Eerste Editie - Derde Druk
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD
Een verkeerde of onvoldoende onderhoudsbeurt
kan de wagen gevaarlijk maken voor de operator
of voor de mensen die in nabijheid komen. Zorgen
dat onderhoud en smering regelmatig uitgevoerd
worden, zoals aangeduid door de fabrikant, teneinde
de wagen zo veilig mogelijk te houden.
De onderhoudsbeurten staan in verband met het
aantal werkuren die de wagen uitvoert. De urenteller
nakijken en steeds werkend houden. Nagaan of
alle onregelmatigheden, ondervonden tijdens de
onderhoudsbeurt, hersteld worden alvorens de
wagen alweer te gebruiken.
ATTENTIE
Alle operaties, aangeduid met "" moeten door een
gespecialiseerde technicus uitgevoerd worden.
Binnen de eerste 10 werkuren
1. Controleer het olieniveau in de reductors, in de
verdeler en in de differentiëlen.
2. Controleer het vastzitten van de schroefbouten
van de wielen regelmatig.
3. Controleer het vastzitten van alle schroefbouten
in het algemeen.
4. Controleer eventuele olielekkages uit de
koppelingen.
Binnen de eerste 100 werkuren
1. Vervang de olie in het differentieel, in de wiel
reductors en in de verdeler reductor.
Code 57.0009.0474
Elke 10 werkuren of dagelijks
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10. Controleer
11. Controleer de werking van de remsysteem en
12. Controleer
13. Controleer de werking
14. C o n t r o l e e r
15. Controleer de synchronisatie van de arm
Elke 50 werkuren of wekelijks
Behalve de dagelijkse, zijn ook nog deze operaties uit te voeren
1. Controleer de druk op riemen van alternateur.
2. Controleer de banddruk.
3. Controleer het vastzitten van de schroefbouten
4. Controleer het vastzitten van de schroeven van
5. De radiator vleugels reinigen.
GTH-4010 SX - GTH-3512 SX
Controleer het oliepeil van de motor.
Reinig de filter voor de luchtzuiging.
Niveau koelvloeistof motor nakijken.
Indien nodig, radiator schoonmaken.
Niveau hydraulische olie tank controleren.
Zorgen dat verlengassen ingevet zijn en
corresponderen met schuifschaatsen.
Smeer de eindwerktuig-draagblad in.
Smeer alle articulaties van arm en stabilisatoren,
de scharnieren van voor- en achterassen, de
overbrengingsassen en eventuele uitrusting die
bij de machine hoort in.
Nagaan of het anti-omkantelsysteem goed
functioneert.
de werking van de elektrische
verlichtingssysteem.
de parkeerrem.
de werking van de
selectiesysteem.
systeem van de vorken.
d e
veiligheidsinrichtingen.
uitschuivingen.
van de wielen.
de cardanassen.
Bedieningsanleiding
Onderhoud
draai-
van de evenwicht-
w e r k i n g
v a n
65
d e