Bedieningspaneel
Figuur 43
1. Schakelhendel van
maai-eenheid
2. Aandrijfschakelaar
maai-eenheid
3. Oliedruklampje
4. Lampje temperatuur
motorkoelvloeistof
5. Urenteller
6. Waarschuwingslampje
gloeibougie
Schakelhendel van maai-eenheid – omhoog-
/omlaagbrengen
•
Om de maai-eenheden omlaag te brengen
naar de grond, duwt u de schakelhendel van
de maai-eenheid naar voren naar de stand
O
(Figuur
MLAAGBRENGEN
Opmerking:
De maai-eenheden bewegen pas
omlaag als de motor loopt. U hoeft de hendel
niet in de voorste stand te houden terwijl de
maai-eenheden omlaaggebracht zijn.
•
Om de maai-eenheden omhoog te bewegen, trekt
u de schakelhendel naar achteren, naar de stand
O
.
MHOOG
Opmerking:
De messenkooien draaien niet
terwijl de maai-eenheden zijn omhooggebracht.
Schakelhendel van maai-eenheid – verplaatsen naar
de zijkant
Model 03171
Zet de hendel naar rechts of links om de
maai-eenheden in dezelfde richting te laten bewegen.
Beweeg de maai-eenheden enkel naar links of rechts
als ze zijn omhooggebracht, of als ze op de grond zijn
en de machine in beweging is.
7. Gashendel
8. Lampje van
wisselstroomdynamo
9. Contactschakelaar
10. Vergrendeling hefhendel
11. Parkeerrem
43).
GEVAAR
Als de maai-eenheden worden geschakeld
terwijl de machine heuvelafwaarts rijdt,
vermindert de stabiliteit van de machine.
Hierdoor kan de machine omkantelen,
waardoor lichamelijk of dodelijk letsel kan
ontstaan.
Schakel de maai-eenheden als u een helling
op rijdt.
Schakelaar van de maaiaandrijving
De schakelaar van de maaiaandrijving
heeft 2 standen: I
tuimelschakelaar bedient een solenoïdeklep op de
kleppenset om de maai-eenheden aan te drijven.
g353346
Oliedruklampje
Het oliedruklampje
motoroliedruk gevaarlijk laag is.
Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur
Het waarschuwingslampje voor de koelvloeistoftem-
peratuur
(Figuur
van de koelvloeistof te hoog wordt. Bij deze tempe-
ratuur worden de maai-eenheden uitgeschakeld. Als
de temperatuur van de koelvloeistof nog eens 5,5 °C
stijgt, zal de motor uitgeschakeld worden om verdere
beschadiging te voorkomen.
Urenteller
De urenteller
(Figuur
de machine in bedrijf is geweest. De urenteller gaat
lopen als de contactschakelaar ingeschakeld is.
Indicator gloeibougie
Het indicatielampje van de gloeibougie
gaat branden als de gloeibougies ingeschakeld zijn.
Gashendel
Zet de hendel
motorsnelheid te verhogen en naar achteren om de
snelheid te verlagen.
Lampje van wisselstroomdynamo
Het lampje van de wisselstroomdynamo
wordt uitgeschakeld wanneer de motor loopt. Als het
lampje van de wisselstroomdynamo brandt wanneer
de motor loopt, moet u het oplaadsysteem controleren
en herstellen indien nodig.
Ontstekingsschakelaar
Gebruik de ontstekingsschakelaar
om de motor en de lichten te laten werken. De
contactschakelaar heeft 3 standen:
29
en U
NSCHAKELEN
ITSCHAKELEN
(Figuur
43) licht op als de
43) gaat branden als de temperatuur
43) toont het aantal uren dat
(Figuur
43) naar voren om de
(Figuur
(Figuur
43)
. De
(Figuur
43)
(Figuur
43)
43)