Bestuurdersstoel
WAARSCHUWING
Alvorens de maaimachine in gebruik te nemen,
moet u eerst controleren of het mechanisme van de
bestuurdersstoel goed functioneert en na verstelling
en vergrendeling stevig op zijn plaats blijft.
De stoel mag uitsluitend worden versteld als
de maaimachine stilstaat en de parkeerrem is
ingeschakeld.
Lengte-instelling: Met de stoelverstelhendel kan de
gebruiker de stoel naar voren en naar achteren schuiven
(Figuur
11).
Instellen gewicht bestuurder: Draai de hendel rechtsom
om de vering strakker in te stellen en linksom om de vering
minder strak in te stellen
(Figuur
1
2
G014550
Figuur 11
1. Instelhendel
bestuurdersstoel
11).
CW
CCW
2. Hendel voor gewicht van
bestuurder
Waarschuwingssystemen
Waarschuwingslampje oververhitting koelvloeistof
Het waarschuwingslampje van de koelvloeistof gaat branden,
de signaaltoon klinkt en de maaidekken stoppen
1
1. Waarschuwingslampje oververhitting motorkoelvloeistof
Waarschuwingslampje oververhitting hydraulische olie
Bij oververhitting gaat het waarschuwingslampje van de
hydraulische olie branden, en de signaaltoon klinkt als de
temperatuur van de hydraulische vloeistof in het reservoir
boven 95 °C stijgt; zie
1
1. Waarschuwingslampje oververhitting hydraulische olie
Waarschuwingslampje lage accuspanning
Het waarschuwingslampje voor de accuspanning gaat branden
bij een lage accuspanning
17
G014551
Figuur 12
Figuur
13.
G014552
Figuur 13
(Figuur
14).
(Figuur
12).