•
Gebruik de zitmaaier nooit als u onder invloed
bent van alcohol, drugs of bepaalde medicijnen.
•
Let op het verkeer als u werkt in de nabijheid
van een weg of deze oversteekt.
•
Wees voorzichtig als u om een vast voorwerp
heen gaat, zodat de messen er niet tegenaan
slaan. Rijd nooit opzettelijk over enig vreemd
voorwerp.
•
De zitmaaier is zwaar en kan zeer ernstige
kneuzingen veroorzaken. Wees extra voorzich-
tig als deze op of van een wagen of vrachtwa-
gen wordt geladen.
•
Wees voorzichtig als u een last trekt of een
zware uitrusting gebruikt.
a. Gebruik alleen goedgekeurde trekhaken.
b. Beperk de last tot wat u op een veilige manier
aan kunt.
c. Maak geen plotselinge zwenkingen. Wees
voorzichtig als u achteruit rijdt.
d. Gebruik contragewichten of wielgewichten als
dat in de gebruiksaanwijzing wordt aangegeven.
Rijden op hellingen
Het rijden op hellingen is een van de operaties
waarbij het risico het grootst is dat de chauffeur de
controle verliest of de zitmaaier kantelt, hetgeen
kan leiden tot ernstig letsel of overlijden. Alle
hellingen vereisen extra voorzichtigheid. Als u de
helling niet achteruit op kunt rijden of als u zich
onzeker voelt, maai deze dan niet.
Ga als volgt te werk:
•
Verwijder hindernissen als stenen, boomtakken
etc.
•
Maai recht omhoog en recht omlaag, niet dwars
over de helling.
•
Kijk uit voor en vermijd het rijden over voren,
greppels en verhogingen. Op ongelijk terrein
kan de zitmaaier makkelijker kantelen. Hoog
gras kan hindernissen verbergen.
•
Rijd langzaam. Kies een lage versnelling, zodat u
niet hoeft te stoppen om te schakelen. De zit-
maaier remt zelfs beter in een lage versnelling.
•
Volg de aanbevelingen van de fabrikant betref-
fende wielgewichten of contragewichten om de
stabiliteit te verhogen.
•
Wees extra voorzichtig met de grasopvangbak
of andere extra uitrusting, die de stabiliteit van
de zitmaaier kan wijzigen.
•
Rijd altijd gelijkmatig en langzaam op hellingen.
Wijzig u snelheid of richting niet plotseling.
4
– Nederlands
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
•
Vermijd het starten en stoppen op een helling.
Als de banden beginnen te slippen, de messen
afzetten en langzaam de helling afrijden.
En doe dit niet:
•
Vermijd onnodige zwenkingen op hellingen, en
als dat toch noodzakelijk is, zwenk dan lang-
zaam en geleidelijk naar beneden, indien
mogelijk.
•
Maai niet in de buurt van randen, sloten of
zandbanken. De zitmaaier kan plotseling om-
slaan, als een wiel over de rand van een steile
helling of een sloot komt of als een rand inzakt.
•
Maai geen nat gras. Dat is glad, en de banden
kunnen hun grip verliezen, zodat de zitmaaier
begint te glijden.
•
Probeer de zitmaaier niet te stabiliseren door
een voet op de grond te zetten.
•
Bij het schoonmaken van het chassis mag de
zitmaaier nooit vlakbij een rand of een sloot
gereden worden.
Wees extra voorzichtig bij het rijden op hellingen.
Maai hellingen recht omhoog en recht omlaag, niet dwars.