STAPGEREGELDE BIJVERWARMING
Voorzichtig!
Merk alle elektrische schakelkasten met waarschu-
wingsstickers voor externe spanning.
Stapgeregelde bijverwarming vóór de
wisselklep QN10
Externe stapgeregelde bijverwarming kan worden aange-
stuurd door maximaal drie potentiaalvrije relais in de bedie-
ningsmodule (3-staps lineair of 7-staps binair).
De elektrische bijverwarming zal inkomen met het maximaal
toegestane vermogen voor het elektrische verwarmingsele-
ment in combinatie met de compressor om zo snel mogelijk
de warmtapwaterproductie af te ronden en weer over te
schakelen op de productie voor de verwarming. Dit gebeurt
alleen als het aantal graadminuten lager ligt dan de start-
waarde voor de bijverwarming.
Stapgeregelde bijverwarming na de wisselklep
QN10
Externe stapgeregelde bijverwarming kan worden aange-
stuurd via twee relais (2-staps lineair of 3-staps binair), wat
inhoudt dat het derde relais wordt gebruikt om het elektri-
sche verwarmingselement in de boiler / het buffervat te
controleren.
Met het accessoire AXC 30 kunnen er nog eens drie potenti-
aalvrije relais worden gebruikt voor bijverwarmingsregeling,
wat dan 3 lineaire of 7 binaire stappen extra oplevert.
Stapinschakeling vindt plaats met een minimaal interval van
1 minuten en stapuitschakelingen met een minimaal interval
van 3 seconden.
Stap 1 wordt aangesloten op klemmenstrook X2:2 op de extra
relaiskaart (AA7).
Stap 2 wordt aangesloten op klemmenstrook X2:4 op de
extra relaiskaart (AA7).
Stap 3 of elektrisch verwarmingselement in de boiler/accu-
mulatortank wordt aangesloten op klemmenstrook X2:6 op
de extra relaiskaart (AA7).
De instellingen voor stapgeregelde bijverwarming worden
verricht in menu 4.9.3 en menu 5.1.12.
-X1
1 2 3 4 5 6
-X2
1 2
1 2
3
3
4
4
L N
1
1
0
PE
2
3 4
AA7-X2
LEK
L
N
1
1
0
PE
2
3
4
X1
26
Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen
X1
AA7-X2
1
0
PE
1
2
3
4
5
6
SMO 40
SMO
Extern
Externt
A1
A1
A1
-K1
-K2
-K3
A2
A2
A2
Als de relais worden gebruikt voor regelspanning, verbindt
u de voeding vanuit klemmenstrook X1:1 door naar X2:1, X2:3
en X2:5 op de extra relaiskaart (AA7). Sluit de nul van de
externe bijverwarming aan op klemmenstrook X1:0.
SHUNTGEREGELDE BIJVERWARMING
Voorzichtig!
Merk alle elektrische schakelkasten met waarschu-
wingsstickers voor externe spanning.
Deze aansluiting maakt een externe bijverwarming mogelijk,
zoals een boiler op olie, een boiler op gas of blokverwarming,
om de verwarming te ondersteunen.
SMO 40 regelt een shuntklep en startsignaal voor de bijver-
warming met behulp van drie relais. Als de installatie niet
de juiste aanvoertemperatuur kan aanhouden, start de bij-
verwarming. Als de boilersensor (BT52) ongeveer 55 °C
aangeeft, stuurt de SMO 40 vanaf de bijverwarming een
signaal naar de shunt (QN11) om open te gaan. De shunt
(QN11) wordt aangestuurd om ervoor te zorgen dat de wer-
kelijke aanvoertemperatuur overeenkomt met de theoretisch
berekende instelwaarde van het regelsysteem. De shunt
(QN11) sluit volledig wanneer de warmtevraag voldoende is
gedaald, zodat bijverwarming niet meer nodig is. De fabrieks-
instelling voor de minimale bedrijfstijd voor de ketel is 12 uur
(aan te passen in menu 5.1.12).
De instellingen voor shuntgeregelde bijverwarming worden
verricht in menu 4.9.3 en menu 5.1.12.
De boilersensor (BT52) is aangesloten op ingangen software
en geselecteerd in menu 5.4.
Sluit de shuntmotor (QN11) aan op de klemmenstroken X2:4
(230 V V, sluiten) en 6 (230 V V, openen) op de extra relais-
kaart (AA7) en klemmenstrook X1:0 (N).
Voor het regelen van de in- en uitschakeling van de bijver-
warming sluit u deze aan op klemmenstrook X2:2 op de extra
relaiskaart (AA7).
-X1
1 2 3 4 5 6
-X2
1 2
1 2
3
3
4
4
L N
1
1
0
PE
2
3 4
AA7-X2
LEK
L
N
1
1
0
PE
2
3
4
X1
Als de relais worden gebruikt voor regelspanning, verbindt
u de voeding vanuit klemmenstrook X1:1 door naar X2:1, X2:3
en X2:5 op de extra relaiskaart (AA7).
X1
AA7-X2
1
0
PE
1
2
3
4
5
6
SMO 40
SMO
Extern
Externt
QN11
NIBE SMO 40