Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Radiosignalen Uitzenden; De Zoomschaal Op Het Radarscherm Aanpassen; Tips Voor Het Selecteren Van Een Radarzoomschaal; De Modus Wachtpost - Garmin GPSMAP 500 Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor GPSMAP 500 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

u overschakelt van de modus Wachtpost naar een andere
modus, schakelt de radar over op fulltimetransmissie en
worden alle bewakingszones uitgeschakeld.
De modus Radaroverlay: Hiermee geeft u boven op de
navigatiekaart een schermvullend beeld weer van de
verzamelde radargegevens. De gegevens die door de
radaroverlay worden weergegeven, zijn gebaseerd op de
laatst gebruikte radarmodus.

Radiosignalen uitzenden

OPMERKING: Om veiligheidsredenen gaat de radar na het
opwarmen in de stand-bymodus. Dat geeft u de gelegenheid
om te controleren of de omgeving van de radar vrij is, voordat u
met de radartransmissie begint.
1
Schakel de kaartplotter uit en sluit de radar aan zoals
beschreven in de installatie-instructies van de radar.
2
Schakel de kaartplotter in.
De radar warmt op en een aftelsignaal maakt u erop attent
wanneer de radar gereed is.
3
Selecteer Radar.
4
Selecteer een radarmodus.
Tijdens het opstarten van de radar wordt er een aftelbericht
weergegeven.
5
Selecteer Menu > Radar zenden.
De zoomschaal op het radarscherm
aanpassen
De radarzoomschaal (ook radarsignaalbereik genoemd) geeft
de afstand van uw positie (het midden) tot aan de buitenste
rand van de cirkel weer.
Selecteer op een radarscherm
Elke ring vertegenwoordigt een gelijk deel van de
zoomschaal.
Als bijvoorbeeld de zoomschaal is ingesteld op 3 mijl, is elke
ring gelijk aan 1 mijl verder uit het midden.

Tips voor het selecteren van een radarzoomschaal

De radarzoomschaal, of het radarsignaalbereik, geeft de lengte
van het impulssignaal aan dat door de radar wordt verzonden
en ontvangen. Als het bereik groter wordt, zendt de radar
langere pulsen uit om verre objecten te kunnen bereiken.
Objecten die dichterbij zijn, zoals vooral regen en golven,
weerkaatsen ook de langere pulsen en dat geeft ruis op het
radarscherm. Als informatie over objecten die zich verder weg
bevinden op het scherm wordt weergegeven, is er minder
ruimte op het scherm beschikbaar voor het weergeven van
informatie over objecten die zich dichterbij bevinden.
• Bepaal eerst welke informatie u op het radarscherm wilt
kunnen bekijken.
Wilt u bijvoorbeeld informatie over het weer of informatie
over objecten en scheepsverkeer dichtbij, of hebt u meer aan
informatie over weersomstandigheden verder weg?
• Evalueer de omstandigheden van de omgeving waarin u de
radar gaat gebruiken.
Vooral bij zeer slechte weersomstandigheden kunnen
radarsignalen met een lang bereik het radarscherm
onoverzichtelijker maken, waardoor het lastiger wordt om de
informatie over objecten in de onmiddellijke nabijheid van uw
schip goed te kunnen interpreteren. Bij regen kunt u met
radarsignalen met een kort bereik objecten in de buurt
duidelijker zien, mits de instelling voor regenruis optimaal is
geconfigureerd.
• Selecteer het kortste effectieve bereik voor de radar,
gebaseerd op de reden van uw gebruik van de radar en de
op dat moment geldende omstandigheden.
Radar
of
.

De modus Wachtpost

In de modus Wachtpost gaat de radar op bepaalde tijden over
op transmissie. U kunt zo een transmissie/stand-bycyclus
configureren en daarmee stroom besparen. In deze modus kunt
u ook een bewakingszone inschakelen. Deze zone is het veilige
gebied rond uw boot. Wanneer de radar een object oppikt dat
de zone binnengaat, wordt u door middel van een
waarschuwingssignaal gewaarschuwd. De modus Wachtpost
werkt bij alle Garmin GMR-radars.

Gepland zenden inschakelen

Selecteer Radar > Wachtpost > Menu > Stel wachtpost in
> Gepland zenden > Aan.

De tijd voor stand-by en zenden instellen

Voordat u de stand-bytijd en zendtijd kunt instellen, moet u
eerst gepland zenden inschakelen
U kunt stroom besparen door de stand-bytijd en zendtijd zo in te
stellen dat er alleen op bepaalde tijden radarsignalen worden
uitgezonden.
1
Selecteer Radar > Wachtpost > Menu > Stel wachtpost in.
2
Selecteer Stand-bytijd.
3
Geef het tijdinterval op tussen het verzenden van de
radarsignalen.
4
Selecteer Zendtijd.
5
Voer de duur in van ieder radarsignaal.

Een bewakingszone inschakelen

Selecteer Radar > Wachtpost > Menu > Stel wachtpost in
> Bewakingszone inschakelen.

Een cirkelvormige bewakingszone inschakelen

Voordat u de grenzen van de zone kunt bepalen, moet u eerst
een bewakingszone inschakelen
U kunt een cirkelvormige bewakingszone definiëren die uw boot
volledig omsluit.
1
Selecteer Radar > Wachtpost > Menu > Stel wachtpost in
> Verplaats bewakingszone > Verplaats
radarbewakingszone > Cirkel.
2
Selecteer de locatie van de cirkel van de buitenste
bewakingszone.
3
Selecteer de locatie van de cirkel van de binnenste
bewakingszone om de breedte van de bewakingszone te
bepalen.

Een gedeeltelijke bewakingszone inschakelen

U kunt ook de grenzen opgeven van een bewakingszone die uw
boot niet volledig omsluit.
1
Selecteer Radar > Wachtpost > Menu > Stel wachtpost in
> Verplaats bewakingszone > Verplaats
radarbewakingszone > Hoek 1.
2
Versleep de hoek van de buitenste bewakingszone
3
Selecteer Hoek 2.
4
Tik op hoek
van de binnenste bewakingszone om de
breedte van de bewakingszone te bepalen.
(pagina
17).
(pagina
17).
.
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Gpsmap 700 seriesEchomap 50 seriesEchomap 70 series

Inhoudsopgave