Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Functiecontrole Van De Veiligheids- En Bewakingsinrichtin- Gen - Wilo MU D Series Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

Onderhoud
Visuele controle toebehoren
Functiecontrole van de veilig-
heids- en bewakingsinrichtin-
gen
7-4
opnieuw in gebruik worden genomen nadat de schade op deskundige
wijze is verholpen!
Er moet gecontroleerd worden of de toebehoren, zoals bijv. de drukmantel e.d., goed bevestigd zijn
en niet lekken. Losse en/of defecte toebehoren moeten direct worden gerepareerd of vervangen.
Bewakingsinrichtingen zijn bijv. temperatuursensoren in de motor, dichtingsruimtecontrole, motor-
veiligheidsrelais, overspanningsrelais, enz.
Motorveiligheids-, overspanningsrelais en andere uitschakelmechanismen kunnen voor testdoelein-
den over het algemeen handmatig worden geactiveerd.
Om de temperatuursensoren te controleren, moet de machine afgekoeld zijn tot de omgevingstem-
peratuur en de elektrische aansluitleiding van de bewakingsinrichting in de schakelkast afgeklemd
worden. Met een ohmmeter kan dan de bewakingsinrichting worden gecontroleerd. De volgende
waarden moeten worden gemeten:
Bimetaalsensor: waarde gelijk aan „0" - doorgang
PTC-weerstandsensor: een PTC-weerstandsensor heeft een koudeweerstand tussen 20 en
100ohm. Bij 3 sensoren in serie zou dat een waarde van 60 tot 300ohm opleveren.
PT 100-sensor: PT 100-sensoren hebben bij 0°C een waarde van 100ohm. Tussen 0°C en 100°C
wordt deze waarde per 1°C met 0,385ohm verhoogd. Bij een omgevingstemperatuur van 20°C ont-
staat een waarde van 107,7ohm.
Raadpleeg bij grotere afwijkingen de fabrikant!
De controle van de veiligheids- en bewakingsinrichtingen van de hulptakel vindt u in de betreffende
gebruikshandleiding.
WILO SE 3.0

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave