De machine transporteren
•
Gebruik een oprijplaat van volledige breedte bij
het laden van de machine op een aanhanger of
vrachtwagen.
•
Maak de machine stevig vast.
Functies van de
hydraulische solenoïdeklep
Raadpleeg onderstaande lijst voor een beschrijving
van de verschillende functies van de solenoïdes in
het verdeelstuk van het hydraulische systeem. Elke
solenoïde moet worden geactiveerd om een functie
in te schakelen.
Sole-
noïde
SP2
Circuit van voorste messenkooi
SP1
Circuit van achterste messenkooi
SVRV
Maai-eenheden omhoog/omlaag brengen
SV1
Voormaaidekken omhoog/omlaag brengen
SV3
Achtermaaidekken omhoog/omlaag brengen
SV2
Maai-eenheden omhoog brengen
Tips voor bediening en
gebruik
Vertrouwd raken met de machine
Voordat u gaat maaien, moet u zich op een open
terrein oefenen in het gebruik van de machine. De
motor starten en uitschakelen. Rij de machine vooruit
en achteruit. Laat de maai-eenheden neer en hef
ze op en schakel de messenkooien in en uit. Als u
zich vertrouwd voelt met de machine, moet u zich
oefenen in het helling opwaarts en afwaarts rijden bij
verschillende snelheden.
Het waarschuwingssysteem
begrijpen
Als een waarschuwingslampje tijdens het gebruik gaat
branden, moet u de machine onmiddellijk stoppen en
het probleem verhelpen voordat u verder gaat met
maaien. Een machine met een defect kan ernstige
schade oplopen als deze wordt gebruikt.
Maaien
Start de motor en zet de gashendel op S
de activerings/blokkeringsschakelaar op A
Functie
. Zet
NEL
CTIVEREN
en gebruik de maai-/hefhendel om de maaidekken
omhoog en omlaag te brengen (de voormaaidekken
zijn zo ingesteld dat zij eerder naar beneden komen
dan de achtermaaidekken). Om vooruit te rijden en
het gras te maaien, moet u de tractiepedaal naar
voren intrappen.
De machine transporteren
Zet de activerings-/blokkeringsschakelaar op
B
en hef de maaidekken op in de
LOKKEREN
. Zet de maai-/hefhendel in de
TRANSPORTSTAND
T
. Wees voorzichtig als u tussen
RANSPORTSTAND
objecten rijdt zodat u de machine of de maaidekken
niet per ongeluk beschadigt. Wees extra voorzichtig
wanneer u de machine op hellingen gebruikt. Rij
langzaam en maak geen scherpe bochten om
omkantelen te voorkomen. Om beter in balans
te kunnen blijven tijdens het sturen, moeten de
maaidekken zijn neergelaten tijdens het afdalen.
45