het draadloze LAN (Windows) - Voedingsstatus controleren Zijn de printer en het netwerkapparaat (router en dergelijke) ingeschakeld? Zorg dat de printer is ingeschakeld. Controleer of de printer is ingeschakeld Controleer of het netwerkapparaat (router en dergelijke) is ingeschakeld.
  • Pagina 453 Kan de printer niet vinden in het scherm Printerinstellingen controleren tijdens de instelling van het draadloze LAN (Windows) - Netwerkverbinding van pc controleren Kunt u webpagina's zien op de computer? Zorg dat de computer en het netwerkapparaat (router en dergelijke) zijn geconfigureerd en dat de computer is verbonden met het netwerk.
  • Pagina 454 Kan de printer niet vinden in het scherm Printerinstellingen controleren tijdens de instelling van het draadloze LAN (Windows) - Instellingen voor draadloos LAN van de printer controleren Is de printer zo ingesteld dat draadloze communicatie is toegestaan? Controleer of het pictogram wordt weergegeven op het aanraakscherm.
  • Pagina 455 Kan de printer niet vinden in het scherm Printerinstellingen controleren tijdens de instelling van het draadloze LAN (Windows) - Draadloze-LAN-omgeving controleren Is de printer verbonden met de draadloze router? Gebruik het pictogram op het aanraakscherm om te controleren of de printer is verbonden met de draadloze router.
  • Pagina 456 De printer en de draadloze router moeten zijn verbonden op een bandbreedte van 2,4 GHz. Zorg dat de draadloze router voor de bestemming van de printer is geconfigureerd voor gebruik van de bandbreedte van 2,4 GHz. Belangrijk • Afhankelijk van de draadloze router worden verschillende SSID's toegewezen voor de bandbreedte (2,4 GHz of 5 GHz) of het gebruik (voor pc of gameapparaat) met alfanumerieke tekens aan het eind van de SSID.
  • Pagina 457 Kan de printer niet vinden in het scherm Printerinstellingen controleren tijdens de instelling van het draadloze LAN (Windows) - IP-adres van de printer controleren Is het IP-adres van de printer correct opgegeven? Als het IP-adres van de printer niet correct is opgegeven, wordt de printer mogelijk niet gevonden. Controleer of het IP-adres van de printer niet voor een ander apparaat wordt gebruikt.
  • Pagina 458 • Als geen bericht wordt weergegeven: Annuleer de instelling en stel de beveiligingssoftware zo in dat toegang tot het netwerk door Canon- software is toegestaan. Het bestand Setup.exe of Setup64.exe in de map win > Driver > DrvSetup op de installatie-cd- Nadat u de beveiligingssoftware hebt ingesteld, voert u de instelling van de netwerkcommunicatie opnieuw uit vanaf het begin.
  • Pagina 459 Kan de printer niet vinden in het scherm Printerinstellingen controleren tijdens de instelling van het draadloze LAN (Windows) - Instellingen van draadloze router controleren Controleer de instellingen van de draadloze router. Controleer de instellingen voor de netwerkverbinding van de draadloze router, zoals IP-adresfiltering, MAC-adresfiltering, coderingssleutel en DHCP-functie.
  • Pagina 460 U komt niet verder dan het scherm Printeraansluiting Als u niet verder komt dan het scherm Printeraansluiting (Printer Connection), controleert u het volgende. Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op de printer en de Controle 1 computer. Sluit de printer op de computer aan met een USB-kabel (zie illustratie hieronder). De USB-poort bevindt zich aan de achterkant van de printer.
  • Pagina 461 • Voor Windows: 1. Klik op Annuleren (Cancel). 2. Klik op Terug naar boven (Back to Top) in het scherm Installatie geannuleerd (Setup Canceled). 3. Klik op Afsluiten (Exit) in het scherm Beginnen met instellen (Start Setup) en voltooi de instelling. 4.
  • Pagina 462 Kan de Printer niet vinden met het draadloos LAN Zorg dat de printer is ingeschakeld. Controle 1 Controleer het pictogram (Netwerkstatus (Network status)) op het Controle 2 aanraakscherm. Als het pictogram wordt weergegeven, is draadloos LAN uitgeschakeld. Selecteer Actief (Active) bij Draadloos LAN actief/inactief (WLAN active/inactive) in Draadloos LAN (Wireless LAN) onder LAN-instellingen (LAN settings).
  • Pagina 463 Opmerking • Gebruik de frequentieband van 2,4 GHz om verbinding te maken met een draadloze router. Stem de SSID die is ingesteld voor de printer, af op de frequentieband van 2,4 GHz van de draadloze router. Als u de ingestelde SSID voor de printer wilt controleren, drukt u de netwerkinstellingen af. Netwerkinstellingen afdrukken Opmerking •...
  • Pagina 464 Zorg dat de firewall van de software is uitgeschakeld. Controle 9 Als de firewall van de beveiligingssoftware is ingeschakeld, wordt mogelijk het bericht weergegeven dat Canon- software probeert toegang te krijgen tot het netwerk. Als deze waarschuwing wordt weergegeven, stelt u de beveiligingssoftware zo in dat toegang altijd wordt toegestaan.
  • Pagina 465 Problemen met de netwerkverbinding De printer kan plotseling niet worden gebruikt Onbekende netwerksleutel De printer kan niet worden gebruikt nadat een draadloze router is vervangen of de instellingen ervan zijn gewijzigd...
