Montage
1.
Breng de twee onderste bevestigingen op de achterkant
van de display-eenheid in lijn met de twee bovenste
gaten in het paneel, zoals op de afbeelding.
2.
Zet het display vast op het paneel door het naar beneden
te bewegen.
KABELSLOT
Gebruik een geschikt hulpmiddel om de kabels los te maken/
te vergrendelen in de klemmenstroken van de warmtepomp.
Klemmenstrook op printplaat
3
3
1
1
2
4
2
1
1
3
NIBE SMO 40
1
2
2
2
4
3
Aansluitingen
SPANNINGAANSLUITING
SMO 40 moet worden geïnstalleerd via een werkschakelaar.
De kabeldikte moet berekend zijn op de gebruikte zekering-
capaciteit.
1 2
3
4
L N
1
1
0
PE
2
3 4
LEK
L
N
1
1
0
PE
2
3
4
X1
TARIEFREGELING
Als de spanning naar de compressor in de warmtepomp
gedurende een bepaalde periode wegvalt, moeten deze ge-
lijktijdig worden geblokkeerd via een softwaregeregelde in-
gang (AUX-ingang) om alarmen te voorkomen, zie hoofdstuk
"Externe activering van functies". Compressorblokkering
moet plaatsvinden bij de regelmodule of bij de lucht/water-
warmtepomp; niet bij beide tegelijkertijd.
AANSLUITEN VAN LAADPOMPEN VOOR DE
WARMTEPOMP 1 EN 2
Sluit laadpomp 1 (EB101-GP12) aan op klemmenstrook X4:5
(PE), X4:6 (N) en X4:7 (230 V) op de print (AA2), zoals afge-
beeld.
Regelsignaal voor laadpomp 1 (EB101-GP12) is aangesloten
op klemmenstrook X4:7 (GND, blauwe kabel) en X4:8 (PWM,
bruine kabel) op de ingangsprint (AA3), zoals afgebeeld.
Als er twee warmtepompen zijn aangesloten op SMO 40,
moet de laadpomp 2 (EB102-GP12) worden aangesloten op
klemmenstrook X4:12 (PE), X4:13 (N) en X4:15 (230 V) op de
print (AA2), zoals afgebeeld. Regelsignaal voor laadpomp 2
(EB102-GP12) is dan aangesloten op klemmenstrook X4:5
(GND, blauwe kabel) en X4:6 (PWM, bruine kabel) op de in-
gangsprint (AA3), zoals afgebeeld.
TIP
Er kunnen twee laadpompen (vier als de interne
accessoirekaart wordt gebruikt) worden aangeslo-
ten op en geregeld worden door de SMO 40. Er
kunnen meer laadpompen worden aangesloten als
de accessoirekaarten (AXC) worden gebruikt, twee
pompen per kaart.
Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen
X1
L
N
1
19