Invoerinstellingen
Selecteer dit instellingsitem via Invoerinstellingen (Feed settings) in het menuscherm dat wordt
weergegeven wanneer u
Door het papierformaat en het mediumtype van het in de achterste lade geplaatste papier te registreren,
kunt u voorkomen dat de printer onjuiste afdrukken produceert. In dit geval wordt, voordat het afdrukken
begint, een bericht weergegeven als het papierformaat of het mediumtype van het geplaatste papier afwijkt
van de afdrukinstellingen.
Voor meer informatie:
Papierinstellingen
Opmerking
• Voor meer informatie over de juiste combinatie van papierinstellingen die u kunt opgeven via het
printerstuurprogramma (Windows) of op het LCD-scherm:
Papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op de printer (mediumtype)
Papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op de printer (papierformaat)
• Papierinstellingen achterste lade (Rear tray paper settings)
Registreert het papierformaat en het mediumtype dat u in de achterste lade hebt geplaatst.
• Papiervervanging controleren (Check paper replacement)
Selecteer Inschakelen (Enable) om papiervervanging te detecteren. Wanneer papier wordt vervangen,
wordt het scherm met papiergegevens weergegeven. Selecteer het papierformaat en mediumtype.
• Onjuiste papierinstelling detect. (Detect paper setting mismatch)
Als u Inschakelen (Enable) selecteert, detecteert de printer of het papierformaat en het mediumtype
hetzelfde zijn als het papierformaat en het mediumtype die bij Invoerinstellingen (Feed settings) zijn
geregistreerd. Als het afdrukken begint met de instellingen die niet overeenkomen, wordt een foutbericht
op het LCD-scherm weergegeven.
Opmerking
• Wanneer Uitschakelen (Disable) is geselecteerd, zijn de instellingen in Invoerinstellingen (Feed
settings) uitgeschakeld.
(Instellen) op het HOME-scherm selecteert.
183