  • Pagina 466 De printer kan plotseling niet worden gebruikt Kan niet communiceren met de printer nadat de netwerkinstellingen zijn gewijzigd Kan niet communiceren met de printer via draadloos LAN Kan niet communiceren met de printer via Draadloos direct U kunt niet afdrukken, scannen of faxen vanaf een computer die op het netwerk is aangesloten Kan niet communiceren met de printer nadat de netwerkinstellingen zijn gewijzigd Het kan enige tijd duren voordat de computer een IP-adres heeft opgehaald.
  • Pagina 467 Controleer of de netwerkinstellingen van de printer en de draadloze router Controle 4 overeenkomen. Zorg dat de netwerkinstellingen van de printer (zoals naam van draadloze router, SSID en netwerksleutel) overeenkomen met die van de draadloze router. Controleer de instellingen van de draadloze router in de bijgeleverde instructiehandleiding of neem hiervoor contact op met de fabrikant ervan.
  • Pagina 468 Controle 9 Als de firewall van de beveiligingssoftware is ingeschakeld, wordt mogelijk het bericht weergegeven dat Canon-software probeert toegang te krijgen tot het netwerk. Als deze waarschuwing wordt weergegeven, stelt u de beveiligingssoftware zo in dat toegang altijd wordt toegestaan.
  • Pagina 469 Schakel de printer of apparaten in. Als de stroom al is ingeschakeld, schakelt u deze uit en vervolgens weer in. Wordt het pictogram weergegeven op het aanraakscherm? Controle 2 Zo niet, dan is Draadloos direct uitgeschakeld. Schakel Draadloos direct in. Controleer de instellingen van uw apparaat (smartphone/tablet).
  • Pagina 470 Als MP Drivers niet is geïnstalleerd, installeert u dit. (Windows) Controle 2 Installeer MP Drivers met de Installatie-cd-rom of vanaf de Canon-website. Zorg ervoor dat de draadloze router niet beperkt welke computers er Controle 3 toegang toe hebben.
  • Pagina 471 Onbekende netwerksleutel Ingestelde WPA/WPA2- of WEP-sleutel voor draadloze router is onbekend, kan geen verbinding maken Een coderingssleutel instellen Ingestelde WPA/WPA2- of WEP-sleutel voor draadloze router is onbekend, kan geen verbinding maken Raadpleeg de instructiehandleiding bij de draadloze router of neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over het instellen van de draadloze router.
  • Pagina 472 • Voor Mac OS: IJ Network Device Setup Utility starten Uit veiligheidsoverwegingen wordt het aanbevolen WPA, WPA2 of WPA/WPA2 te selecteren. Als uw draadloze router compatibel is met WPA/WPA2, kunt u ook WPA2 of WPA gebruiken. • WPA/WPA2 gebruiken De verificatiemethode, het wachtwoord en het dynamische coderingstype van de draadloze router, de printer en de computer moeten overeenkomen.
  • Pagina 473 De printer kan niet worden gebruikt nadat een draadloze router is vervangen of de instellingen ervan zijn gewijzigd Wanneer u een draadloze router vervangt, voert u de netwerkinstelling van de printer opnieuw uit. • Voor Windows: Voer de installatie uit met behulp van de installatie-cd-rom of vanaf de webpagina. •...
  • Pagina 474 Als MAC-adressen of IP-adressen worden gefilterd op de draadloze router, Controle 2 controleert u of het MAC-adres of IP-adres van de computer, het netwerkapparaat en de printer is geregistreerd. Als u gebruikmaakt van een WPA/WPA2- of WEP-sleutel, moet u ervoor Controle 3 zorgen dat de coderingssleutel voor de computer, het netwerkapparaat en de printer overeenkomt met de sleutel die is ingesteld voor de draadloze router.
  • Pagina 475 Overige netwerkproblemen Netwerkgegevens controleren De fabrieksinstellingen herstellen...
  • Pagina 476 • Druk de netwerkinstellingen af. Netwerkinstellingen afdrukken U kunt voor Windows de netwerkinstellingen controleren op het computerscherm. Het scherm IJ Network Device Setup Utility van Canon U kunt het MAC-adres van de printer weergeven op het aanraakscherm. Systeeminformatie Het IP-adres of MAC-adres van de computer controleren Volg de onderstaande instructies als u het IP-adres of MAC-adres van de computer wilt controleren.
  • Pagina 477 • Voor Mac OS: 1. Selecteer Systeemvoorkeuren (System Preferences) in het Apple-menu en klik op Netwerk (Network). 2. Zorg dat de netwerkinterface die door de computer wordt gebruikt, is geselecteerd en klik op Geavanceerd (Advanced). Controleer of Wi-Fi is geselecteerd als netwerkinterface. 3.
  • Pagina 478 3. Zorg dat Verstuur slechts XX pings (Send only XX pings) is geselecteerd (XX is een getal). 4. Voer het IP-adres van de doelprinter of de draadloze doelrouter in bij Geef het netwerkadres op dat u wilt pingen (Enter the network address to ping). 5.
  • Pagina 479 De fabrieksinstellingen herstellen Belangrijk • Voor Windows: Tijdens de initialisatie worden alle netwerkinstellingen op de printer gewist, waardoor afdrukken, scannen of faxen vanaf een computer via een netwerk niet meer mogelijk is. Als u de printer opnieuw via een netwerk wilt gebruiken nadat u de fabrieksinstellingen hebt hersteld, voert u de installatie opnieuw uit met behulp van de installatie-cd-rom of vanaf de webpagina.
  • Pagina 480 Afdrukproblemen De afdruktaak wordt niet gestart Er wordt geen inkt toegevoerd Papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier' Afdrukresultaten zijn niet naar behoren...
  • Pagina 481 De afdruktaak wordt niet gestart Controleer of de printer goed is aangesloten en druk op de knop AAN (ON) Controle 1 om hem in te schakelen. Het AAN (ON)-lampje knippert terwijl de printer wordt geïnitialiseerd. Wacht totdat het AAN (ON)-lampje stopt met knipperen en blijft branden.
  • Pagina 482 Controle 5 De printer drukt niet goed af als u een printerstuurprogramma voor een andere printer gebruikt. • Voor Windows: Controleer of "Canon XXX series" (waarbij "XXX" de naam van uw printer is) is geselecteerd in het dialoogvenster Afdrukken. Opmerking •...
  • Pagina 483 Er wordt geen inkt toegevoerd Is de inkt op? Controle 1 Open de scaneenheid / klep en controleer de inktstatus op het aanraakscherm. De inktstatus op het aanraakscherm controleren Is er oranje tape of beschermende folie achtergebleven op de inkttank? Controle 2 Controleer of alle beschermende folie is verwijderd zodat het Y-vormige luchtgat vrij is, zoals hieronder wordt weergegeven (A).
  • Pagina 484 Als het probleem nog niet is verholpen na een diepte-reiniging van de printkop, is de printkop mogelijk beschadigd. Neem contact op met het dichtstbijzijnde Canon-servicecentrum om een reparatie aan te vragen.
  • Pagina 485 Papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier' Zorg dat er papier is geplaatst. Controle 1 Papier plaatsen Let op het volgende wanneer u papier plaatst. Controle 2 • Als u twee of meer vellen papier plaatst, moet u de vellen precies op elkaar leggen voordat u het papier plaatst.
  • Pagina 486 Controleer of zich geen vreemde voorwerpen in de achterste lade bevinden. Controle 6 Lijst met ondersteuningscodes voor fouten (papierstoringen) om het papier te verwijderen als het papier in de achterste lade scheurt. Als er vreemde voorwerpen in de achterste lade zitten, schakelt u de printer uit, haalt u de stekker uit het stopcontact en verwijdert u het voorwerp.
  • Pagina 487 Zijn de transporteenheidklep en de achterklep correct bevestigd? Controle 9 Achteraanzicht voor de locatie van de transporteenheidklep en de achterklep. Als de bovenstaande maatregelen het probleem niet verhelpen, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde Canon-servicecentrum om een reparatie aan te vragen.
  • Pagina 488 Afdrukresultaten zijn niet naar behoren Als de afdrukresultaten niet naar behoren zijn omdat ze witte strepen, verkeerd afgedrukte lijnen of ongelijkmatige kleuren vertonen, controleert u eerst de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit. Komen de instellingen voor paginaformaat en mediumtype overeen met het Controle 1 formaat en type van het geplaatste papier? Als deze instellingen niet overeenkomen, kan niet het juiste resultaat worden verkregen.
  • Pagina 489 Deze instelling kan niet worden aangebracht op het PictBridge-compatibele apparaat (draadloos LAN). Als het probleem niet is opgelost, controleert u andere oorzaken. Controle 3 Zie ook de volgende gedeelten: Papier is leeg/Afdrukken zijn onduidelijk/Onjuiste kleuren/Zichtbare witte strepen Lijnen worden verkeerd afgedrukt Papier vertoont vlekken / Papieroppervlak vertoont krassen Het afdrukken wordt niet voltooid Verticale lijn naast afbeelding...
  • Pagina 490 Papier is leeg/Afdrukken zijn onduidelijk/Onjuiste kleuren/ Zichtbare witte strepen Afdrukken zijn onduidelijk Onjuiste kleuren...
  • Pagina 491 Zichtbare witte strepen Controleer de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit. Controle 1 Afdrukresultaten zijn niet naar behoren Controleer de status van de inkttanks. Vervang de inkttank als de inkt op is. Controle 2 Inkttanks vervangen Is er oranje tape of beschermende folie achtergebleven op de inkttank? Controle 3 Controleer of alle beschermende folie is verwijderd zodat het Y-vormige luchtgat vrij is, zoals hieronder wordt weergegeven (A).
  • Pagina 492 • Als het probleem niet is opgelost nadat u tweemaal een dieptereiniging van de printkop hebt uitgevoerd: Als het probleem nog niet is verholpen na een diepte-reiniging van de printkop, is de printkop mogelijk beschadigd. Neem contact op met het dichtstbijzijnde Canon-servicecentrum om een reparatie aan te vragen.
  • Pagina 493 Hebt u een afdruk gekopieerd die met deze printer is gemaakt? Controle 9 Als u een afdruk die is gemaakt met deze printer, als origineel gebruikt, kan de afdrukkwaliteit afnemen, afhankelijk van de staat van het origineel. Druk rechtstreeks af vanaf de printer of druk, indien mogelijk, nogmaals af vanaf de computer.
  • Pagina 494 Lijnen worden verkeerd afgedrukt Controleer de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit. Controle 1 Afdrukresultaten zijn niet naar behoren Lijn de printkop uit. Controle 2 Als de afgedrukte lijnen niet evenwijdig zijn of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten, dient u de positie van de printkop aan te passen.
