COMMUNICATIE MET WARMTEPOMP
Sluit de warmtepomp (EB101) aan op klemmenstrook X4:1
(A), X4:2 (B) en X4:3 (GND) op de accessoirekaart (AA5).
Als er meerdere warmtepompen moeten worden aangesloten
op de SMO 40, moeten deze in cascade worden geschakeld,
zoals afgebeeld "Cascadeschakeling".
LET OP!
Er kunnen maximaal 8 warmtepompen worden
geregeld door de SMO 40.
LET OP!
Het is mogelijk om verschillende NIBE-lucht/water-
warmtepompen van diverse groottes en modellen
met elkaar te combineren, vanaf softwareversie
8319.
In eerdere softwareversies kan een lucht/water-
warmtepomp met een inverter-gestuurde compres-
sor alleen gecombineerd worden met andere inver-
ter-gestuurde warmtepompen van hetzelfde mo-
del.
Aansluiting op een warmtepomp
AA5-X4
-X8
8
7
6
5
4
3
2
1
-X4
-X2
24
23
22
21
20
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
L N
5
4
3
2
1
-X1
-X9
-X10
PE
PE
L
N
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1
2
LEK
NIBE SMO 40
1 2
3
1
1
0
PE
2
3 4
4
Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen
21