Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Leren Werken Met De Dodemansinrichtingen; Starten En Stoppen Van De Motor; Een Koude Motor Starten - Toro CT2240 Gebruikershandleiding

Compacte triple gazonmaaier met vierwielaandrijving
Verberg thumbnails Zie ook voor CT2240:
Inhoudsopgave

Advertenties

Opmerking: De gasveer zal dit gemakkelijker maken.
2. Beweeg de handgreep van de grendel naar de voorkant
van de maaimachine, terwijl het platform bijna in de
volledig neergelaten stand komt.
Opmerking: Hierdoor komen de haken van de
grendel los van de grendelstaaf.
3. Laat het platform volledig neer en beweeg de
handgreep van de grendel naar de achterkant van
de maaimachine totdat de haken van de grendel de
grendelstaaf helemaal vastgrijpen.
Leren werken met de
dodemansinrichtingen
Opmerking: De motor wordt uitgeschakeld als de
bestuurder de stoel verlaat zonder de parkeerrem in te
schakelen.
Motorstartvergrendeling:De motor kan uitsluitend worden
gestart als de rijpedaal in de vrijstand staat, de schakelaar
van de maaiaandrijving op uit is gezet en de parkeerrem
in werking is gesteld. Als deze voorwaarden zijn vervuld,
worden de schakelaars geactiveerd waarmee de motor kan
worden gestart.
Motorvergrendeling: Als de motor eenmaal is gestart moet
de bestuurder plaatsnemen op de stoel voordat de parkeerrem
wordt losgelaten om de motor verder te kunnen laten lopen.
Vergrendeling aandrijving maaicilinder: De
maaicilinderaandrijving kan alleen zijn ingeschakeld als de
bestuurder op de stoel zit. Als de bestuurder langer dan een
seconde opstaat uit de stoel, wordt een schakelaar geactiveerd
en wordt de maaiaandrijving automatisch uitgeschakeld.
Om de maaiaandrijving opnieuw in te schakelen, moet de
bestuurder weer plaats nemen op de stoel en de schakelaar
van de maaiaandrijving eerst op uit en daarna op aan zetten.
G014422
Figuur 27
Als de bestuurder tijdens het werk heel eventjes omhoog
komt uit de stoel, blijft de maaiaandrijving ingeschakeld.
De motor kan uitsluitend worden gestart als de schakelaar van
de maaiaandrijving op uit staat.
WAARSCHUWING
Gebruik de maaimachine nooit als de
dodemansinrichtingen niet naar behoren werken.
U moet defecte of versleten onderdelen altijd
vervangen, en controleren of onderdelen goed
werken voordat u de machine gaat gebruiken.
VOORZICHTIG
Niet-aangesloten of beschadigde
interlockschakelaars kunnen onverwachte
gevolgen hebben op de werking van de machine.
Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken.
• Laat de interlockschakelaars ongemoeid.
• Controleer elke dag de werking van de
interlockschakelaars en vervang beschadigde
schakelaars voordat u de machine weer in
gebruik neemt.
Starten en stoppen van de
motor
Belangrijk: U moet het brandstofsysteem ontluchten
voordat u de motor start als u deze voor de eerste keer
start, de motor is afgeslagen omdat de brandstof op was,
of onderhoudswerkzaamheden aan het brandstofsysteem
zijn uitgevoerd; zie Brandstofsysteem ontluchten.
WAARSCHUWING
De machine gebruiken op een onveilige manier kan
persoonlijk letsel veroorzaken.
Voordat u de motor start, moet u ervoor zorgen dat:
• U het hoofdstuk Veiligheid in deze handleiding
hebt gelezen en begrepen.
• Er niemand in het werkgebied is.
• De maaiaandrijving is uitgeschakeld.
• De parkeerrem is in werking gesteld.
• Het rijpedaal in de vrijstand is.
Belangrijk: Deze machine is voorzien van
een startbeveiliging, zie
dodemansinrichtingen (bladz.

Een koude motor starten

1. Ga op de bestuurdersstoel zitten, gebruik de
tractiepedalen niet (zo staat de machine in neutraal),
25
Leren werken met de
25).

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

30654

Inhoudsopgave