Opstelling
Verticale inbouw in een wel met
geflenste buisleidingen
Verticale inbouw in een wel met
schroefdraadbuisleiding
Verticale inbouw in een wel met
ZSM-systeembuisleidingen
5-6
Gebruik een takel met voldoende draagvermogen. Leg dwars over de wel twee kanthouten. Hierop
wordt later de draagklem gelegd, daarom moeten ze voldoende draagvermogen hebben. Bij enge
welgaten moet een centreerinrichting gebruikt worden, omdat de machine de welwand niet mag
aanraken. De machine verticaal opstellen en tegen het omvallen en wegglijden beveiligen. Monta-
gebeugel aan de flens van de stijgleiding monteren, takel aan de montagebeugel bevestigen en eer-
ste buis optillen. Vrij einde van de stijgleiding aan het terugslagventiel of drukstuk van de machine
bevestigen. Tussen de verbindingen moet een afdichting geplaatst worden. De schroeven altijd van
onderen naar boven insteken, zodat de moeren van boven ingeschroefd kunnen worden. Bovendien
de schroeven altijd gelijkmatig kruisgewijs aanzetten, zodat het eenzijdig aandrukken van de
afdichting vermeden wordt. Kort boven de flens de kabel met een kabelklem bevestigen. Bij enge
boorgaten moeten de flenzen van de stijgleidingen van kabelgeleidingskerven voorzien zijn.
Machine met buisleiding optillen, over de wel zwenken en neerlaten tot een draagklem aan de stijg-
leiding los bevestigd kan worden. Let er hierbij op dat de kabel buiten de draagklem blijft, zodat het
niet geklemd wordt. De draagklem wordt dan op de voordien ter afsteuning klaargelegde stukken
kanthout gelegd. Nu kan het systeem opnieuw neergelaten worden tot de bovenste stijgleidings-
flens op de aangebrachte draagklem ligt.
Montagebeugel van de flens losmaken en aan de volgende stijgleidingsflens aanbrengen. Stijglei-
ding optillen, over de bron zwenken en vrij einde aan de stijgleiding bevestigen. Tussen de verbindin-
gen opnieuw een afdichting aanbrengen. De takel gespannen houden, draagklem demonteren, de
kabel kort onder en boven de flens met een kabelklem bevestigen. Bij zware kabels met grote dia-
meters is het nodig om om de 2-3 m een kabelklem aan te brengen. Bij meerdere kabels moet elke
kabel afzonderlijk bevestigd worden. De stijgleiding zover neerlaten tot de flens in de wel neergela-
ten is, de draagklem opnieuw monteren en de stijgleiding zover neerlaten tot de volgende flens op
de draagklem ligt.
Deze handeling herhalen tot de stijgleiding tot op de gewenste diepte ingebouwd is. Aan de laatste
flens de montagebeugel loslaten en het welkopdeksel monteren. De takel in het weldeksel hangen
en een beetje optillen. Draagklem verwijderen, kabel door het welkopdeksel leiden en welkopdeksel
op de wel neerlaten. Welkopdeksel stevig vastschroeven.
De handeling is bijna dezelfde als bij buisleidingen met flenzen. Maar let op:
De verbinding tussen de buizen gebeurt met schroefdraad. Deze schroefdraadbuizen moeten dicht
en vast in elkaar geschroefd worden. Hiervoor met de draadtap in hennep- of teflonband gewikkeld
worden. Bij het inschroeven moet erop gelet worden dat de buizen op een lijn liggen (niet omvallen),
zodat de schroefdraad niet beschadigd wordt.
Let op de draairichting (zie gegevensblad „Elektrisch aansluitschema") van uw machine, zodat u de
passende draadbuizen (rechtse en linkse schroefdraad) gebruikt en de schroefdraden tegen onbe-
doeld loskomen beveiligd zijn.
De draagklem die bij het inbouwen voor het ondersteunen nodig is, moet direct onder de verbin-
dingsmof vast gemonteerd worden. Hierbij moeten de schroeven gelijkmatig aangezet worden tot
de klem vast op de buisleiding ligt (de benen van de draagklem mogen elkaar niet raken).
Het ZSM-buisleidingssysteem is een eenvoudig te gebruiken steeksysteem. Zo wordt het
ingebouwd:
Gebruik een takel met voldoende draagvermogen. Leg dwars over de wel twee kanthouten. Hierop
wordt later de draagklem gelegd, daarom moeten ze voldoende draagvermogen hebben. De
machine verticaal opstellen en tegen het omvallen en wegglijden beveiligen. Verbindingsstuk van
flens- of schroefdraadaansluiting op het ZSM-systeem aanbrengen. Montagebeugel in de mof ste-
ken en met de torsieveerstaaf borgen, takel aan de montagebeugel hangen en de eerste stijgbuis
optillen. Aan het vrije einde van de stijgleiding twee O-ringafdichtingen in de daarvoor bestemde
inkervingen opentrekken, met een beetje voor levensmiddelen geschikt smeermiddel inspuiten en
aan het terugslagventiel of het drukstuk van de machine bevestigen. De torsieveerstaven helemaal
in de gaten steken. Kort boven de mof de kabel met een kabelklem bevestigen.
Machine met stijgleiding optillen, over de wel zwenken en neerlaten. Als de machine in de wel neer-
gelaten werd, dan wordt de draagklem onder de bovenste mof vast rond de stijgleiding gebouwd.
Nu verder neerlaten tot de draagklem op de twee stukken kanthout ligt.
De twee torsieveerstaven uittrekken, de montagebeugel uit de mof trekken. Aan de volgende buis
in de mof steken en met de torsieveerstaven borgen. Stijgleiding optillen en boven de wel zwenken.
Aan het vrije einde opnieuw twee O-ringafdichtingen in de daarvoor bestemde kerven opentrekken
WILO SE 3.1