afbreekbare vloeistoffen. Gebruik in plaats
daarvan een kleurstof voor voedingsmiddelen
1.
Plaats de machine op een horizontaal vlak,
breng de maaidekken omlaag en zet de motor
af.
2.
Reinig de omgeving van de vulbuis en de dop
van de hydraulische tank
de dop van de vulbuis.
Figuur 29
1. Dop van hydraulische tank
3.
Verwijder de peilstok uit de vulbuis en veeg deze
af met een schone doek.
4.
Steek de peilstok in de vulbuis. Verwijder hem
daarna en controleer het vloeistofpeil.
Opmerking:
Het vloeistofpeil dient binnen
6,3 mm van de markering op de peilstok te
staan.
Belangrijk:
Niet te vol vullen.
5.
Als het peil te laag is, vult u genoeg vloeistof bij
totdat het peil de V
6.
Plaats de peilstok en de dop op de vulbuis.
Afstelling van contact
tussen ondermes en
messenkooi controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Elke dag voordat u gaat maaien moet u het contact
tussen het ondermes en de messenkooi controleren,
ongeacht of de maaikwaliteit bij een eerdere
maaibeurt aanvaardbaar was. Er moet over de volle
lengte een licht contact tussen de messenkooi en
het ondermes zijn (zie Contact tussen snijplaat en
messenkooi afstellen in de Gebruikershandleiding
van de maaidekken).
(Figuur
29). Verwijder
-markering bereikt.
OL
Torsie van wielmoeren
controleren
Onderhoudsinterval: Na het eerste bedrijfsuur
Na de eerste 10 bedrijfsuren
Om de 250 bedrijfsuren
Haal de wielmoeren aan met 94 tot 122 N·m.
WAARSCHUWING
Als de wielmoeren niet steeds de juiste torsie
hebben, kan dit leiden tot lichamelijk letsel.
Zorg dat de wielmoeren met de juiste torsie
zijn aangedraaid.
De remmen polijsten
Om ervoor te zorgen dat het parkeerremsysteem
optimaal functioneert, moet u de remmen
gebruiksklaar maken (inrijden) voordat u het voertuig
gaat gebruiken. Stel de voorwaartse tractiesnelheid
in op 6,4 km/uur zodat deze overeenstemt met de
g021215
achterwaartse tractiesnelheid (alle 8 afstandsstukken
bovenaan de maaitoerentalbediening). Rij
vooruit met de motor op hoog stationair en de
maaitoerentalbegrenzer ingeschakeld en rem
gedurende 15 seconden. Rij achteruit met de
maximale snelheid voor achteruitrijden en rem
gedurende 15 seconden. Herhaal dit 5 keer en wacht
steeds 1 minuut tussen het vooruit- en achteruitrijden
om te voorkomen dat de remmen oververhit raken; zie
Parkeerremmen afstellen (bladz.
Veiligheid tijdens het werk
Algemene veiligheid
•
De eigenaar/gebruiker is verantwoordelijk voor
ongelukken die persoonlijk letsel of materiële
schade kunnen veroorzaken, en hij dient zulke
ongelukken te voorkomen.
•
Draag geschikte kleding, zoals een veiligheidsbril,
gripvaste, stevige schoenen, een lange broek en
gehoorbescherming. Draag lang haar niet los en
draag geen bungelende juwelen.
•
Gebruik de machine niet als u ziek, moe of onder
de invloed van alcohol of drugs bent.
•
Vervoer nooit passagiers op de machine en houd
omstanders en huisdieren weg van de machine
terwijl deze wordt gebruikt.
•
Gebruik de machine uitsluitend bij een goede
zichtbaarheid zodat u kuilen en verborgen gevaren
kunt vermijden.
•
Gebruik de machine niet op nat gras. Als de wielen
hun grip verliezen, kan de machine gaan glijden.
27
59).