  • Pagina 495 Papier vertoont vlekken / Papieroppervlak vertoont krassen Papier vertoont vlekken Vlekkerige randen Vlekkerig papier Papieroppervlak vertoont krassen Controleer de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit. Controle 1 Afdrukresultaten zijn niet naar behoren Controleer het papiertype. Controle 2 Zorg dat u het juiste papier gebruikt voor datgene wat u afdrukt. Ondersteunde mediumtypen Herstel het gekrulde papier voordat u het papier plaatst.
  • Pagina 496 1. Rol het papier op tegen de richting van de krul in, zoals hieronder wordt weergegeven. 2. Controleer of het papier nu vlak is. Het is raadzaam om teruggekruld papier met een vel tegelijk in te voeren. Opmerking • Afhankelijk van het papiertype kan het papier besmeurd raken of niet goed worden ingevoerd, ook al krult het papier niet naar binnen.
  • Pagina 497 ◦ Voor Windows: 1. Zorg dat de printer is ingeschakeld. 2. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma. Het instelvenster van het printerstuurprogramma openen 3. Klik op het tabblad Onderhoud (Maintenance) op Aangepaste instellingen (Custom Settings). 4. Schakel het selectievakje Schuring van papier voorkomen (Prevent paper abrasion) in en klik op OK.
  • Pagina 498 Bij dubbelzijdig afdrukken kan er inkt in het binnenste van de printer terechtkomen, waardoor de afdruk vlekken kan vertonen. Maak de binnenzijde van de printer schoon door een reiniging van de onderste plaat uit te voeren. Binnenkant van de printer reinigen (reiniging onderste plaat) Opmerking •...
  • Pagina 499 Verticale lijn naast afbeelding Is het formaat van het geplaatst papier correct? Controle Als het geplaatste papier groter is dan het opgegeven formaat, kan er een verticale lijn verschijnen in de marge. Stel het papierformaat in overeenkomstig het geplaatste papier. Afdrukresultaten zijn niet naar behoren Opmerking •...
  • Pagina 500 Scanproblemen (Windows) Scanproblemen...
  • Pagina 501 Scanproblemen De scanner werkt niet ScanGear (scannerstuurprogramma) start niet...
  • Pagina 502 De scanner werkt niet Zorg dat uw scanner of printer is ingeschakeld. Controle 1 Sluit de USB-kabel aan op een andere USB-poort van de computer. Controle 2 Als de USB-kabel is aangesloten op een USB-hub, verwijdert u de kabel uit Controle 3 de USB-hub en sluit u deze aan op een USB-poort van de computer.
  • Pagina 503 ScanGear (scannerstuurprogramma) start niet Zorg dat MP Drivers is geïnstalleerd. Controle 1 Installeer MP Drivers vanaf de installatie-cd-rom of onze website als het nog niet is geïnstalleerd. Selecteer uw scanner of printer in het menu van de toepassing. Controle 2 Belangrijk •...
  • Pagina 504 Faxproblemen Problemen met het verzenden van faxen Problemen met het ontvangen van faxen Problemen met de telefoon...
  • Pagina 505 Problemen met het verzenden van faxen Kan geen faxen verzenden Er treden vaak fouten op bij het verzenden van faxen...
  • Pagina 506 Kan geen faxen verzenden Is het apparaat ingeschakeld? Controle 1 • U kunt geen faxen verzenden als de stroom is uitgeschakeld. Druk op de knop AAN (ON) om de stroom in te schakelen. • Als u de stekker uit het stopcontact haalt zonder het apparaat uit te schakelen (het AAN (ON)-lampje brandt), wordt het apparaat automatisch ingeschakeld als u de stekker weer in het stopcontact steekt.
  • Pagina 507 Controleer de instellingen voor het type telefoonlijn en wijzig deze zo nodig. Het telefoonlijntype instellen Is Instelling handsfreetoets (Hook key setting) ingesteld op Uitschakelen Controle 5 (Disable)? Wanneer u een fax handmatig wilt verzenden, kiest u het nummer terwijl Inschakelen (Enable) is geselecteerd voor Instelling handsfreetoets (Hook key setting) bij Beveiligingsbeheer (Security control) onder Faxinstellingen (FAX settings) of kiest u het nummer met de telefoon die is aangesloten op de printer.
  • Pagina 508 Controleer of er een foutbericht wordt weergegeven op het aanraakscherm. Controleer de oorzaak wanneer er een foutbericht wordt weergegeven op het aanraakscherm. Raadpleeg Lijst met ondersteuningscodes voor fouten wanneer een foutbericht met een ondersteuningscode wordt weergegeven. Raadpleeg Bericht (ondersteuningscode) wordt weergegeven wanneer een foutbericht zonder ondersteuningscode wordt weergegeven.
  • Pagina 509 Er treden vaak fouten op bij het verzenden van faxen Controleer de aansluiting en de kwaliteit van de verbinding. Controle Als er vaak fouten optreden wanneer u een internettelefoon gebruikt, kunnen deze mogelijk worden beperkt door Verminderen (Reduce) te selecteren bij Foutvermindering instellen (VoIP) (Error reduction setting (VoIP)) in Geavanceerde faxinstellingen (Advanced FAX settings) onder Faxinstellingen (FAX settings).
  • Pagina 510 Problemen met het ontvangen van faxen Kan geen faxen ontvangen of afdrukken De kwaliteit van ontvangen faxen is laag...
  • Pagina 511 Kan geen faxen ontvangen of afdrukken Is het apparaat ingeschakeld? Controle 1 • U kunt geen faxen ontvangen als de stroom is uitgeschakeld. Druk op de knop AAN (ON) om de stroom in te schakelen. • Als u de stekker uit het stopcontact haalt zonder het apparaat uit te schakelen (het AAN (ON)-lampje brandt), wordt het apparaat automatisch ingeschakeld als u de stekker weer in het stopcontact steekt.
