7
Inbedrijfstelling
7.1
Controlelijst vóór inbedrijfstelling
7.2
Procedure voor inbedrijfstelling
7626202 - v01 - 04032015
7.1.1 Watercircuits
1. Controleer visueel of alle aansluitingen van het sanitair-warmwater
circuit waterdicht zijn.
2. Controleer visueel of alle aansluitingen van het verwarmingswater
circuit waterdicht zijn.
7.1.2 Elektrische aansluitingen
1. Controleer of de sensors goed op hun plaats zitten en aangesloten
zijn.
2. Controleer de elektrische aansluitingen, vooral de aarding.
3. Zorg dat u het voorpaneel weer goed terugplaatst.
Toelichting
De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een er
kend installateur.
Toelichting
Tijdens het opwarmen kan er via de veiligheidsklep of via het vei
ligheidsaggregaat een bepaalde hoeveelheid water weglekken ten
gevolge van de uitzetting van het water. Dit is een heel normaal
verschijnsel, dat in geen geval verhinderd mag worden.
Toelichting
De warmwaterboiler moet tegelijkertijd met de ketel worden opge
leverd.
Zie
Ketelinstallatie- en onderhoudshandleiding.
7.2.1 Sanitair-warmwaterboiler in bedrijf stellen
Toelichting
Zodra de sanitair-warmwaterboiler is aangesloten op de ketel,
wordt het systeem bediend vanaf het bedieningspaneel van de ke
tel en hoeft er niets op de sanitair-warmwaterboiler zelf te worden
gedaan.
1. Stel de sanitair-warmwatertemperatuur in op de ketel.
2. Stel de thermostatische mengkraan in op maximaal 65°C.
Toelichting
De thermostatische mengkraan wordt niet bijgeleverd.
Zie
Handleiding van de thermostatische mengkraan.
3. Controleer de veiligheidsorganen (veiligheidsklep of -groep) aan de
hand van de met deze onderdelen meegeleverde handleidingen.
Waarschuwing
De afvoerbuis van de veiligheidsklep of -groep mag niet worden
dichtgestopt.
Zie
Ketelinstallatie- en onderhoudshandleiding
7 Inbedrijfstelling
EL 110 SL
23