Standaardonderhoud
Inspectie voor het rijden
Met het oog op de veiligheid bent u
verantwoordelijk om een controle voor het rijden
uit te voeren en alle vastgestelde problemen te
corrigeren. Een controle voor het rijden is een
must, niet alleen met het oog op de veiligheid,
maar omdat pech, of zelfs een lekke band, een
aanzienlijk ongemak kan betekenen.
Controleer het volgende voordat u op uw voertuig
stapt:
Brandstofniveau - Vul de brandstoftank
●
wanneer dit nodig is
Gashendel - Controleer of de gashendel in alle
●
stuurstanden goed opent en sluit
Motoroliepeil - Vul indien nodig motorolie bij.
●
Inspecteer op lekken
Aandrijfketting - Controleer staat en speling,
●
indien nodig afstellen en smeren
BLZ. 43
2
BLZ. 82
2
BLZ. 68
2
BLZ. 77
2
Remmen − Werkingscontrole;
●
Voor: remvloeistofniveau en remblokslijtage
controleren
BLZ. 70,
2
Achter: schoenslijtage en speling controleren,
aanpassen indien nodig
Lichten en claxon - Controleer de lichten,
●
indicatoren en claxon op juiste werking
Motorstopschakelaar - Controleer op juiste
●
werking
BLZ. 36
2
Koppeling − Werkingscontrole;
●
Stel indien nodig de speling af
Zijstandaard met ontstekingsblokkering -
●
Controleer op juiste werking
Wielen en banden - Controleer de staat, de
●
bandenspanning en pas indien nodig aan
BLZ. 61
2
BLZ. 71
2
BLZ. 74,
BLZ. 72
2
2
BLZ. 80
2
BLZ. 76
2
53