Storing
Mogelijke oorzaak
Motor start niet of stopt
Geen spanningstoevoer
tijdens het bedrijf
Verkeerde aansluiting of
loszittende/defecte
kabelaansluiting
Oververhitting van de motor
Motoroverbelasting
Interne thermische schakelaar
heeft gereageerd/uitval
Externe
overbelastingsbeveiliging
heeft gereageerd/uitval
Fasefout motorwikkeling
Kortsluiting motorwikkeling
(isolatiefout)
Rem reageert niet
Verkeerde rotatie van de
terugloopsper
88
Interroll Trommelmotor DM-serie
Hulp bij storingen
Foutopsporing
Verhelpen
Controleer de spanningstoevoer.
Controleer de aansluiting conform het aansluitschema.
Controleer of kabels defect zijn of aansluitingen loszitten.
Zie storing "Motor wordt heet tijdens normaal bedrijf".
Onderbreek de hoofdstroomvoorziening, stel de oorzaak van de
overbelasting vast en verhelp deze.
Controleer of er sprake is van overbelasting of oververhitting.
Controleer na het afkoelen de doorgankelijkheid van de interne
thermische regelaar. Zie storing "Motor wordt heet tijdens normaal
bedrijf".
Controleer of er sprake is van overbelasting of oververhitting.
Controleer de doorgankelijkheid en werking van de externe
overbelastingsbeveiliging.
Controleer of de juiste motorstroom in de externe
overbelastingsbeveiliging is ingesteld.
Vervang de trommelmotor of neem contact op met de lokale
Interroll-dealer.
Vervang de trommelmotor of neem contact op met de lokale
Interroll-dealer.
Controleer of de rem bij het wegrijden werkt.
Bij het openen van de rem is doorgaans het klikken van de rem in de
motor hoorbaar. De trommelbuis moet hierna met de hand kunnen
worden gedraaid. Afhankelijk van de overbrengingsverhouding
kunnen de motoren lichter of zwaarder worden gedraaid.
Controleer de aansluitingen en doorgankelijkheid van de remwikkeling.
Zijn de aansluitingen en remwikkeling in orde, controleer dan de
gelijkrichter.
Schakel de stroomtoevoer direct uit en draai de mantel met de hand
om vast te stellen of de terugloopsper reeds mechanisch beschadigd is.
Controleer of er een rechts draaiveld op de aansluiting aanwezig is.
Bij het vrijdraaien met de wijzers van de klok mee moeten de
voedingsleidingen volgens het aansluitschema worden aangesloten.
Bij het vrijdraaien tegen de wijzers van de klok in moeten de
voedingsleidingen L1 en L2 worden verwisseld.
Versie 3.1 (05/2022) nl
Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing