"Gereedschap" - Dit is het type of de naam van het gereedschap die moet worden gebruikt voor het
persen van de connector. Het type of de naam wordt met behulp van de vervolgkeuzelijst gekozen uit de
databasevermeldingen van het gereedschap. Het gereedschap moet in de gereedschapsdatabase
worden ingevoerd voordat de connectorgegevens kunnen worden ingevuld.
"Aantal pinnen" - Dit is het aantal pinnen in de connector. Het aantal pinnen wordt gebruikt om de kracht
te berekenen bij gebruik van max. of min. kracht per pin in het profiel. Het aantal pinnen wordt ook
gebruikt om de kracht per pin te berekenen en in een grafiek te zetten op het uitvoerscherm.
"Profiel" - Dit is de naam van het profielbestand dat voor de connector moet worden gebruikt. Het kan
met behulp van de vervolgkeuzelijst uit de vermeldingen van de profieldatabase worden gehaald. Het
profiel moet worden ingevuld voordat de connectordatabase kan worden gegenereerd.
Tabblad "Afmetingen"
Primaire afmetingen:
Hoogte - Dit is de afstand van de bovenkant van de connector tot het bevestigingsoppervlak van de
connector. Als u de "Niet-bevestigde bovenkant" aftrekt van de "Hoogte", krijgt u de werkelijke afstand
die nog resteert om de connector in bevestigde toestand te brengen.
Lengte - Deze maat wordt alleen gebruikt voor de traceerbaarheid en weergave van de
connectorafbeelding op het productiescherm.
Breedte - Deze maat wordt alleen gebruikt voor de traceerbaarheid en weergave van de
connectorafbeelding op het productiescherm.
Secundaire afmetingen:
Standaarddikte - Dit is de dikte van de connector tussen de binnenkant onderaan (pasdeel) en de
buitenkant onderaan, zoals afgebeeld. Het wordt gebruikt om de verplaatsing van de kop te berekenen
om de connector op de juiste hoogte te bevestigen.
Niet-bevestigde bovenkant - Dit is de meting van de afstand van de bovenkant van de connector tot de
bovenkant van de printplaat.
Bevestigingshoogte - Dit is de gewenste afstand tussen het oppervlak van de printplaat en de
onderkant van de connector na het persen. Deze is meestal nul, maar kan boven het
printplaatoppervlak worden ingesteld voor persen-naar-hoogte-toepassingen.
*Kracht*
● Min. kracht/pin - Dit is de minimaal aanvaardbare kracht per pin. Hiernaar wordt verwezen in het
persprofiel.
● Max. kracht/pin - Dit is de maximaal aanvaardbare kracht per pin. Hiernaar wordt verwezen in het
persprofiel.
● Gebruikerskracht/pin - Dit is een door de gebruiker gedefinieerde kracht per pin. Hiernaar wordt
verwezen in het persprofiel.
● Andere kracht - Dit is een door de gebruiker gedefinieerde vaste totale krachtafwijking (niet per pin)
die gebruikt kan worden ter compensatie van het gebruik van een veerbelaste persmatrijs. Deze kracht
wordt afgetrokken van de krachtaflezingen voordat ze worden vergeleken met de krachtlimieten van
het persprofiel en in een grafiek worden gezet.
Krachtverlooppaneel:
Krachtverloop bewaakt de mate van wijziging van kracht naar afstand. In het algemeen zal de kracht-
afstandgrafiek een steile opgaande lijn laten zien naarmate de connector in contact komt met het
oppervlak van de printplaat. Voor de opgaande lijn is een minimumhelling gespecificeerd die overeenkomt
met hoe stevig de connector tegen de printplaat wordt geperst. Deze helling wordt ingevoerd met behulp
van een Δ Kracht/Δ Afstand (wijziging van kracht gedeeld door wijziging van afstand).
Δ Kracht - Voer de wijziging in kracht in, dat is de teller van de helling die u wilt zien om de perscyclus te
voltooien. De ingevoerde waarde wordt gebruikt in combinatie met Δ Afstand wanneer Krachtverloop uit
de connectordatabase wordt geselecteerd in de Profiel-editor.
Revisie D1
409-35001
32 van 94