  • Pagina 512 Overzicht van rapporten en lijsten Zie hieronder als een ontvangstfout is opgetreden. Er treden vaak fouten op bij het ontvangen van faxen Is de telefoonkabel verbonden met de aansluiting voor extern apparaat? Controle 4 Verbind de telefoonkabel weer met de telefoonaansluiting. De telefoonlijn aansluiten Is er een ander papierformaat geplaatst dan is opgegeven voor Pg.form.
  • Pagina 513 Faxinstellingen Is de printer ingesteld op de juiste ontvangstmodus? Controle 8 Controleer de instellingen voor de ontvangstmodus en pas deze desgewenst aan het type verbinding aan. De ontvangstmodus instellen Is Faxontvangst geweigerd (FAX reception reject) ingesteld op AAN Controle 9 (ON)? Selecteer UIT (OFF) voor Faxontvangst geweigerd (FAX reception reject) bij Beveiligingsbeheer (Security control) onder Faxinstellingen (FAX settings).
  • Pagina 514 De kwaliteit van ontvangen faxen is laag Controleer de scaninstellingen van het faxapparaat van de afzender. Controle 1 Vraag of de afzender de scaninstellingen van het faxapparaat wil aanpassen. Is ECM RX ingesteld op UIT (OFF)? Controle 2 Selecteer AAN (ON) voor ECM RX in Geavanc. communicatie-instell. (Adv. communication settings) bij Geavanceerde faxinstellingen (Advanced FAX settings) onder Faxinstellingen (FAX settings).
  • Pagina 515 Problemen met de telefoon Kan geen nummers kiezen Verbinding wordt verbroken tijdens telefoongesprek...
  • Pagina 516 Kan geen nummers kiezen Is de telefoonkabel correct aangesloten? Controle 1 Controleer of de telefoonkabel juist is aangesloten. De telefoonlijn aansluiten Is het telefoonlijntype van de printer of het externe apparaat correct Controle 2 ingesteld? Controleer de instellingen voor het type telefoonlijn en wijzig deze zo nodig. Het telefoonlijntype instellen...
  • Pagina 517 Verbinding wordt verbroken tijdens telefoongesprek Is de telefoonkabel of de telefoon (of een ander randapparaat zoals een Controle externe telefoon, antwoordapparaat of computermodem) correct aangesloten? Controleer of de telefoonkabel en de telefoon (of een ander apparaat zoals een externe telefoon, antwoordapparaat of modem) correct zijn aangesloten.
  • Pagina 518 Mechanische problemen Het apparaat wordt niet ingeschakeld Het apparaat schakelt zichzelf uit Problemen met de USB-verbinding Kan niet communiceren met de printer via USB De verkeerde taal wordt weergegeven op het aanraakscherm...
  • Pagina 519 Haal de stekker van de printer uit het stopcontact. Wacht ten minste 2 Controle 3 minuten, steek daarna de stekker weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde Canon- servicecentrum om een reparatie aan te vragen.
  • Pagina 520 Gebruik voor Windows Canon IJ Printer Assistant Tool of ScanGear (scannerstuurprogramma) om de instelling uit te schakelen. Volg de onderstaande procedure om de instelling uit te schakelen via Canon IJ Printer Assistant Tool. 1. Open Canon IJ Printer Assistant Tool.
  • Pagina 521 Tabblad Scanner...
  • Pagina 522 Problemen met de USB-verbinding Afdruk- of scansnelheid is laag/USB Hi-Speed-verbinding werkt niet/Het bericht 'Dit apparaat kan sneller werken (This device can perform faster)' wordt weergegeven (Windows) Als uw systeemomgeving Hi-Speed USB niet ondersteunt, werkt de printer op de lagere snelheid van USB 1.1.
  • Pagina 523 Kan niet communiceren met de printer via USB Zorg dat de printer is ingeschakeld. Controle 1 Sluit de USB-kabel goed aan. Controle 2 Zoals u ziet in de onderstaande afbeelding, bevindt de USB-poort zich aan de achterkant van de printer. Belangrijk •...
  • Pagina 524 Problemen met installeren en downloaden Kan MP Drivers niet installeren (Windows) MP Drivers bijwerken in een netwerkomgeving (Windows)
  • Pagina 525 2. Dubbelklik op het cd-rom-pictogram in het geopende venster. Als de inhoud van de cd-rom wordt weergegeven, dubbelklikt u op MSETUP4.EXE. Als u MP Drivers niet kunt installeren met de installatie-cd-rom, installeert u het vanaf de Canon- website. Opmerking • Probeer het volgende als het cd-rom-pictogram niet wordt weergegeven: •...
  • Pagina 526 Als de MP Drivers niet op de juiste wijze zijn geïnstalleerd, verwijdert u MP Drivers, start u de computer opnieuw op en installeert u MP Drivers opnieuw. Onnodige MP Drivers verwijderen Installeer MP Drivers opnieuw met de Installatie-cd-rom of vanaf de Canon-website. Opmerking • Als het installatieprogramma werd beëindigd wegens een Windows-fout, is Windows mogelijk instabiel en kunt u de stuurprogramma's mogelijk niet installeren.
  • Pagina 527 Download de nieuwste versie van MP Drivers. Download de nieuwste versie van MP Drivers voor uw model op de downloadpagina van de Canon-website. Verwijder de huidige MP Drivers en volg de installatie-instructies om de nieuwste versie van MP Drivers die u hebt gedownload te installeren.
