Inhoudsopgave
Advertenties
17.1.12 Vuilvanger
Ter bescherming van de warmtepomp is de inbouw van een vuilvanger in de retour van de
verwarming noodzakelijk. De inbouw van vuilvangers of andere wijzigingen in de aanvoerleiding
naar het overdrukventiel is niet toegestaan.
WOLF adviseert een slibafscheider met magnetietafscheider ter bescherming van het toestel en
de hoogefficiënte pomp tegen vuil, slib en magnetiet.
17.1.13 Dauwpuntbewaking (TPW)
Voor oppervlaktekoelsystemen (bv. vloerverwarmingscircuit, koelplafond) is een dauwpuntbewaking
(toebehoren) vereist. Indien meerdere ruimtes met een verschillende ruimteluchtvochtigheid tot het
koelcircuit behoren, moeten meerdere dauwpuntbewakingen worden gemonteerd en in serie geschakeld.
De montage gebeurt in de te koelen ruimte op de aanvoer van het koelcircuit. Op deze plaats dient de
isolatie te worden verwijderd.
Het schakelpunt van de dauwpuntbewaking kan via een potentiometer tussen 75 en 100 % rF worden
ingesteld (fabrieksinstelling 90% rF).
Indien nodig kan de dauwpuntbewaker onmiddellijk op de binnenunit worden geïnstalleerd. Hierbij moet
het schakelpunt dan wel wat worden gereduceerd, bv. 85 % rF. i.p.v. 90 % rF.
17.1.14 Warmwatervoorraadvat
- Het warmwatervoorraadvat moet een aan het verwarmingsvermogen van de warmtepomp
aangepaste warmtewisselaar hebben.
- Het warmtewisselaaroppervlak moet minstens 0,25 m² per kW verwarmingsvermogen bedragen.
- De leidingen moeten ruim worden gedimensioneerd (> DN 25).
17.1.15 Buffervat
Omdat er aan warmteafnamezijde naargelang de belasting variabele debieten kunnen optreden, is het
voor een storingsvrije werking van de warmtepomp nodig om het minimale debiet te waarborgen. Dit
gebeurt algemeen genomen door de inbouw van een parallel geschakelde buffervat of een open verdeler.
Bij alle installaties met radiatoren, afzonderlijke ruimteregeling (thermostaatventielen), meerdere
warmteopwekkers of verwarmingscircuits is een buffervat absoluut noodzakelijk! Evenals bij
installaties voorzien van de extra functie PV-verhoging of Smart Grid voor de verwarmingswerking.
Ten behoeve van een storingsvrije werking wordt uit het verwarmingssysteem ontdooi-energie
benodigd. Deze energie dient met een buffervat met ten minste 35 liter inhoud te worden
gewaarborgd. Indien er niet voldoende ontdooi-energie ter beschikking is, dan leidt dit tot storingen
in de installatie en een meer frequent inschakelen van het elektrische verwarmingselement teneinde
de ontdooiprocessen succesvol te kunnen voltooien.
Bij vermogensgeregelde lucht/water-warmtepompen in combinatie met 100% vloerverwarming is het
gebruik van een buffervat niet nodig wanneer aan het volgende punt is voldaan:
Het minimale debiet over het verwarmingssysteem dient door het volledig openen van meerdere strangen
blijvend zijn gewaarborgd (schriftelijke toestemming van de exploitant van de installatie vereist). Het
minimale debiet moet hierbij door een drukverliesberekening worden aangetoond.
Eventueel kunnen via de uitgang A1 tijdens de ontdooibedrijf doelbewust meerdere verwarmde
verwarmingscircuits volledig worden geopend. De openingstijd van het ventiel moet korter dan 20 sec. zijn.
3064581_202102
Verwarmings-/warmwatercircuit aansluiten
33
Advertenties
Inhoudsopgave
