Onderhoud van
maai-eenheid
Veiligheid van de messen
Versleten of beschadigde messen of ondermessen
kunnen breken en een stuk ervan kan naar u of
naar omstanders worden uitgeworpen en zo ernstig
lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen.
•
Controleer op gezette tijden de maaimessen
en ondermessen op overmatige slijtage en
beschadigingen.
•
Wees voorzichtig als u de messen controleert.
Draag handschoenen en wees voorzichtig als
u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de
messenkooien. De maaimessen en ondermessen
mogen alleen worden vervangen of gewet; probeer
ze nooit te rechten of eraan te lassen.
•
Let op bij machines met meerdere maai-eenheden:
als u één maai-eenheid draait, kunnen de
messenkooien in de andere maai-eenheden ook
in beweging komen.
Afstelling van contact
tussen snijplaat en
messenkooi controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Controleer de afstelling van het contact tussen het
ondermes en de messenkooi, ook als deze eerder
acceptabel was. Er moet over de volle lengte een licht
contact tussen de messenkooi en het ondermes zijn
(zie Contact tussen snijplaat en messenkooi afstellen
in de Gebruikershandleiding van de maai-eenheid).
Maai-eenheden wetten
WAARSCHUWING
Contact met de maai-eenheden of andere
bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel
veroorzaken.
• Houd uw vingers, handen en kleding uit
de buurt van de maai-eenheden en andere
bewegende onderdelen.
• Probeer de maai-eenheden nooit met uw
handen of voeten te draaien terwijl de
motor draait.
Opmerking:
Aanvullende instructies en procedures
met betrekking tot wetten kunt u vinden in
de basishandleiding voor Toro maaiers met
messenkooien (met richtlijnen voor het slijpen),
documentnr. 09168SL.
De machine voorbereiden
1.
Maak de machine klaar voor onderhoud; zie
Vóór onderhoudswerkzaamheden (bladz.
2.
Voer voor het wetten de eerste afstellingen
uit van het contact tussen messenkooi en
ondermes; raadpleeg de Gebruikershandleiding
van de maai-eenheid.
3.
Til de magnetisch gemonteerde kap van het
bedieningspaneel
maaierverdeelstuk te kunnen komen.
4.
Zet de wethendel in de achteruitstand (R)
(Figuur
90).
1. Wetknop
64
(Figuur
89) op om bij het
Figuur 89
Figuur 90
2. Toerenregelaar van
messenkooien
45).
g353458
g353378