3. Kies de gewenste maaihoogte (1–7) met de
hendel voor het instellen van de maaihoogte.
4. Druk de blokkeerknop op de hendel in en laat de
maaikast zakken.
Maaitips
!
WAARSCHUWING!
Reinig de grasmat van stenen en
andere voorwerpen die door de mes-
sen kunnen worden weggeslingerd.
•
Lokaliseer en markeer stenen en andere vaste
voorwerpen om te vermijden dat u hier tegenaan
rijdt.
•
Begin met een hoge maaihoogte en verminder
tot het gewenste maairesultaat wordt verkregen.
•
Het maairesultaat wordt het best met een hoog
motortoerental (de messen roteren snel) en een
lage snelheid (de zitmaaier beweegt zich lang-
zaam). Is het gras niet al te lang en dicht op elkaar
groeiend dan kan de rijsnelheid worden verhoogd
of het motortoerental worden verlaagd zonder dat
het maairesultaat merkbaar slechter wordt.
•
De mooiste grasmat krijgt u als u deze vaak
maait. Het maaien wordt regelmatiger en het
afgeknipte gras wordt gelijkmatiger over het
oppervlak verdeeld. De totale tijd die u aan het
maaien besteedt wordt niet langer aangezien
een hogere rijsnelheid kan worden gekozen
zonder dat het maairesultaat slechter wordt.
•
Vermijd het maaien van een natte grasmat. Het
maairesultaat wordt slechter aangezien de
wielen wegzakken in de zachte grasmat.
•
Spoel de maaikast na ieder gebruik met water
aan de onderkant schoon. Tijdens het schoon-
maken moet het maai-element omhoog geklapt
worden naar servicestand.
RIJDEN
Maaipatroon
13
Nederlands –