NL
IT
9.1.c - Gebruik van de machine
-
Na het apparaat gestart te hebben en de
gewenste cyclus gekozen te hebben, be-
ginnen met schoonmaken door de hendels
(8) in te drukken e deze ingedrukt te houden
om de rotatie van de borstel en de wateraf-
gifte te starten. Daarna het apparaat vooruit
duwen met behulp van de handgrepen (10)
die zich in het handvat (11) bevinden.
OPMERKING:
Door de hendels (8) los te laten, worden de rotatie
van de borstel en de waterafgifte stopgezet.
OPMERKING:
Voorkom tijdens de stilstand van de machine
dat de borstel draait om beschadiging van de
vloer te voorkomen.
OPMERKING:
Het correct reinigen en drogen van de vloer is mo-
gelijk door de machine vooruit te verplaatsen. Als
u de machine achteruit verplaatst beschadigt u de
rubbers van de zuigmond en is het onmogelijk om
het water van de vloer goed weg te zuigen.
-
Stel eventueel met behulp van het kraantje (12)
de hoeveelheid water voor het reinigen af.
-
De toestand van de accu controleren
door middel van de led (5) (alleen voor
de CB versie).
9.1.d - Einde gebruik en uitschakeling
-
Onderbreek aan het einde van de reini-
gingswerkzaamheden de afgifte van wa-
ter en de rotatie van de borstel. Schakel
vervolgens de machine uit door de hen-
dels (8) los te laten.
Beweeg vervolgens de zuiger over de
vloer om alle vloeistof op te zuigen.
Schakel vervolgens de zuiger uit door op
de knop (7) te drukken en schakel de ma-
chine uit door de knop (4) op "0" te duwen.
-
De vloerwisser (13) optrekken door aan
de hendel (6) te trekken en los te laten;
de hendel blijft in de hoogste stand en
houdt de vloerwisser omhoog.
7
8
6
13
NL - 16
5
4
8
10
11
12
Afb. 12
Fig. 12