  • Pagina 528 Fouten en berichten Er treedt een fout op Bericht (ondersteuningscode) wordt weergegeven...
  • Pagina 529 Er treedt een fout op Als er een fout optreedt tijdens het afdrukken, als het papier bijvoorbeeld op is of is vastgelopen, wordt er een foutbericht weergegeven op het computerscherm en het aanraakscherm. Als een ondersteuningscode en een bericht worden weergegeven op het computerscherm (Windows): Als een ondersteuningscode en een bericht worden weergegeven op het aanraakscherm:...
  • Pagina 530 Bericht (ondersteuningscode) wordt weergegeven In dit gedeelte worden enkele fouten en berichten beschreven die kunnen worden weergegeven. Opmerking • Voor sommige fouten wordt een ondersteuningscode (foutnummer) op de computer weergegeven. Zie Lijst met ondersteuningscodes voor fouten voor meer informatie over fouten met een ondersteuningscode.
  • Pagina 531 Belangrijk • Als er een stroomstoring optreedt of als u het netsnoer loskoppelt, worden alle faxen in het printergeheugen verwijderd. • Raadpleeg De printer loskoppelen voor meer informatie over het loskoppelen van het netsnoer. Selecteer OK op het aanraakscherm. Nadat u OK selecteert, wordt de lijst afgedrukt met de faxen die uit het printergeheugen zijn verwijderd (RAPPORT OVER GEHEUGEN WISSEN (MEMORY CLEAR REPORT)).
  • Pagina 532 Controle 3 Verwijder de MP Drivers aan de hand van de procedure in Onnodige MP Drivers verwijderen. Installeer ze vervolgens opnieuw vanaf de installatie-cd-rom of de Canon-website. Als de printer met een USB-kabel op de computer is aangesloten, Controle 4 controleert u de apparaatstatus vanaf de computer.
  • Pagina 533 • Kan printerstuurprogramma niet vinden (Printer driver could not be found) Verwijder de MP Drivers aan de hand van de procedure in Onnodige MP Drivers verwijderen. Installeer ze vervolgens opnieuw vanaf de installatie-cd-rom of de Canon-website. • Afdrukken Toepassingsnaam mislukt (Could not print Application name) - Bestandsnaam Probeer nogmaals af te drukken nadat de huidige taak is voltooid.
  • Pagina 534 • Als u wilt deelnemen aan het onderzoeksprogramma: Klik op Akkoord (Agree) en volg de instructies op het scherm. De gebruiksgegevens van de printer worden via internet verstuurd. Nadat u de procedure hebt voltooid, worden de gegevens automatisch verzonden en wordt het bevestigingsscherm niet meer weergegeven. Opmerking •...
  • Pagina 535 Als u bent aangemeld bij een account met beheerdersrechten, volgt u de aanwijzingen op het scherm. 2. Selecteer Canon Inkjet Printer/Scanner/Fax Extended Survey Program. 3. Selecteer Wijzigen (Change). Als u Ja (Yes) selecteert nadat u de aanwijzingen op het scherm hebt opgevolgd, wordt het bevestigingsvenster weergegeven bij het volgende onderzoek.
  • Pagina 536 • Als u wilt deelnemen aan het onderzoeksprogramma: Klik op Akkoord (Agree) en volg de instructies op het scherm. De gebruiksgegevens van de printer worden via internet verstuurd. Nadat u de procedure hebt voltooid, worden de gegevens automatisch verzonden en wordt het bevestigingsscherm niet meer weergegeven. Opmerking •...
  • Pagina 537 2. Selecteer Programma's (Applications) in het menu Ga (Go) van de Finder, dubbelklik op de map Canon Utilities en op de map Inkjet Extended Survey Program. 3. Verplaats Canon Inkjet Printer/Scanner/Fax Extended Survey Program.app naar de Prullenmand (Trash). 4. Start de computer opnieuw op.
  • Pagina 538 Lijst met ondersteuningscodes voor fouten Als zich een fout voordoet, wordt een ondersteuningscode weergegeven op het aanraakscherm en het computerscherm. Een ondersteuningscode is een foutnummer dat verschijnt bij een foutbericht. Als een fout optreedt, controleert u de ondersteuningscode die wordt weergegeven op het aanraakscherm en het computerscherm en voert u vervolgens de juiste stappen uit.
  • Pagina 539 • 6000 tot 6ZZZ 6000 6001 6004 6500 6502 6800 6801 6830 6831 6832 6833 6900 6901 6902 6910 6911 6930 6931 6932 6933 6936 6937 6938 6939 693A 6940 6941 6942 6943 6944 6945 6946 6951 6A80 6A81 • 8000 tot 8ZZZ 8300 •...
  • Pagina 540 Lijst met ondersteuningscodes voor fouten (papierstoringen) Als het papier is vastgelopen, verwijdert u dit aan de hand van de juiste procedure hieronder. • Als u het vastgelopen papier niet ziet in de papieruitvoersleuf of de achterste lade: ◦ Als het papier dat wordt ingevoerd vanuit de achterste lade, vast loopt: 1300 •...
  • Pagina 541 1300 Oorzaak Papier is vastgelopen toen het vanuit de achterste lade werd ingevoerd. Wat te doen Als het papier dat wordt ingevoerd vanuit de achterste lade vast loopt, verwijdert u het vastgelopen papier vanuit de papieruitvoersleuf of de achterste lade aan de hand van de volgende instructies. Belangrijk •...
