1
Figuur 14
1. Waarschuwingslampje lage accuspanning
Waarschuwingslampje lage motoroliedruk
Het waarschuwingslampje voor de druk van de motorolie
gaat branden als de oliedruk te laag is
1
Figuur 15
1. Waarschuwingslampje lage motoroliedruk
Uitschakelen maaicilinders
De maaicilinders worden uitgeschakeld wanneer de
bedrijfstemperatuur 115 °C bereikt).
Claxon
Druk op de claxonknop voor een geluidssignaal
Belangrijk: De claxon treedt automatisch in werking
bij een te hoge temperatuur van de motorkoelvloeistof
of de hydraulische vloeistof. Stop direct de motor en
herstel de machine alvorens deze opnieuw te starten.
1
Figuur 16
1. Claxon
Contactsleuteltje
0 = Motor uit
I = Motor/hulpapparatuur aan
II = Motor voorverwarmen
III = Motor starten
G014553
(Figuur
15).
G014554
(Figuur
16).
G014555
18
WAARSCHUWING
Verwijder altijd het contactsleuteltje als de
maaimachine niet wordt gebruikt.
1
Figuur 17
1. Contactschakelaar
Indicatielampje voorverwarmen motor
Draai het contactsleuteltje op II. Het indicatorlampje
voor het voorverwarmen van de motor gaat
branden en de gloeibougies worden opgewarmd
(Figuur
18).
Belangrijk: Een koude motor starten zonder
voorverwarming kan onnodig slijtage van de accu
veroorzaken.
Figuur 18
1. Indicatielampje voorverwarmen motor
Brandstofmeter
De brandstofmeter geeft aan hoeveel brandstof er in de tank zit
(Figuur
19).
E
Figuur 19
Urenteller
De urenteller geeft aan hoeveel uren de machine in totaal in
bedrijf is geweest
(Figuur
I
II
III
G014556
1
G014557
FUEL
F
G014558
20).