LET OP!
Voor vloerverwarmingssystemen moet de max.
aanvoertemp. normaliter worden ingesteld tussen
35 en 45 °C.
Controleer de max. vloertemperatuur bij de leve-
rancier van uw vloer.
MENU 5.1.3 - MAX. VERSCH. AANVOERTEMP.
max. versch. compressor
Instelbereik: 1 – 25 °C
Standaardwaarde: 10 °C
max. versch. bijverwarming
Instelbereik: 1 – 24 °C
Standaardwaarde: 7 °C
Hier stelt u het maximale toegestane verschil in tussen de
berekende en de huidige aanvoertemperatuur tijdens de
compressor- of de bijverwarmingsmodus. Max. versch. bij-
verwarming kan nooit hoger zijn dan max. versch. compres-
sor
max. versch. compressor
Indien de actuele aanvoertemperatuur de berekende aan-
voertemperatuur op basis van de ingestelde waarde over-
stijgt, wordt de waarde in graadminuten ingesteld op +2. De
compressor in de warmtepomp stopt als er alleen warmte-
vraag is voor cv.
max. versch. bijverwarming
Indien "addition" wordt gekozen en geactiveerd in menu 4.2
en de actuele aanvoertemperatuur overstijgt de berekende
temperatuur met de ingestelde waarde, wordt de bijverwar-
ming stopgezet.
MENU 5.1.4 - ALARMHANDELINGEN
Kies hier hoe de bedieningsmodule u moet waarschuwen
als een alarm op het display wordt getoond. De verschillende
alternatieven zijn dat de warmtepomp stopt met het produ-
ceren van warmtapwater en/of de kamertemperatuur ver-
laagt.
LET OP!
Als er geen alarmhandeling is geselecteerd, kan
dit leiden tot een hoger energieverbruik bij een
alarm.
MENU 5.1.5 - VENTILATORSNELHEID
UITLAATLUCHT (ACCESSOIRE VEREIST)
normaal en snelheid 1-4
Instelbereik: 0 – 100 %
Stel de snelheid voor de vijf verschillende te selecteren
snelheden voor de ventilator hier in.
NIBE SMO 40
LET OP!
Een onjuist ingestelde ventilatiestroom kan het
huis beschadigen en kan tot een hoger energiever-
bruik leiden.
MENU 5.1.6 - FAN SP. SUPPLY AIR
(ACCESSOIRE VEREIST)
normaal en snelheid 1-4
Instelbereik: 0 – 100 %
Stel de snelheid voor de vijf verschillende te selecteren
snelheden voor de ventilator hier in.
LET OP!
Een onjuist ingestelde waarde kan het huis op
termijn door vocht en schimmelwerking beschadi-
gen en het energieverbruik mogelijk verhogen.
MENU 5.1.12 - BIJVERW.
Hier kunt u instellingen verrichten voor aangesloten bijver-
warming (bijverwarming met stapregeling of shuntregeling).
Selecteer of er een bijverwarming met stapregeling of
shuntregeling is aangesloten. Vervolgens kunt u instellingen
verrichten voor de verschillende alternatieven.
bijv.type: stapgeregeld
max. stap
Instelbereik (binaire stappen gedeactiveerd): 0 – 3
Instelbereik (binaire stappen geactiveerd): 0 – 7
Standaardwaarde: 3
zekeringgrootte
Instelbereik: 1 - 200 A
Fabrieksinstelling: 16 A
transformatieratio
Instelbereik: 300 - 3000
Fabrieksinstelling: 300
Selecteer deze optie als de stapgeregelde bijverwarming is
aangesloten en die vóór of na de wisselklep voor warmtap-
waterproductie (QN10) zit. Bij een stapgeregelde bijverwar-
ming kan het bijvoorbeeld gaan om een externe elektrische
boiler.
Als binaire stappen zijn gedeactiveerd (uit), hebben de instel-
lingen betrekking op lineaire stappen.
U kunt hier instellen wat het maximale aantal toegestane
stappen voor de bijverwarming is, of er een interne bijver-
warming in de tank zit (alleen beschikbaar als de bijverwar-
ming na de wisselklep voor warmtapwaterproductie (QN10)
is geplaatst), of er binaire stappen moeten worden gebruikt,
wat de grootte van de zekering is en wat de transformatie-
verhouding is.
Hoofdstuk 9 | Bediening
45