  • Pagina 542 • We raden aan om documenten met foto's of afbeeldingen af te drukken op een ander formaat dan A5. A5-papier kan omkrullen en vastlopen als het uit de printer komt. Als de bovenstaande maatregelen het probleem niet verhelpen, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde Canon-servicecentrum om een reparatie aan te vragen.
  • Pagina 543 1303 Oorzaak Papier is vastgelopen toen het vanuit de cassette werd ingevoerd. Wat te doen 1. Verwijder vastgelopen papier. • Als het papier is vastgelopen bij de papieruitvoersleuf: 1300 • Als het papier is vastgelopen aan de binnenkant van de printer: Er is papier vastgelopen in de printer •...
  • Pagina 544 2. Druk de vergrendeling (B) op de cassette omlaag. 3. Trek de cassette heen en weer terwijl u de vergrendeling (B) vasthoudt. Papier plaatsen in de cassette 2. Voer het afdrukken of kopiëren opnieuw uit.
  • Pagina 545 1304 Oorzaak Papier is vastgelopen tijdens automatisch dubbelzijdig afdrukken. Wat te doen 1. Verwijder vastgelopen papier. • Als het papier is vastgelopen bij de papieruitvoersleuf: 1300 • Als het papier is vastgelopen aan de binnenkant van de printer: Er is papier vastgelopen in de printer •...
  • Pagina 546 2. Druk de vergrendeling (B) op de cassette omlaag. 3. Trek de cassette heen en weer terwijl u de vergrendeling (B) vasthoudt. Papier plaatsen in de cassette 2. Voer het afdrukken of kopiëren opnieuw uit.
  • Pagina 547 1313 Oorzaak Papier is vastgelopen toen de printer het bedrukte papier naar binnen trok. Wat te doen Als het papier is vastgelopen toen de printer het bedrukte papier naar binnen trok, moet u proberen het papier te verwijderen op de volgende locaties. •...
  • Pagina 548 Er is papier vastgelopen in de printer Als het vastgelopen papier scheurt en u het papier niet kunt verwijderen uit de papieruitvoersleuf of als het vastgelopen papier in de printer blijft zitten, verwijdert u het papier aan de hand van de volgende instructies. Belangrijk •...
  • Pagina 549 Als dit onderdeel vuil of bekrast raakt doordat u het met papier of uw hand aanraakt, kan dat de printer beschadigen. 3. Controleer of het vastgelopen papier zich onder de printkophouder bevindt. Als het vastgelopen papier zich onder de printkophouder bevindt, schuift u de printkophouder helemaal naar rechts of naar links, afhankelijk van hoe u het papier het makkelijkst verwijdert.
  • Pagina 550 Controleer opnieuw of er nog stukjes papier in de printer zitten. Als de bovenstaande maatregelen het probleem niet verhelpen, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde Canon-servicecentrum om een reparatie aan te vragen.
  • Pagina 551 Vastgelopen papier vanaf de achterkant verwijderen Belangrijk • De printer mag niet worden uitgeschakeld tijdens het verzenden of ontvangen van een fax of als de ontvangen of niet-verzonden fax in het printergeheugen is opgeslagen. Zet de printer uit nadat u hebt gecontroleerd of het verzenden of ontvangen van alle faxen is voltooid. Trek de stekker er niet uit wanneer u de printer uitschakelt.
  • Pagina 552 Trek de achterklep eruit. 4. Trek het papier er langzaam uit. Opmerking • Raak de binnenste delen van de printer niet aan. Als u het papier niet kon verwijderen in deze stap, koppelt u de transporteenheidklep los en verwijdert u het papier aan de hand van de volgende stappen.
  • Pagina 553 2. Trek het papier er langzaam uit. Opmerking • Raak de binnenste delen van de printer niet aan. 3. Controleer of al het vastgelopen papier is verwijderd. 4. Bevestig de transporteenheidklep. Plaats de transporteenheidklep langzaam helemaal in de printer en haal de transporteenheidklep omlaag.
  • Pagina 554 Plaats de projecties van de rechterzijde van de achterklep in de printer en druk vervolgens de linkerzijde van de achterklep totdat deze volledig is gesloten. Als de bovenstaande maatregelen het probleem niet verhelpen, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde Canon-servicecentrum om een reparatie aan te vragen.
  • Pagina 555 1000 Oorzaak Mogelijke oorzaken zijn: • Het papier in de achterste lade is op. • Het papier is niet goed geplaatst in de achterste lade. Wat te doen Neem de juiste actie zoals hieronder wordt beschreven. • Plaats papier in de achterste lade. •...
  • Pagina 556 1003 Oorzaak Mogelijke oorzaken zijn: • Het papier in de cassette is op. • Het papier is niet goed geplaatst in de cassette. Wat te doen Neem de juiste actie zoals hieronder wordt beschreven. • Plaats papier in de cassette. •...
  • Pagina 557 1200 Oorzaak Scaneenheid/klep is open. Wat te doen Sluit de scaneenheid / klep en wacht enkele ogenblikken. Sluit het paneel niet terwijl u een inkttank vervangt.
  • Pagina 558 De printkop is mogelijk beschadigd. Wat te doen Schakel de printer uit en weer in. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde Canon- servicecentrum om een reparatie aan te vragen. Belangrijk • Als u het netsnoer uit het stopcontact haalt, gaan alle faxen verloren die in het geheugen van de...
