Inhoudsopgave
Advertenties
2. Ga door met omlaag bewegen totdat de connector zich 1,0 mm boven de bevestigingshoogte bevindt.
De snelheid wordt verlaagd tot 5 mm/seconde. Deze regel test of een connector daadwerkelijk wordt
gedetecteerd. Als een connector wordt gedetecteerd, wat blijkt uit de detectie van ten minste de
minimumkracht per pin (MinFPP), gaat het proces verder met de volgende regel. Als geen connector
wordt gedetecteerd, dan gaat het proces verder met regel 5 om te proberen een eerder gepreste
(volledige of gedeeltelijke persing) connector opnieuw te persen.
3. Pers tot de connector zich binnen 0,25 mm van de gewenste bevestigingshoogte bevindt. Als deze
positie is bereikt, bevindt de connector zich binnen een algemeen aanvaarde tolerantie van de
bevestigingshoogte. De 0,25 mm kan naar behoefte worden aangepast voor specifieke
omstandigheden. Als de kracht de maximale kracht per pin (MaxFPP) overschrijdt voordat de hoogte
is bereikt, wordt er een foutmelding weergegeven.
4. De bestemming van deze stap oefent theoretisch een te grote perskracht uit op de connector, maar
het proces is in feite voltooid zodra de kracht de gemiddelde kracht van het PARS-gebied bereikt plus
een extra percentage dat in de connectordatabase is gespecificeerd. De gegeven hoogte biedt slechts
een bestemming die niet bedoeld is om te worden bereikt omdat eerst aan de krachtvoorwaarde moet
worden voldaan. Als de bestemming wordt bereikt (op de juiste connector) voordat de PARS-kracht
wordt bereikt, dan is er hoogstwaarschijnlijk een fout in de parameters die zijn gebruikt om de
afstandsrelatie tussen connector, gereedschap en printplaatoppervlak te berekenen. Als dit gebeurt,
controleer dan de gereedschapshoogte, de dikte van de basis van de connector, de dikte van de
reserveaansluiting en de dikte van de printplaat. Merk op dat een PARS-regel ook controleert op
MaxFPP. Als MaxFPP wordt overschreden voordat de PARS-kracht is bereikt, dan wordt het persen
gestopt met een "te veel kracht"-foutmelding. De snelheid zal lineair vertragen tot 2 mm/seconde bij
het bereiken van de doelhoogte.
5. Deze stap wordt alleen bereikt door de "Ga naar"-hoogteactie uit stap 2. Er wordt getest of de
connector het MinFPP niet op de juiste hoogte heeft bereikt, door te controleren of er een kracht van
250 Newton is gedetecteerd binnen 0,1 mm onder de MinFPP-minimumhoogte uit stap 2. De snelheid
zal lineair vertragen tot 2 mm/seconde bij het bereiken van de doelhoogte.
6. Deze stap controleert op een ontbrekende connector als er geen kracht van 250 Newton wordt
gedetecteerd, zelfs niet onder de laagste bevestigingshoogte. Zodra dit krachtniveau wordt
gedetecteerd, gaat het proces verder met de volgende regel.
Revisie D1
Afbeelding 44
409-35001
41 van 94
Advertenties
Inhoudsopgave
