Een andere gebruikelijke wijziging van de voorwaarde "Dikte van de plaat meten" is het wijzigen van de
meetsondehoogte in de juiste hoogte, op basis van de meetsonde die wordt gebruikt (zie Afbeelding 55).
De "Sondehoogte" kan worden aangepast door op de knop "Instellingen meetscherm" te klikken in het
"Als"-bewerkingsvak en een nieuwe waarde in het instellingenvenster in te voeren.
Printplaat controleren - De voorwaarde Printplaat controleren vereist dat de operator het
onderdeelnummer of modelnummer van de printplaat scant of invoert ter controle voordat de operator
de printplaat gaat persen. Deze standaard sjabloonvoorwaarde en andere voorwaarden waarvoor een
streepjescodescanner nodig is, moeten vaak worden aangepast aan de specifieke scanner. Het
modelnummer waarmee de printplaat wordt gecontroleerd, moet ook worden aangepast.
Om de standaardwaarde Printplaat controleren te wijzigen, klikt u op "Kopiëren" om de voorwaarde te
kopiëren, geeft u de voorwaarde een andere naam en slaat u de voorwaarde onder een nieuwe naam
op. Open het venster "COM-poortinstellingen" door op de overeenkomstige knop te klikken in het "Als"-
bewerkingsvak (zie Afbeelding 56). Selecteer het juiste "Poortnummer" (zie Afbeelding 57) voor de
streepjescodescanner die wordt gebruikt (de lijst met beschikbare apparaten met COM-poort kan
worden vernieuwd in het scherm met systeeminstellingen). Wijzig indien nodig de andere COM-
poortinstellingen om met de streepjescodescanner te kunnen werken.
Revisie D1
Afbeelding 55
Afbeelding 56
409-35001
57 van 94