gevoerd wanneer de buitenboordmotor
gedeeltelijk omhooggekanteld is, kan
de trim- en kantelbekrachtigingseen-
heid beschadigd raken.
Kantel de buitenboordmotor nooit zo
hoog dat de koelwaterinlaat in het
staartstuk boven het wateroppervlak
komt wanneer u in ondiep water gaat
varen. Anders kan de motor ernstig be-
schadigd raken door oververhitting.
NOTA:
Wanneer de buitenboordmotor gedeeltelijk
omhoog werd gekanteld om in ondiep water
te varen, wordt het motortoerental mogelijk
beperkt tot ongeveer 2500 omw/min. Dat is
om de trim- en kantelbekrachtigingseenheid
te beschermen en wijst niet op een storing.
Instructies over het deactiveren van de mo-
tortoerenregeling vindt u op pagina 93.
DMU35236
Procedure voor modellen met trim- en
kantelbekrachtiging
1.
Zet de bedieningshendel in neutraal.
N
ZMU06236
2.
Kantel de buitenboordmotor lichtjes om-
hoog naar de gewenste stand met be-
hulp
van
kantelbekrachtigingsschakelaar.
WAARSCHUWING!
van de trim- en kantelbekrachtigings-
schakelaar op de onderbak terwijl de
boot zich voortbeweegt of terwijl de
motor draait, verhoogt het risico van
overboord vallen en kan de bestuur-
der afleiden, waardoor het risico van
een botsing met een andere boot of
tegen een hindernis wordt vergroot.
[DWM01850]
Werking
N
ZMU05829
de
trim-
Het
gebruiken
en
92