  • Pagina 559 1600 Oorzaak De inkt is mogelijk op. Wat te doen Aanbevolen wordt de inkttank te vervangen. Als de printer bezig is met een afdruktaak en u wilt doorgaan met afdrukken, tikt u op OK op de printer terwijl de inkttank is geïnstalleerd. U kunt hierdoor toch afdrukken. Aanbevolen wordt de inkttank na het afdrukken te vervangen.
  • Pagina 560 1660 Oorzaak De inkttank wordt niet herkend. Wat te doen Er kan niet worden afgedrukt omdat de inkttank niet is geplaatst of niet compatibel is met deze printer. Controleer de inkttank. Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u op de knop Stoppen (Stop) op de printer.
  • Pagina 561 Hierdoor wordt het uitschakelen van de functie voor het detecteren van het resterende inktniveau in het geheugen opgeslagen. Canon is niet aansprakelijk voor een slechte werking of problemen veroorzaakt door het voortzetten van het afdrukken met een lege inkttank.
  • Pagina 562 Hierdoor wordt het uitschakelen van de functie voor het detecteren van het resterende inktniveau in het geheugen opgeslagen. Houd er rekening mee dat Canon niet aansprakelijk is voor storingen of problemen die zijn veroorzaakt doordat u doorgaat met afdrukken terwijl de inkt op is of door het gebruik van opnieuw gevulde inkttanks.
  • Pagina 563 Wat te doen Selecteer OK op het aanraakscherm om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het dichtstbijzijnde Canon-servicecentrum om een reparatie aan te vragen. Belangrijk • Als u het netsnoer uit het stopcontact haalt, gaan alle faxen verloren die in het geheugen van de printer zijn opgeslagen.
  • Pagina 564 Als er nog tape aanwezig is, verwijdert u deze en sluit u de scaneenheid / klep. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde Canon- servicecentrum om een reparatie aan te vragen.
  • Pagina 565 2110 Oorzaak De papierinstellingen voor afdrukken of kopiëren komen niet overeen met de papiergegevens voor de cassette die op de printer zijn ingesteld. Opmerking • Klik hieronder voor meer informatie over het juiste verband tussen de papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op het aanraakscherm. Papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op de printer (mediumtype) (Windows) Papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op de printer (papierformaat)
  • Pagina 566 Wat te doen Selecteer nogmaals OK in het aanraakscherm om het onderstaande scherm weer te geven. Selecteer de juiste actie. Opmerking • Mogelijk worden niet alle onderstaande opties weergegeven, afhankelijk van de instellingen. Afdrukken met geplaatst papier. (Print with the loaded paper.) Selecteer deze optie als u wilt afdrukken of kopiëren op het papier in de cassette zonder de papierinstellingen te wijzigen.
  • Pagina 567 Als de papierinstelling voor afdrukken of kopiëren bijvoorbeeld A5 is en de papiergegevens voor de cassette is ingesteld op A4, wijzigt u het papier in de cassette in A5-papier en gaat u verder met afdrukken of kopiëren. Wanneer u de cassette hebt geplaatst nadat het papier is gewijzigd, wordt het scherm voor het instellen van papiergegevens voor de cassette weergegeven.
  • Pagina 568 2900 Oorzaak Het uitlijningsblad voor de printkop kan niet worden gescand. Wat te doen Selecteer OK op het aanraakscherm van de printer en controleer het volgende. • Controleer of het uitlijningsblad voor de printkop correct en in de juiste richting op de glasplaat is geplaatst.
  • Pagina 569 2901 Oorzaak Het uitlijningsraster voor de printkop is afgedrukt en de printer is gereed om het blad te scannen. Wat te doen Scan het afgedrukte uitlijningsraster. 1. Plaats het uitlijningsblad voor de printkop op de glasplaat. Plaats de bedrukte zijde omlaag en lijn de markering in de rechteronderhoek van het blad uit met de positiemarkering 2.
  • Pagina 570 4103 Oorzaak Kan niet automatisch dubbelzijdig afdrukken met de huidige afdrukinstellingen. Wat te doen Druk op de knop Stoppen (Stop) op de printer om het afdrukken te annuleren. Wijzig vervolgens de afdrukinstellingen en probeer opnieuw af te drukken.
  • Pagina 571 Schakel de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact. Sluit de printer opnieuw aan zet schakel hem weer in. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde Canon- servicecentrum om een reparatie aan te vragen.
  • Pagina 572 Schakel de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact. Sluit de printer opnieuw aan zet schakel hem weer in. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde Canon- servicecentrum om een reparatie aan te vragen.
  • Pagina 573 • Zorg dat de inkttanks correct zijn geïnstalleerd. Duw op de inkttanks totdat ze vastklikken. Zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde Canon- servicecentrum om een reparatie aan te vragen. Belangrijk •...
  • Pagina 574 Steek na een poosje de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde Canon- servicecentrum om een reparatie aan te vragen.
  • Pagina 575 Er is een printerfout opgetreden. Wat te doen Neem contact op met het dichtstbijzijnde Canon-servicecentrum om een reparatie aan te vragen. Belangrijk • Als u het netsnoer uit het stopcontact haalt, gaan alle faxen verloren die in het geheugen van de printer zijn opgeslagen.
  • Pagina 576 Schakel de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact. Sluit de printer opnieuw aan zet schakel hem weer in. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde Canon- servicecentrum om een reparatie aan te vragen.
  • Pagina 577 • Zorg dat de inkttanks correct zijn geïnstalleerd. Duw op de inkttanks totdat ze vastklikken. Zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde Canon- servicecentrum om een reparatie aan te vragen. Belangrijk •...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Pixma tr7500 series