Onderhoud
aandrijfsysteem
De tractie-aandrijving
afstellen voor de
neutraalstand
De machine mag niet kruipen als u het tractiepedaal
loslaat. Als de machine kruipt, moet u de
tractieaandrijving als volgt afstellen:
1.
Parkeer de machine op een horizontaal vlak,
laat de maaidekken neer op de grond, zet de
motor af en verwijder het sleuteltje.
2.
Krik de voorkant van de machine op tot de
voorwielen vrijkomen van de vloer. Zorg ervoor
dat de machine steunt op de rustpunten van
de krik om te voorkomen dat de machine per
ongeluk valt.
Opmerking:
Bij modellen met vierwielaandrij-
ving moeten ook de achterwielen vrijkomen van
de grond.
3.
Draai de borgmoer op de afstelnok van de
tractie, rechts van de hydrostaat, los
Figuur 92
1. Borgmoer
(Figuur
92).
g004147
2. Afstelnok voor tractie
WAARSCHUWING
De motor moet lopen terwijl u de laatste
afstelling van de afstelnok van de
tractie uitvoert. Dit kan lichamelijk letsel
veroorzaken.
Houd uw gezicht, handen, voeten en
andere lichaamsdelen uit de buurt van de
geluiddemper, andere hete onderdelen
van de motor en draaiende onderdelen.
4.
Start de motor en draai de zeskantige moer van
de afstelnok in beide richtingen totdat de wielen
ophouden met draaien.
5.
Draai de borgmoer vast om de afstelling te
borgen.
6.
Zet de motor af, haal de assteunen weg en laat
de machine neer op de grond.
7.
Maak een proefrit met de machine om er zeker
van te zijn dat deze niet kruipt.
Toespoor achterwielen
afstellen
Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsu-
ren—Controleer het toespoor van
de achterwielen.
1.
Draai het stuurwiel om de achterwielen recht
naar voren te laten wijzen.
2.
Draai de contramoeren aan de uiteinden van de
trommel van de tractiestang los
Opmerking:
met de groef op de buitenkant heeft een linkse
draad.
1. Contramoer
2. Trekstang
57
(Figuur
Het uiteinde van de trekstang
Figuur 93
3. Sleutelsleuf
93).
g004136