NL
IT
4.1 DE BATTERIJ OPLADEN (Alleen voor CB versie)
GEVAARLIJK:
Laad de batterijen op in een goed geventi-
leerde ruimte, volgens de van kracht zijn-
de wetgeving van het land van gebruik.
Houdt u voor informatie over de veilig-
heid aan hetgeen in hoofdstuk 1.2 van
deze hand-leiding beschreven wordt.
WAARSCHUWING:
Houdt u voor de informatie en waarschu-
wingen betreffende de batterijen en de
batterijlader aan hetgeen in de handlei-
ding van de batterij en batterijlader, die
bijgesloten is, beschreven staat.
-
Plaats de machine in de nabijheid van
een stopcontact.
-
Rol de kabel (2) uit en steek de stekker in
het stopcontact.
WAARSCHUWING:
Controleer of de netspanning overeen-
stemmend met de bedrijfsspanning van
de batterijlader is (110 - 240 V, 50/60 Hz).
-
Laat de batterijen opladen tot de led (4)
"Groen" begint te branden. Koppel ver-
volgens de voedingskabel (2) los en rol
hem weer op zijn plek op.
OPMERKING:
Het opladen van de accu's vereist 10 uur. Voor-
kom het gedeeltelijk opladen van de accu's.
AVVERTENZA:
- Verzeker u ervan dat de elektrische
installatie deugdelijk is en minimaal
voorzien is van een aardlekschakelaar
(type stoppenkast).
- Rol de elektrische voedingskabel hele-
maal af alvorens hem in het stopcon-
tact te steken.
- Maak uitsluitend gebruik van een deug-
delijk elektrisch verlengsnoer als deze
een vergelijkbare waarde heeft, die past
bij het vermogen van de machine.
- Laat de voedingskabel nooit over scherpe
randen bewegen en voorkom dat u hem plet.
- Het stopcontact moet makkelijk bereik-
baar zijn.
1
2
NL - 10
(Afb. 6)
4
Fig. 6
Afb. 6