Inhoudsopgave
Advertenties
(1)
(2)
(3)
(4)
Figuur 3
1 – Kabelklem
2 – Sleepnethendel
3 – Langzaam (sleepnet)
4 – Snel
5 – Maak
6 – Zet
7 – Normale werking (snel)
8 – Sleepnet (langzaam)
1.
De motor draait langzaam op 1000
toeren of minder.
2.
Minder snelheid door de sleephendel te
verplaatsen van snel (H)
(Figuur 3, (4)) naar langzaam (L)
(Figuur 3, (3)). Pas de snelheid naar
wens aan en zet de sleephendel op zijn
plaats vast.
3.
Voordat u teruggaat naar de normale
snelheid, moet u de sleephendel op
snel (H) zetten.
4.
Verhoog de motorsnelheid en zet het
normale gebruik voort.
Bedieningshandleiding voor de JH4-serie
(6)
(7)
(8)
(5)
0004498
© 2008 Yanmar Marine International
MOTOR IN BEDRIJF
VOORZORGS-
MAATREGELEN TIJDENS
HET BEDRIJF
Opmerking: Motorproblemen kunnen zich
voordoen wanneer de motor gedurende
lange tijd wordt overbelast door de knuppel
volledig ingedrukt te houden (maximaal
motortoerental), waardoor de nominale
waarde voor het continu toerental wordt
overschreden. Laat de motor draaien op
ongeveer 100 toeren minder dan het maxi-
male toerental.
Opmerking: Raadpleeg Inlopen van nieuwe
motor: - 14 voor motoren in de eerste 50
bedrijfsuren..
Wees altijd op uw hoede voor problemen
tijdens het motorbedrijf.
Let in het bijzonder op het volgende:
1.
Stroomt er voldoende zeewater uit de
uitlaat of de zeewateruitlaat?
Wanneer de uitstroom gering is, stop
dan onmiddellijk de motor; stel de
oorzaak vast en verhelp deze.
2.
Is de kleur van het uitlaatgas normaal?
Een permanente uitstoot van zwarte
rook uit de uitlaat wijst op overbelasting
van de motor. Dit verkort de levensduur
van de motor en moet worden
vermeden.
49
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
